Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam],
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties aan de zijde van [verzoekster], ter griffie ontvangen op 1 mei 2021;
- het verweerschrift aan de zijde van [verweerster] ter griffie ontvangen op
- het e-mailbericht van [verweerster] van 14 augustus 2021, waarbij producties zijn ingediend;
- de akte eiswijziging en tevens akte overlegging nadere producties aan de zijde van [verzoekster], ter griffie ontvangen op 18 augustus 2021;
- de aangepaste verweerschriften met producties aan de zijde van [verweerster], ter griffie ontvangen op 13 september 2021 respectievelijk 17 september 2021, waarbij [verweerster] te kennen heeft gegeven dat het eerdere verweer “genegeerd” kan worden;
- de akte eiswijziging en tevens akte overlegging nadere producties aan de zijde van [verzoekster], ter griffie ontvangen op 21 september 2021.
e-mailbericht van 19 augustus om 09.33 uur om aanhouding van de zitting is verzocht “wegens persoonlijke omstandigheden”.
2..De vaststaande feiten
3..Het verzoek
2 februari 2021 heeft [verweerster] ervoor gekozen [verzoekster] helemaal niet meer in te roosteren, terwijl [verzoekster] wel beschikbaar was. [verzoekster] wenst de naheffing van de inkomstenbelasting zoals hiervoor sub 2.5. vermeld op [verweerster] te verhalen, aangezien die naheffing een gevolg is van het feit dat [verweerster] geen loonheffing heeft afgedragen over het bruto equivalent van € 8,75 netto per uur. Ook is [verweerster] verplicht tot betaling van de verschuldigde transitievergoeding en de verschuldigde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Tot slot verzoekt [verzoekster] [verweerster] te veroordelen tot afgifte van correcte loonstroken over de periode dat zij bij haar in dienst is geweest.
4..Het verweer en het tegenverzoek
5..De beoordeling van de verzoeken van [verzoekster]
woensdag 24 november 2021dient [verweerster] schriftelijk aan de kantonrechter, met een afschrift aan de gemachtigde van [verzoekster], te laten weten op welke wijze zij bedoeld bewijs wil leveren. Verder uitstel is niet mogelijk, tenzij blijkt dat [verzoekster] schriftelijk met die aanhouding heeft ingestemd.
6..De beoordeling van het tegenverzoek van [verweerster]
7..De beslissing
- [verweerster] uiterlijk op
- en indien zij dit bewijs schriftelijk wil leveren zij bij die gelegenheid de op het bewijsthema betrekking hebbende stukken direct in het geding moet brengen;
- en indien zij dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen zij bij akte opgave moet doen van het aantal en de personalia van de door haar voor te brengen getuigen en van de verhinderdata van alle betrokkenen voor de maanden december 2021 en januari en februari 2022, zodat vervolgens een datum voor het getuigenverhoor kan worden bepaald;