ECLI:NL:RBROT:2021:12425

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 november 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
8881406 CV EXPL 20-41908
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van medische kosten en buitengerechtelijke incassokosten

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is Infomedics B.V. als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die in een niet nader genoemde woonplaats woont. De procedure betreft een vordering tot betaling van medische kosten die verband houden met behandelingen die de gedaagde heeft ondergaan op 6 januari 2020, 31 januari 2020 en 15 maart 2020. Infomedics stelt dat de gedaagde de kosten van de behandeling op 15 maart 2020 nog niet heeft voldaan, terwijl de behandelingen op 6 januari en 31 januari 2020 volledig zijn betaald. De gedaagde heeft in zijn verweer een andere behandeling genoemd, namelijk die van 31 januari 2020, en betwist dat de vordering van Infomedics betrekking heeft op de behandeling van 15 maart 2020.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder een tussenvonnis en akten van beide partijen. Infomedics heeft aangeboden het patiëntendossier van de gedaagde over te leggen om de situatie te verduidelijken. De gedaagde heeft toestemming gegeven voor het overleggen van dit dossier. Uit het dossier blijkt dat de behandelingen op 6 januari en 31 januari 2020 zijn betaald, en dat de vordering van Infomedics betrekking heeft op de behandeling van 15 maart 2020. De kantonrechter oordeelt dat het verweer van de gedaagde onvoldoende onderbouwd is en wijst de vordering van Infomedics toe.

Daarnaast heeft Infomedics aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, welke ook is toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 751,13, inclusief wettelijke rente en proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op een openbare terechtzitting op 19 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8881406 CV EXPL 20-41908
uitspraak: 19 november 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd in Almere,
eiseres,
gemachtigde: Yards deurwaardersdiensten B.V. te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
gemachtigde: [naam] te [plaatsnaam].
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Infomedics’ en ‘[gedaagde]’.

1..Het verdere verloop van de procedure

1.1
Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het tussenvonnis van 2 juli 2021;
  • de akte uitlating van 23 juli 2021 aan de zijde van [gedaagde];
  • de akte uitlating van 23 augustus 2021 aan de zijde van Infomedics;
  • de rolbeslissing van 10 september 2021;
  • de akte uitlating van 18 oktober 2021 aan de zijde van [gedaagde].
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op vandaag.

2..De verdere beoordeling

2.1
De kantonrechter blijft bij en neemt over hetgeen in het tussenvonnis van 2 juli 2021 is overwogen en beslist.
2.2
Partijen zijn in geschil over het antwoord op de vraag op welke behandeling de gevorderde hoofdsom betrekking heeft. [gedaagde] noemt in zijn verweer een behandeling van 31 januari 2020, terwijl de vordering van Infomedics betrekking heeft op een behandeling van 15 maart 2020. Om te kunnen vaststellen hoe één en ander in elkaar steekt, heeft Infomedics aangeboden om het patiëntendossier van [gedaagde] over te leggen. Uit dit dossier zou volgens Infomedics kunnen worden afgeleid dat er meerdere behandelingen hebben plaatsgevonden, welke handelingen zijn uitgevoerd, hoe deze zijn gedeclareerd, welke betalingen al hebben plaatsgevonden en welke betalingen er nog openstaan. [gedaagde] heeft - na in de gelegenheid te zijn gesteld om zich daarover uit te laten - toestemming gegeven voor het overleggen van zijn patiëntendossier aan de kantonrechter. Infomedics heeft vervolgens het patiëntendossier van [gedaagde] overgelegd.
2.3
Uit het patiëntendossier blijkt dat op 6 januari 2020, 31 januari 2020 en 15 maart 2020 behandelingen hebben plaatsgevonden. Verder blijkt daaruit dat de behandelingen van 6 januari 2020 en 31 januari 2020 volledig zijn betaald. De kantonrechter volgt Infomedics dan ook in haar stelling dat haar onderhavige vordering betrekking heeft op de door [gedaagde] op 15 maart 2020 genoten behandeling. Aangezien het inhoudelijke verweer van [gedaagde] enkel betrekking heeft op de (ook in het patiëntendossier vermelde) behandelingen van 6 januari 2020 en 31 januari 2020 en die behandelingen geen onderdeel zijn van deze procedure, is de kantonrechter van oordeel dat de door Infomedics gevorderde hoofdsom ten bedrage van € 646,52 kan worden toegewezen. Het verweer van [gedaagde] dat de behandeling van 15 maart 2020 geen betrekking op hem heeft, is in het licht van de stellingen van Infomedics en het overgelegde patiëntendossier onvoldoende onderbouwd en wordt daarom verworpen.
2.4
Infomedics maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Infomedics, althans haar gemachtigde heeft aan [gedaagde] een aanmaning verzonden, die voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. Aangezien [gedaagde] hieromtrent geen verweer heeft gevoerd, wordt van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde] uitgegaan. Daarnaast staat vast dat [gedaagde] niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van de gevorderde hoofdsom is overgegaan. Het gevorderde bedrag van € 96,98 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom toegewezen.
2.5
De gevorderde wettelijke rente - waaronder een bedrag van € 7,63 aan verschenen rente berekend tot 6 november 2020 - wordt, als onbetwist en op de wet gegrond, toegewezen.
2.6
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] in de proceskosten van Infomedics veroordeeld.

3..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics tegen behoorlijk bewijs van betaling te betalen € 751,13, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over € 646,52 vanaf 6 november 2020 tot aan de dag van de volledige betaling;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 585,85 aan verschotten en € 372,00 aan salaris voor haar gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.L. Spierings en uitgesproken op een openbare terechtzitting.
44485