ECLI:NL:RBROT:2021:12112
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van schulden en overbedeling na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2021, gaat het om een vordering in conventie en reconventie tussen twee voormalige echtgenoten. De eiseres vordert dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 830,96, met wettelijke rente, op basis van de draagplichtigheid voor een belastingschuld en een vordering van het CAK, die eiseres volledig heeft betaald. De gedaagde erkent de belastingschuld, maar betwist de vordering van het CAK, omdat eiseres geen bewijs heeft geleverd van de betaling.
In reconventie vordert de gedaagde een bedrag van € 3.750,- wegens overbedeling, stellende dat eiseres persoonlijke spullen van haar heeft toegeëigend. Eiseres betwist deze vordering en stelt dat de inboedel reeds is verdeeld bij beschikking van 6 november 2016.
De kantonrechter heeft in conventie de vordering van eiseres toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, omdat niet aan de wettelijke vereisten was voldaan. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten. In reconventie is de vordering van gedaagde afgewezen, en ook zij is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. P. Joele en is uitvoerbaar bij voorraad.