ECLI:NL:RBROT:2021:12289

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 december 2021
Publicatiedatum
14 december 2021
Zaaknummer
C/10/608300 / HA ZA 20-1114
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C. Sikkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale koopovereenkomst en klachtplicht in de agf-handel

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen [naam eiseres], een exporteur van groenten en fruit uit Egypte, en Riva Fruit B.V. en World Wide Fruit Trade B.V., beide actief in de agf-handel in Nederland. De rechtbank heeft te oordelen over de vraag of de gedaagden tekort zijn geschoten in hun betalingsverplichtingen uit hoofde van koopovereenkomsten voor de levering van zoete aardappels en granaatappels. De eiseres vordert betaling van een bedrag van € 34.860,00, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Weens Koopoverdrag (WKV) van toepassing is op de overeenkomst en dat de klachtplicht, zoals vastgelegd in artikel 39 WKV, niet is nageleefd door Riva Fruit. De rechtbank oordeelt dat Riva Fruit het recht heeft verloren om zich te beroepen op non-conformiteit van de geleverde goederen, omdat zij niet tijdig heeft geklaagd. De rechtbank wijst de vordering van [naam eiseres] toe en veroordeelt Riva Fruit tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en kosten. In reconventie heeft Riva Fruit een vordering ingesteld tegen [naam eiseres] voor minderwaarde van de geleverde goederen, maar deze vordering wordt afgewezen. De rechtbank concludeert dat er geen bewijs is voor de gestelde afspraken over commissiekoop en dat de vorderingen van Riva Fruit ongegrond zijn.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/608300 / HA ZA 20-1114
Vonnis van 8 december 2021
in de zaak van
[naam eiseres] H.O.D.N. [handelsnaam],
wonende te [woonplaats eiseres]
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. E. El-Sharkawi te 's-Gravenhage,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RIVA FRUIT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WORLD WIDE FRUIT TRADE B.V.,
gevestigd te Bleiswijk,
gedaagde in reconventie
advocaat mr. J.P.M. Borsboom te Rotterdam.
Eiseres in conventie, verweerster in reconventie, wordt hierna aangeduid met [naam eiseres] .
Gedaagde sub1 in conventie, tevens eiseres in reconventie, wordt hierna (afzonderlijk) aangeduid met Riva Fruit en gedaagde sub 2 in conventie (afzonderlijk) met World Wide Fruit. Gedaagden gezamenlijk worden aangeduid met RF/WWF.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 november 2020, met producties 1 t/m 26;
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties 1 t/m 8;
  • de oproepingsbrieven van de rechtbank en de zittingsagenda van 1 juni 2021;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met productie 27;
  • het B8 formulier van de zijde van [naam eiseres] van 8 juni 2021, met een verklaring van [naam 1] ;
  • het B8 formulier van de zijde van Riva Fruit, van 9 juni 2021, met productie 9;
  • de pleitnotities van mr. J.J. Borsboom.
1.2.
Op 24 juni 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Partijen zijn actief in de handel in aardappels, groenten en fruit (hierna: agf- handel). [naam eiseres] exporteert groenten en fruit vanuit Egypte naar onder meer Nederland.
2.2.
Op 26 mei 2020 heeft -op initiatief van [naam 1] , kennis van partijen en niet werkzaam bij [naam eiseres] , Riva Fruit of World Wide Fruit (hierna: [naam 1] )-
een bespreking plaatsgevonden tussen partijen over het leveren van groenten en fruit door [naam eiseres] vanuit Egypte. [naam eiseres] werd tijdens deze bespreking vertegenwoordigd door mr. El-Sharkawi. Riva Fruit werd vertegenwoordigd door [naam 2] , middellijk bestuurder van Riva Fruit (hierna: [naam 2] ). World Wide Fruit werd vertegenwoordigd door [naam 3] , middellijk bestuurder van World Wide Fruit (hierna: [naam 3] ).
2.3.
Op 29 mei 2020 heeft mr. El-Sharkawi per e-mail een offerte gezonden aan [naam 2] en [naam 3] betreffende één container rode uien. De tekst van deze mail luidt, voor zover thans van belang:
“Beste [naam 2] , Beste [naam 3] ,
Met referte aan onze plezierige bespreking van afgelopen dinsdag 26 mei 2020 doe ik u de volgende offerte toekomen:
Zoals besproken is Egypt- Holland bereid rode uien aan u te leveren, als volgt:
- vertrek zondag 7 juni 2020;
- 1 container;
- maat 60-80 (maximaal 16 pallets) en maat 80-100 (minimaal 6 pallets);
- in (rode) zakken van 10 kg;
- 22 pallets, 120 zakken per pallet, in houten kratten zoals op de foto’s te zien was.
Prijs
De overeengekomen prijs is € 375,- per ton, € 3,75 per zak van 10 kg, € 0,375 per 1 kg CIF in Rotterdam.
Betaling:
Zoals besproken zal 50% van de prijs worden voldaan binnen 2 dagen na aankomst en de overige 50 % binnen 21 dagen na aankomst van de container.
Claims:
Een gebrek/ opmerking over de geleverde goederen dient zo spoedig mogelijk na aankomst van de container te worden vermeld en in ieder geval niet later dan 3 werkdagen na aankomst van de container.
Vervolg van levering:
In overleg tussen ons wordt iedere week bepaald of een nieuwe levering (lading) al dan niet plaatsvindt, hoeveel containers, de maat en de verpakking en tegen welke prijs. De levering vindt niet plaats op vaste afspraak, maar op basis van losse opdrachten/bestellingen waarbij de hoeveelheid, maat en prijs bij iedere opdracht/ bestelling wordt bepaald.
(…)”
2.4.
[naam 3] heeft die middag per e-mail geantwoord:
“Goedemiddag [naam 4] ,
Was een duidelijk en goed gesprek.
Wij willen graag de samenwerking aangaan.
Zullen we beginnen met 1 container?
Wanneer kan je laden?
Gr
[naam 2] en [naam 3] ”
2.5.
Mr. El-Sharkawi heeft hierop gereageerd per e-mail van 29 mei 2020 om 16.05 uur:
“Beste [naam 2] en [naam 3] .
Ik kan a.s. Donderdag 4 juni 2020 laden. Vertrek is zondag 7 juni.
Ik het oké”
[naam 3] heeft hierop die middag om 16:35 uur gereageerd met “Perfect
2.6.
De eerste container rode uien is op 18 juni 2020 door [naam eiseres] geleverd.
2.7.
Op 18 juni 2020 heeft [naam 3] per WhatsAppbericht aan mr. El Sharkawi laten weten:
“De pallets zijn netjes. De uien zijn vochtig. Als we ze in onze loods laten staan, gaan ze schimmelen. Waar kunnen we ze het beste naar toe brengen? En wat wilt u? Er staan ook geen NAW gegevens op. Zullen we de uien naar [naam 5] brengen?”
Daarop heeft mr. El- Sharkawi als volgt gereageerd:
“Ik vindt het vreemd want 3 containers zijn samen op zelfde boot gegaan. 1 aan jullie geleverd en 2 bij [naam 6] . Ik krijg geen opmerkingen over vochtigheid van [naam 6] . Maar waar jullie de uien gaan brengen dat is jullie verantwoordelijkheid. Ik lever cif tot Rotterdam. Als de kwaliteit niet goed is dan heb je tot morgen 15:00 uur om de container naar [naam 6] te sturen. Ik zal in dit geval de kosten vergoeden. Na vrijdag 15:00 uur is de container van jullie”.
2.8.
Vervolgens is de levering van deze container door [naam eiseres] geannuleerd en heeft zij de container bij RF laten ophalen en aan [naam 6] gestuurd. [naam eiseres] heeft de factuur van deze container gecrediteerd.
2.9.
Partijen zijn daarna per mail de verkoop en levering van een container zoete aardappels en een container granaatappels overeengekomen
.Met betrekking tot de levering van de container granaatappels heeft mr. El- Sharkawi in een WhatsAppbericht van 22 augustus 2020 aangegeven dat de levering één week is opgeschoven en de prijs iets hoger is geworden. [naam 2] reageert per WhatsApp met
:”GM geen probleem. Maar wel maandag laden
.”
2.10.
Op 13 augustus 2020 heeft mr. El-Sharkawi gevraagd of gedaagden een tweede container zoete aardappels willen. [naam 2] heeft per e-mail van 13 augustus 2020 gereageerd met:
Oké is goed”.
2.11.
Op 31 augustus 2020 heeft [naam eiseres] de eerste container met zoete aardappels gelost. De koopprijs bedroeg € 11.220,00 en de factuur was gesteld op naam van Riva Fruit. Riva Fruit heeft hiervan € 5.500,00 betaald.
2.12.
Op 1 september 2020 heeft [naam 2] een WhatsAppbericht gestuurd aan mr. El-Sharkawi inhoudende: “GM. Heb je rapport gezien van aard. Zijn niet goed onder maats.”
2.13.
Op 3 september 2020 is de tweede container met zoete aardappels gelost. [naam 3] bericht mr. El- Sharkawi die dag per WhatsApp: “Goedemorgen. Zou u aub heel ff willen stoppen met de zoete aardappel laden. Krijgen net een container binnen. Zelfde beeld. Laten we deze 2 eerst verkopen voor we nieuwe laden. Ok?”
Mr. El- Sharkawi heeft geantwoord:
Dat is oke
”.
2.14.
Op 9 september 2020 heeft mr. El- Sharkawi per WhatsAppbericht aangegeven:
“Goedemorgen [naam 3] en [naam 2] . Ik was gestopt met laden. Deze container was vertrokken met container granaatappel alvorens de tweede container zoete aardappel hier was.”
[naam 3] antwoordde:
“Ok. Maar we hebben nog 1,5 container staan en niet elke klant wilt ze na de pallet die ze ontvangen hebben nog een keer ontvangen. We doen ons best.”
Mr. El-Sharkawi reageerde met:
“Ik snap het en waardeer het. Komt goed. Maar ik ben sowieso gestopt sinds 1-9”.
[naam 3] heeft daarop geantwoord:
“Komt goed. Dank u”
2.15.
Op 21 september 2020 is de container granaatappels gelost. [naam 2] heeft op die dag een WhatsAppbericht aan mr. El- Sharkawi gestuurd met de volgende inhoud:
“Granaat mooi. We gaan ze proberen te verkopen. Alleen gewicht zit er niet in. Rapport volgt”.
Mr. El-Sharkawi heeft hierop gereageerd met: “Dat is mooi om te horen. Ik vindt het niet leuk als ik iets lever die niet goed is.”
Waarop [naam 2] heeft gereageerd met:
“Ga je wel door met laden”
2.16.
Op vrijdag 25 september 2020 heeft Mr. El-Sharkawi gevraagd of het gelukt is met de betaling van de nota voor de granaatappels. [naam 2] heeft daarop gevraagd of hij deze maandag 28 september 2020 mag voldoen, waarop mr. El- Sharkawi heeft aangegeven dat dat akkoord is. Op maandag 28 september 2020 heeft mr. El-Sharkawi per Whatsappbericht gevraagd:
“Goedemiddag [naam 3] en [naam 2] . Hoe gaat met de verkoop van zoete aardappelen”
[naam 3] antwoordde daarop:
“Goedemiddag. Gaat heel moeizaam momenteel.”
Dinsdag 29 september 2020 heeft mr. El-Sharkawi gevraagd:
“ [naam 2] goedemorgen. Heb je de nota van de granaatappel overgemaakt?”
[naam 2] antwoordt:
“Gm Ja gisteren 7000.”
2.17.
Op 16 oktober 2020 heeft een bespreking plaatsgevonden op het kantoor van Riva/WWF tussen mr. El-Sharkawi, [naam 3] , [naam 2] en [naam 1] .

3..Het geschil

in conventie

3.1.
[naam eiseres] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, -samengevat- gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 34.860,00, te vermeerderen met wettelijke handelsrente en (buitengerechtelijke) kosten, inclusief nakosten.
3.2.
[naam eiseres] grondt haar vordering op nakoming van de koopovereenkomsten van zoete aardappels en granaatappels. Zij heeft conform de koopovereenkomsten drie containers met zoete aardappels geleverd en één container met granaatappels en RF/ WWF zijn in gebreke met de betaling van een deel daarvan.
3.3.
RF/WWF voeren verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkheid van [naam eiseres] , althans tot ontzegging van haar vordering, met veroordeling van [naam eiseres] in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
RF/WWF voeren aan dat alleen Riva Fruit partij is bij de koopovereenkomsten en niet ook World Wide Fruit. Riva Fruit beroept zich op non-conformiteit: de zoete aardappels en de granaatappels voldeden niet aan de kwaliteitseisen en daarover heeft zij geklaagd. Er is vervolgens commissiekoop afgesproken en commissiekoop is -voor zover dat niet afgesproken zou zijn- ook gebruikelijk in de agf-handel.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.6.
Riva Fruit vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, -samengevat- [naam verweerster] te veroordelen tot betaling van € 3.686,53, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, met veroordeling van [naam verweerster] in de proceskosten inclusief nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.7.
Riva Fruit, mede handelend als lasthebber van World Wide Fruit, stelt hiertoe dat [naam verweerster] heeft toegezegd de minderwaarde van de containers met zoete aardappels voor haar rekening te nemen.
3.8.
[naam verweerster] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid, althans tot het ongegrond verklaren van de vordering, althans tot het afwijzen daarvan, met hoofdelijke veroordeling van RF/ WWF in de proceskosten.
3.9.
[naam verweerster] voert aan dat er geen grondslag is voor terugvordering. De overeenkomsten -voor de levering van drie containers zoete aardappels en één container granaatappels- zijn niet ontbonden. De toezegging was gedaan onder de voorwaarde dat RF/ WWF het restant van de factuur betreffende de levering van de granaatappels zouden betalen en dat is niet gebeurd.
3.10.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Deze zaak betreft een internationaal geval, omdat [naam eiseres] buiten Nederland is gevestigd. Daarom onderzoekt de rechtbank de internationale bevoegdheid en het toepasselijk recht.
bevoegdheid
4.2.
De rechtsmacht en bevoegdheid is tussen partijen geen punt van debat. Omdat sprake is van een handelszaak als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I bis-Vo) die aanhangig is gemaakt na 10 januari 2015, het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening (art. 66 en 81 Brussel I bis-Vo), is deze verordening materieel en temporeel van toepassing. De Brussel I bis-Vo is tevens formeel van toepassing, omdat Riva Fruit en World Wide Fruit, gedaagden, woonplaats hebben in Nederland, een lidstaat in de zin van de Brussel I bis-Vo. De internationale bevoegdheid van deze rechtbank dient dus vastgesteld te worden aan de hand van de Brussel I bis-Vo (zie art. 5 Brussel I bis-Vo).
4.3.
Riva Fruit en World Wide Fruit hebben de (internationale) bevoegdheid van deze rechtbank niet betwist. Omdat Riva Fruit en World Wide Fruit woonplaats hebben in Nederland, is de Nederlandse rechter bevoegd van dit geschil kennis te nemen (art. 4 Brussel I bis-Vo). Deze rechtbank is relatief bevoegd op grond van artikel 99 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), omdat Riva Fruit en World Wide Fruit woonplaats hebben binnen het rechtsgebied van deze rechtbank.
toepasselijk recht
4.4.
Het Weens Koopverdrag (hierna: WKV) is van toepassing, aangezien (a) het geschil de koop van roerende zaken betreft, (b) [naam eiseres] , de verkoper, en RF/ WWF, de kopers, woonplaats hebben in verschillende landen, Egypte en Nederland, die partij zijn bij dit verdrag en (c) partijen de toepasselijkheid van dit verdrag niet hebben uitgesloten. Dit is tussen partijen niet in geschil. Partijen hebben ter zitting ten aanzien van het recht dat aanvullend van toepassing is op de koopovereenkomsten een processuele rechtskeuze gedaan voor Nederlands recht.
in conventie
4.5.
[naam eiseres] grondt haar vordering op nakoming door World Wide Fruit en Riva Fruit van hun betalingsverplichtingen uit hoofde van een aantal koopovereenkomsten. Tussen partijen staat vast dat [naam eiseres] vier containers heeft geleverd. In geschil is echter of World Wide Fruit partij is bij de koopovereenkomsten, of het geleverde aan de overeenkomst beantwoordt en of daar tijdig over is geklaagd.
Het betreft de volgende leveringen van
zoete aardappels:
1. factuur 2020/034, container [containernummer 1] € 11.220,--
waarvan is betaald en waarvan wordt afgetrokken € 5.500,--
zodat volgens [naam eiseres] nog resteert te voldoen: € 5.720,--
2. factuur 2020/038, container [containernummer 2] € 10.540,--
3. factuur 2020/049, container [containernummer 3] € 10.200,--
En een levering van
granaatappels:
4. factuur 2020/050, container [containernummer 4] € 15.400,--
waarvan is betaald en waarvan wordt afgetrokken € 7.000,--
zodat volgens [naam eiseres] nog resteert te voldoen
€ 8.400,--
Op grond hiervan vordert [naam eiseres] in totaal
€ 34.860,--
World Wide Fruit partij bij de koopovereenkomsten?
4.6.
[naam eiseres] stelt dat zowel Riva Fruit als World Wide Fruit contractspartij zijn bij de koopovereenkomsten van zoete aardappels en granaatappels, waarbij zij hoofdelijk zijn verbonden. RF/ WWF spreken als één partij. Zowel [naam 2] als [naam 3] waren aanwezig bij de bespreking op 26 mei 2020 en [naam 3] heeft per e-mail om de documenten voor de eerste container verzocht. Zowel [naam 2] als [naam 3] hebben contact onderhouden met [naam eiseres] en er bestaat een samenwerkingsverband tussen Riva Fruit en World Wide Fruit.
4.7.
Riva Fruit voert aan dat [naam eiseres] uitsluitend met haar, Riva Fruit, heeft gecontracteerd en niet mede met World Wide Fruit. World Wide Fruit heeft geen verplichtingen op zich genomen en is dus ook niet hoofdelijk aansprakelijk. World Wide Fruit heeft gemotiveerd betwist dat zij partij is bij de door [naam eiseres] gestelde koopovereenkomsten. 4.8. Tussen partijen staat niet ter discussie dat [naam eiseres] en Riva Fruit met elkaar hebben gecontracteerd. De vraag is of ook World Wide Fruit contractspartij is.
toetsingsmaatstaf
4.9.
Voor het tot stand komen van een overeenkomst zijn op grond van de artikelen 14 en 18 van het WKV een aanbod en aanvaarding van dat aanbod vereist. De vraag wie partij is bij de gestelde koopovereenkomsten dient te worden beantwoord aan de hand van artikel 8 WKV. Dit artikel luidt als volgt:
1. Voor de toepassing van dit Verdrag dienen verklaringen afgelegd door en andere gedragingen van een partij te worden uitgelegd in overeenstemming met haar bedoeling, wanneer de andere partij die bedoeling kende of daarvan niet onkundig kon zijn.
2. Indien het voorgaande lid niet van toepassing is, dienen verklaringen afgelegd door, dan wel andere gedragingen van een partij te worden uitgelegd overeenkomstig de zin die een redelijk persoon van gelijke hoedanigheid als de andere partij in dezelfde omstandigheden hieraan zou hebben toegekend.
3. Bij het bepalen van de bedoeling van een partij of de zin die een redelijk persoon daaraan zou hebben toegekend, dient naar behoren rekening te worden gehouden met alle ter zake dienende omstandigheden van het geval, waaronder begrepen de onderhandelingen, eventuele handelwijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn, gewoonten en alle latere gedragingen van partijen.
gang van zaken rondom facturen en betalingen
4.10.
Stelplicht en -zo nodig- bewijslast dat het aanbod van [naam eiseres] ook door World Wide Fruit is aanvaard rust op [naam eiseres] . De mail van 29 mei 2020 aan [naam eiseres] waarmee [naam 2] en [naam 3] laten weten dat zij graag de samenwerking aangaan is verzonden vanaf het adres van Riva Fruit. Uit de offerte van [naam eiseres] is niet op te maken dat zij zowel Riva Fruit als World Wide Fruit als haar koper beschouwt. Alle facturen betreffende de zoete aardappels en granaatappels en ook de creditfactuur zijn door [naam eiseres] steeds alleen op naam van Riva Fruit gesteld. De betalingen -ad € 5.500,00 ter zake de zoete aardappels en ad € 7.000,00 ter zake de granaatappels-, zijn uitsluitend voldaan door Riva Fruit. Bij die stand van zaken gaat de rechtbank er vanuit dat [naam eiseres] alleen Riva Fruit als haar afnemer/koper beschouwde. Van hoofdelijke aansprakelijkheid van Riva Fruit en World Wide Fruit is dus geen sprake. Dat betekent dat de jegens World Wide Fruit ingestelde vorderingen worden afgewezen.
is er voldaan aan de klachtplicht?
4.11.
Riva Fruit voert aan dat de drie containers met zoete aardappels en de container met granaatappels niet aan de overeenkomst hebben beantwoord. Er was volgens haar sprake van non-conformiteit. Dit blijkt uit de kwaliteitsrapporten die door de extern deskundige zijn opgesteld en die Riva Fruit op de dag van de keuring of de dag erna heeft gestuurd aan [naam eiseres] . Voor wat betreft de zoete aardappels had Riva Fruit dit reeds aan [naam eiseres] gecommuniceerd, aldus Riva Fruit.
4.12.
[naam eiseres] stelt dat RF/WWF de koopovereenkomsten niet hebben ontbonden. Binnen drie werkdagen na levering moest gemeld worden dat de kwaliteit van de goederen niet aanvaardbaar was en dat is niet gebeurd, aldus [naam eiseres] . Ondanks de onjuiste maatvoering hebben RF/ WWF de zoete aardappels en granaatappels geaccepteerd en behouden om te verkopen. Bij aankomst van de granaatappels hebben RF/ WWF aangegeven dat deze mooi waren en betaling van de tweede termijn van de factuur voor de granaatappels is toegezegd.
toetsingskader
4.13.
Art. 39, eerste lid van het WKV bepaalt dat de koper het recht verliest om zich erop te beroepen dat de zaken niet aan de overeenkomst beantwoorden, indien hij niet binnen een redelijke termijn nadat hij dit heeft ontdekt of had behoren te ontdekken, de verkoper hiervan in kennis stelt, onder opgave van de aard van de tekortkoming.
4.14.
De stelplicht en -zo nodig- bewijslast dat tijdig en op de juiste wijze is geklaagd rust op Riva Fruit. De lengte van de redelijke termijn is afhankelijk van de omstandigheden van het geval en de aard van de geleverde zaak. Bij bederfelijke waar zoals zoete aardappels en granaatappels geldt dat Riva Fruit binnen een korte termijn na ontvangst van de respectievelijke containers het geleverde had moeten inspecteren en zich (zo nodig) tot [naam eiseres] had moeten wenden met haar klachten. In de offerte van 29 mei 2020 (zie hiervoor onder 2.3) is opgenomen dat een gebrek/opmerkingen over de geleverde goederen zo spoedig mogelijk na aankomst van de container vermeld dient te worden en in ieder geval niet later dan drie werkdagen na aankomst van de container.
gang van zaken rondom de leveringen
4.15.
De gang van zaken rondom de leveringen was als volgt. Na iedere levering is een kwaliteitsrapport gestuurd aan [naam eiseres] . Na levering van de container rode uien is op dezelfde dag per WhatsApp bericht aan [naam eiseres] dat de uien vochtig waren, waarna is aangegeven dat de container diende te worden opgehaald. [naam eiseres] heeft de betreffende container vervolgens opgehaald en heeft de nota gecrediteerd. Zie onder 2.7 en 2.8.
Op 31 augustus 2020 heeft [naam eiseres] een eerste container zoete aardappelen gelost. Op 1 september 2020 heeft [naam 2] een WhatsAppbericht gestuurd aan mr. El- Sharkawi inhoudende: “GM. Heb je rapport gezien van aard. Zijn niet goed onder maats.” Daarop heeft mr. El- Sharkawi geantwoord: “kan ik straks ff langs komen”. [naam eiseres] is vervolgens niet verzocht de container terug te nemen en de container met zoete aardappels is bij Riva Fruit gebleven.
Toen de tweede container met zoete aardappels binnenkwam op 3 september 2020 berichtte [naam 3] per WhatsApp: “Goedemorgen. Zou u aub heel ff willen stoppen met de zoete aardappel laden. Krijgen net een container binnen. Zelfde beeld.
Laten we deze 2 eerst verkopen[onderstreping rechtbank] voor we nieuwe laden. Ok?”.
De derde bestelde container zoete aardappels was toen al onderweg.
Na het lossen van de container granaatappels heeft [naam 2] geschreven: “granaat mooi.
Wij gaan proberen ze te verkopen. [onderstreping rechtbank] Alleen gewicht zit er niet in. Rapport volgt”.
[naam 2] heeft vervolgens verzocht om door te gaan met laden.
4.16.
Riva Fruit heeft gezien het voorgaande, kort na de leveringen van de zoete aardappels en de granaatappels,
nietaangegeven dat zij deze containers
nietaccepteerde en ook niet aangeven dat deze moesten worden opgehaald door [naam eiseres] , zoals zij dit
welheeft aangegeven bij de eerste container rode uien. Uit de onder 4.15 beschreven feitelijke gang van zaken en met name uit de daarin onderstreepte zinsdelen, blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat [naam eiseres] de bedoeling had om de containers zoete aardappels en granaatappels niet terug te sturen maar te verhandelen. Daar komt nog bij dat ook [naam 1] over de granaatappels heeft verklaard -in zijn verklaring van 7 juni 2021, over de inhoud van de bespreking van 16 oktober 2020-:
[naam 2] [ [naam 2] , aanvulling rb] had gezegd dat hij geen probleem had met de granaatappel en dat hij winst heeft gemaakt”
4.17.
De rechtbank overweegt verder als volgt. [naam eiseres] en Riva Fruit zijn beide professionele partijen in de agf- handel. Beide partijen zijn uit dien hoofde bekend met de consequenties van het leveren van bederfelijke waar -zoals zoete aardappels en granaatappels- en zij weten allebei dat de kwaliteit van groenten en fruit snel achteruit kan gaan. Tevens zijn beide partijen -als professionele partijen- bekend of horen zij bekend te zijn met de inhoud van het Weens Koopverdrag en de daarin vervatte klachtplicht.
4.18.
Gezien de inhoud van de e-mail van 29 september 2020 moet de redelijke termijn van klagen als bedoeld in art. 39 lid 1 van het WKV (zie hiervoor onder4.14) hier naar het oordeel van de rechtbank worden uitgelegd als de in die e-mail vervatte termijn van maximaal drie werkdagen.
4.19.
De rechtbank beoordeelt de opmerkingen van [naam 2] in het e-mailbericht van 21 september 2021 inhoudende dat de maatvoering van de granaatappels niet goed was als onvoldoende om te voldoen aan de klachtplicht. De opmerking “Alleen gewicht zit er niet in. Rapport volgt” is op zichzelf én in combinatie met de kwalificatie
mooi” in datzelfde bericht onvoldoende om te concluderen dat daarmee een tekortkoming is gemeld en wat de aard van die tekortkoming is, in de zin van art. 39 lid 1 van het WKV.
4.20.
Het verzenden van de kwaliteitsrapporten
an sichbeoordeelt de rechtbank als te weinig specifiek en daarmee eveneens als onvoldoende om te voldoen aan de klachtplicht. De aard van de tekortkoming staat in de kwaliteitsrapporten niet duidelijk en afzonderlijk vermeld. De rechtbank volgt Riva Fruit bovendien niet in haar verweer dat het enkel sturen van een kwaliteitsrapport volgens vast gebruik in de branche voldoende is om de tekortkoming en de aard van de tekortkoming te vermelden. Riva Fruit heeft haar verweer op dit onderdeel onvoldoende onderbouwd, tegenover de gemotiveerde betwisting door [naam eiseres] .
4.21.
Conclusie is dat niet tijdig is geklaagd in de zin van artikel 39 Weens Koopverdrag. Aldus heeft Riva Fruit het recht verloren om zich erop te beroepen dat de geleverde zoete aardappels en granaatappels niet aan de overeenkomst beantwoorden.
verkoop op commissiebasis?
4.22.
Riva Fruit heeft verder aangevoerd dat non-conformiteit van de geleverde producten voor partijen aanleiding is geweest om nader overeen te komen dat de producten op commissiebasis zouden worden verkocht en dat -indien dit niet zou zijn overeengekomen- commissiekoop in een dergelijke situatie in overeenstemming is met het gebruik in de internationale agf-handel.
4.23.
[naam eiseres] betwist dat afgesproken is om op commissiebasis te verkopen. Zij betwist ook het bestaan van dit gebruik in de internationale agf-handel.
4.24.
Stelplicht en – zo nodig – bewijslast van de gestelde wijziging van de (vast) koopovereenkomsten in een verkoop op commissiebasis rust op Riva Fruit. Voor de stelling dat partijen zijn overeengekomen dat [naam eiseres] Riva Fruit zou betalen aan de hand van haar opbrengsten en/of dat partijen de verliezen van Riva Fruit met elkaar zouden delen zijn onvoldoende feitelijke aanknopingspunten
.Als dergelijke afspraken tussen partijen waren overeengekomen of dit zou voortvloeien uit een internationaal handelsgebruik ligt het – bij gebreke van een schriftelijke vastlegging van die afspraak – voor de hand dat uit Whatsapp of e-mailcorrespondentie tussen partijen zou blijken dat zij gedurende hun samenwerking daadwerkelijk onderling hebben afgerekend. De overgelegde correspondentie, noch de verklaring van partijen ter zitting biedt enig aanknopingspunt voor een dergelijke afhandeling of overeenkomst tussen partijen. In het licht hiervan heeft Riva Fruit het bestaan van de door haar gestelde afspraken of het gestelde internationale handelsgebruik onvoldoende onderbouwd.
4.25.
Ter zitting heeft Riva Fruit nog aangevoerd dat zij, gezien de non-conformiteit, gerechtigd is tot verlaging van de prijs (art. 50 WKV) en tot schadevergoeding (art. 74 WKV).
4.26.
Het beroep van Riva Fruit op prijsverlaging faalt. De koper kan op grond van voormelde bepaling alleen verlaging van de prijs verlangen indien de zaken niet beantwoorden aan de overeenkomst. Hiervoor heeft de rechtbank reeds vastgesteld dat Riva Fruit het recht heeft verloren om zich daarop te beroepen. Het gevolg daarvan is dat haar ook geen beroep toekomt op prijsverlaging.
4.27.
Omdat Riva Fruit het recht heeft verloren om zich erop te beroepen dat de zoete aardappels en de granaatappels niet aan de overeenkomst beantwoorden, heeft zij ook geen recht op schadevergoeding.
conclusie
4.28.
De vordering in conventie wordt toegewezen tot een bedrag van € 34.860,00.
wettelijke rente
4.29.
[naam eiseres] vordert wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 15 oktober 2020, te weten vanafhet verstrijken van de betalingstermijn van de laatste factuur, gedateerd 14 september 2020. De wettelijke handelsrente wordt als niet zelfstandig bestreden toegewezen vanaf deze datum.
buitengerechtelijke incassokosten
4.30.
[naam eiseres] vordert een bedrag ad € 1.359,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, ad € 281,00. Zij heeft e-mails en berichten gestuurd en telefonisch overleg gepleegd ter incassering van haar vordering. Riva Fruit betwist dat hiervoor een vergoeding kan worden toegekend. Ook betwist zij dat deze kosten de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan. [naam eiseres] kan evenmin aanspraak maken op de wettelijke handelsrente over de vergoeding van buitengerechtelijke kosten, aldus Riva Fruit.
4.31.
[naam eiseres] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat diverse buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Voor de hoogte van de toewijsbare incassokosten zoekt de rechtbank aansluiting bij het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief op basis van het toegewezen bedrag. Op basis daarvan wordt een bedrag van
€ 1.123,60 toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag van dagvaarding, te weten 5 november 2020.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.32.
[naam eiseres] vordert uitvoerbaarheid bij voorraad van haar vorderingen in conventie. Riva Fruit voert aan dat er geen termen aanwezig zijn om een eventueel veroordelend vonnis uitvoerbaar te verklaren op de minuut en op alle dagen en uren.
4.33.
De minuut is in 2002 afgeschaft en uitvoerbaarheid op alle dagen en uren is niet verzocht. Het vonnis zal, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, nu Riva Fruit niet
meernaar voren heeft gebracht dan de blote stelling dat geen termen aanwezig zijn om een veroordelend vonnis uitvoerbaar te verklaren. [naam eiseres] die een veroordeling tot betaling van een geldsom verkrijgt wordt vermoed het vereiste belang bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad te hebben. Het is aan Riva Fruit om een mogelijk restitutierisico te concretiseren. Dat heeft Riva Fruit nagelaten. De rechtbank laat het belang van [naam eiseres] prevaleren boven een mogelijk restitutierisico van Riva-Fruit. De rechtbank zal dit vonnis wat de veroordelingen betreft aldus uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
proceskosten
4.34.
Riva Fruit zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [naam eiseres] worden begroot op:
- explootkosten € 100,89
- griffierecht € 937,00
- salaris advocaat €
1.442,00(2 punten × tarief III ad € 721,00 per punt
Totaal € 2.479,89
nakosten
4.35.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in reconventie
4.36.
Riva Fruit vordert € 3.686,53 aan minderwaarde van de containers met zoete aardappelen. Zij grondt die vordering op een toezegging van [naam verweerster] en stelt dat [naam verweerster] ongeclausuleerd heeft toegezegd de minderwaarde voor haar rekening te nemen.
4.37.
[naam verweerster] voert aan dat aan de voorwaarde die zij aan haar toezegging had verbonden niet is voldaan. Omdat RF/WWF de factuur voor granaatappels niet voor het andere deel hebben betaald, kon en mocht [naam verweerster] afzien van gedeeltelijke creditering.
nadere overeenkomst omtrent gedeeltelijke creditering?
4.38.
Op 20 oktober 2020 heeft mr. El- Sharkawi per e-mail aan [naam 3] en [naam 2] - voor zover thans van belang - het volgende geschreven:
“(…) Tijdens onze bespreking heb ik je gevraagd om de tweede termijn van de nota van granaatappel te betalen. Je zei tegen mij `het is met granaatappel gelukt en geen probleem en ik zal de nota maandag of dinsdag overmaken’. Dat was in aanwezigheid van [naam 1] en [naam 3] . Gisteren kreeg ik een account sale over de granaatappel. Ten eerste, ik heb de granaatappel niet op basis van commissie verkocht. En de prijs was nooit tussen ons in geschil. Ten tweede, je had toegezegd dat bedrag maandag of dinsdag te zullen betalen. Ik attendeer jullie beiden op één feit. Gezien de slechte markt heb ik jullie gezegd dat ik afzie van de eindprijs en wij zullen het op basis van commissie doen. Behalve dat ik nooit bij de verkoop was betrokken en nooit ben geïnformeerd over de verkoop heb ik alsnog geen probleem van gemaakt. Wij hebben afgesproken dat wij dit samen gaan oplossen. Niet in geschil was dat je de tweede termijn van de nota voor de granaatappel zal betalen. Nu hoor ik van één van jouw medewerkers dat de granaatappel niet goed was en een aantal weken te laat was. Ik kan dat niet plaatsen. Vertraging was door de boot en was uitsluitend 5 dagen”
4.39.
Van een ongeclausuleerde toezegging is geen sprake. Uit de mededelingen in het onder 4.38 weergegeven e-mailbericht van 20 oktober 2020 van mr. El-Sharkawi volgt dat voor de eerste twee containers zoete aardappels de afgesproken vaste prijs zou gelden, en dat voor de derde container zoete aardappels alleen commissiekoop zou gelden wanneer de tweede termijnbetaling van de factuur voor de container granaatappels -waarvoor ook de vaste prijs gold- volledig betaald werd.
Vast staat dat de tweede termijnbetaling van de factuur voor de granaatappels niet is voldaan zodat aan die laatste voorwaarde niet is voldaan. Dat betekent dat zodat [naam verweerster] niet gehouden is om (gedeeltelijk) te crediteren. .
4.40.
Ter zitting heeft Riva Fruit als grondslag voor de reconventionele vordering nog aangevoerd dat een nadere overeenkomst tussen partijen is gesloten, inhoudende dat op commissiebasis zou worden verkocht. En zelfs zonder een nadere overeenkomst zou commissiekoop gelden, en wel volgens het internationale handelsgebruik, vanwege non-conformiteit, aldus [naam verweerster] .
4.41.
Zoals hierboven in conventie onder 4.24 is overwogen heeft Riva Fruit het bestaan van deze nadere afspraken of dit internationaal handelsgebruik onvoldoende onderbouwd. daa
4.42.
Slotsom is dat de vordering in reconventie wordt afgewezen.
proceskosten
4.43.
Riva Fruit zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld, zijnde € 360,50, aan salaris advocaat.

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Riva Fruit om aan [naam eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag ad € 34.860,00 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 15 oktober 2020 tot aan de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Riva Fruit in de buitengerechtelijke incassokosten, aan de zijde van [naam eiseres] begroot op € 1.123,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt Riva Fruit in de proceskosten, aan de zijde van [naam eiseres] tot op heden begroot op € 2.479,89;
5.4.
veroordeelt Riva Fruit in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Riva Fruit niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders verzochte af;
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen af;
5.8.
veroordeelt Riva Fruit in de proceskosten, aan de zijde van [naam verweerster] tot op heden begroot op € 360,50.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel. Het is ondertekend door de rolrechter en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2021.
3246/1861/1573