In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 4 november 2021 uitspraak gedaan in een vordering tot nakoming van een betalingsverplichting die voortvloeit uit een serviceabonnement voor incassowerkzaamheden. Eiseres, Debtt B.V., in haar hoedanigheid van rechtsopvolgster van LH Incasso B.V., vorderde betaling van € 1.068,23, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten, van gedaagde, die bij verstek was veroordeeld op 1 april 2021. De procedure kende een aantal stappen, waaronder een verzetdagvaarding en een mondelinge behandeling op 1 oktober 2021.
De feiten van de zaak zijn als volgt: gedaagde was veroordeeld om te betalen en had een overeenkomst met LH Incasso, waarbij hij jaarlijks € 907,50 diende te betalen zolang de overeenkomst voortduurde. Gedaagde voerde aan dat hij onder druk was gezet om de overeenkomst te ondertekenen, maar de rechter oordeelde dat deze druk voortkwam uit zijn persoonlijke situatie en niet van LH Incasso. Gedaagde erkende dat hij het keuzeformulier had ingevuld en ondertekend.
De kantonrechter oordeelde dat LH Incasso de overeenkomst correct was nagekomen en dat de gevorderde kosten voor het serviceabonnement terecht waren toegewezen. Ook de aanspraak op buitengerechtelijke kosten werd bekrachtigd, ondanks het verweer van gedaagde dat hij als consument niet aansprakelijk zou zijn. De rechter concludeerde dat gedaagde bewust had gekozen voor de overeenkomst via zijn onderneming en dat de wettelijke vereisten voor de gevorderde kosten waren nageleefd. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 248,- aan salaris voor de gemachtigde, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.