In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 2 december 2021, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam kind], behandeld. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die op 15 oktober 2021 een verzoek indiende tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige, de ouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.
De feiten van de zaak tonen aan dat het ouderlijk gezag over [naam kind] door de moeder wordt uitgeoefend, terwijl [naam kind] bij de vader verblijft. De ondertoezichtstelling is eerder ingesteld op 13 december 2019 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 27 september 2021 bij de vader verblijft en dat dit een positieve ontwikkeling voor hem is. De kinderrechter heeft ook de noodzaak van de uithuisplaatsing in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind] onderstreept.
De kinderrechter heeft de verzoeken van de GI om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, toegewezen. De ondertoezichtstelling wordt verlengd tot 2 december 2022 en de machtiging tot uithuisplaatsing bij de vader wordt verleend voor dezelfde periode. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De ouders hebben ingestemd met de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing, en de kinderrechter heeft benadrukt dat de betrokkenheid van de jeugdbeschermer noodzakelijk blijft voor de verdere ontwikkeling van [naam kind].