Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
- de tussen partijen bestaande huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen het gehuurde binnen 8 dagen na betekening van dit vonnis met al de zijnen/haren en al het zijne/hare te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van [eiseres] te stellen;
- met machtiging op [eiseres] om, indien [gedaagde] met de hiervoor genoemde ontruiming in gebreke mocht blijven, deze zelf op kosten van [gedaagde] te bewerkstelligen door een deurwaarder, zonodig met behulp van de sterke arm van politie en/of justitie;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 10.755,60, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 10.004,24 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, alsmede € 1.227,32 voor iedere maand, dat [gedaagde] het gehuurde vanaf juli 2021 nog in het bezit zal houden, een ingegane maand voor een volle gerekend;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 1.227,32 voor iedere maand, een ingegane maand voor een volle gerekend, vanaf de datum van ontruiming tot aan het tijdstip dat [eiseres] het gehuurde onder dezelfde omstandigheden aan een ander heeft verhuurd, echter ten hoogste tot 31 oktober 2023, zijnde de expiratiedatum;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande de 15e dag na de datum van dit vonnis.
4..De beoordeling
5..De beslissing
: