In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 november 2021 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2011. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 5 december 2021, en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om deze verlenging met een jaar. De moeder en de vader van [naam kind] zijn beide betrokken bij de procedure, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat mr. F. Çelen en de vader door mr. P.C. Smit. Tijdens de zitting was de vader niet aanwezig, maar heeft hij wel ingestemd met het verzoek tot verlenging. De moeder heeft aangegeven dat het beter gaat met [naam kind] nu er geen omgang is met de vader, en dat zij goed samenwerkt met de hulpverlening van AMZO.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de thuissituatie en de ontwikkeling van [naam kind] nog steeds aanwezig zijn. De hulpverlening is moeizaam verlopen, maar AMZO is sinds juni 2021 betrokken en biedt passende hulp. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de regie vanuit de jeugdbescherming noodzakelijk is en dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd om de stabiliteit en ontwikkeling van [naam kind] te waarborgen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 5 oktober 2022 en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.