ECLI:NL:RBROT:2021:12621

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2021
Publicatiedatum
20 december 2021
Zaaknummer
KTN-9486597_20122021
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallig salaris en toelating tot de werkvloer in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 15 november 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.O. Bohr, en gedaagde, A&D Techniek B.V. Eiser vorderde betaling van achterstallig salaris en toelating tot de werkvloer. Eiser was sinds 22 april 2019 in dienst bij A&D Techniek en had zijn arbeidsovereenkomst op 22 april 2021 omgezet naar een overeenkomst voor onbepaalde tijd. A&D Techniek had echter het loon van eiser over de maanden augustus en september 2021 niet betaald, wat leidde tot de vordering van eiser. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 november 2021 heeft eiser aangegeven dat hij niet akkoord ging met zijn ontslag, dat volgens A&D Techniek zou zijn ingegaan op basis van een e-mail van 1 augustus 2021. De kantonrechter oordeelde dat A&D Techniek het loon van eiser niet mocht verrekenen met door hem verrichte betalingen aan derden, en dat eiser recht had op zijn achterstallige salaris. De kantonrechter heeft A&D Techniek veroordeeld tot betaling van € 3.063,76 bruto aan achterstallig salaris en het overeengekomen loon van € 1.536,- bruto per vier weken vanaf 9 oktober 2021. Daarnaast is A&D Techniek veroordeeld tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering tot toelating tot de werkvloer werd afgewezen, omdat eiser had aangegeven niet meer bij A&D Techniek te willen werken vanwege een verstoorde arbeidsrelatie. De proceskosten werden aan A&D Techniek opgelegd, aangezien zij grotendeels in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9486597 VV EXPL 21-43
uitspraak: 15 november 2021
vonnis in kort geding van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats eiser],
eiser,
gemachtigde: mr J.O. Bohr,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A&D Techniek B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
die procedeert bij [naam 1].
Partijen worden hierna aangeduid als ‘[eiser]’ en ‘A&D Techniek’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
1. de dagvaarding van 25 oktober 2021, met producties.
De mondeling behandeling heeft plaatsgevonden op 1 november 2021. [eiser] is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. J.O. Bohr voornoemd. Namens A&D Techniek is [naam 1], directeur, verschenen.

2..De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2
De formele bestuurder van A&D Techniek is [naam bedrijf 1] De onderneming wordt feitelijk bestuurd door [naam 1], die bestuurder is van [naam bedrijf 1]
2.3
[eiser] is op 22 april 2019 in dienst getreden bij A&D Techniek in de functie van boekhoudkundig medewerker. De arbeidsovereenkomst is na vier verlengingen op 22 april 2021 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2.4
Bij e-mailbericht van 1 augustus 2021 heeft A&D Techniek het volgende aan [eiser] bericht:
“Ik ben aangehouden in Turkije. Ik zal binnenkort vrij. Ik heb geld nodig om advocaat te betalen. Daardoor heb ik geld overgemaakt naar [naam 2]. Je mag niet meer mijn bank passen gebruiken. Namens mij Je mag niet voor nieuwe bank pas aanvragen. Anders ga ik aangifte doen. Ik wil niet meer deze wijze met je werken. En ik wil geen meer salaris kosten betalen. […]”
2.5
Door [eiser] is hierop gereageerd bij e-mailbericht van 2 augustus 2021. Daarin staat, voor zover hier van belang, het volgende:
“[…] Nu terug naar jou mail, je schrijft hierin dat je niet verder met me wil werken, op zich best echter zou ik je dan wel willen vragen om een ontslag brief aan mij te sturen met de redenen van mijn ontslag, rekening houdend met een opzegtermijn en afwikkeling van salaris betalingen. Ik zal je in ieder geval alvast mededelen dat ik niet akkoord ben met mijn ontslag. Aangezien er voor mij geen gegronde reden is. […] Alle handelingen die er deze weken uitgevoerd zijn zijn in opdracht van [naam 3] gegaan, alles is met hem overlegd aangezien jij er niet was.
[…] Ik wil je alvast mededelen dat ik mijn salaris van periode 8 wel wens te ontvangen, gebeurd dit niet zal ik dit zelf gaan aanvechten.”
2.6
Bij brief van 9 augustus 2021 heeft [eiser] nogmaals aan A&D Techniek aangegeven dat hij beschikbaar is voor werk en dat hij recht heeft op doorbetaling van loon.

3..De vordering

3.1
[eiser] vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bij wijze van voorlopige voorziening A&D Techniek wordt veroordeeld tot:
I. betaling van het achterstallig salaris vanaf 14 augustus 2021 tot 9 oktober 2021 ter hoogte van € 3.328,- bruto, te vermeerderen met 8,33% vakantietoeslag en overige emolumenten;
II. betaling van het salaris vanaf 9 oktober 2021 (zoals ter zitting nader toegelicht) ter hoogte van € 1.536,- bruto per vier weken, te vermeerderen met 8,33% vakantietoeslag en overige emolumenten tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd;
III. om binnen 7 dagen na dit vonnis aan [eiser] deugdelijke salarisspecificaties vanaf 14 augustus 2021 tot heden (en toekomstig) te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag, voor iedere dag dat A&D Techniek hier niet aan voldoet;
IV. betaling van de wettelijke verhoging van 50% over het achterstallig loon vanaf 14 augustus 2021 ad € 832,00 bruto en telkens wanneer het loon niet tijdig is voldaan, tot aan de dag van de algehele voldoening;
V. betaling van de wettelijke rente over het bedrag genoemd onder I. vanaf 14 augustus 2021, en telkens wanneer het loon niet tijdig is voldaan, tot aan de dag van de algehele voldoening;
VI. om Van Looijn binnen 24 uur na betekening van dit vonnis toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag, voor iedere dag dat A&D Techniek hier niet aan voldoet met een maximum van € 100.000,-;
VII. betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 654,61;
VIII. betaling van de proceskosten;
IX. betaling van de nakosten.
3.2
Aan zijn vordering heeft [eiser] het volgende ten grondslag gelegd. Op basis van de arbeidsovereenkomst tussen partijen is A&D Techniek gehouden om [eiser] tijdig zijn loon te betalen. Nu A&D Techniek het loon over de maanden augustus en september 2021 niet tijdig heeft betaald, maakt [eiser] aanspraak op de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW. Ook het loon over de maanden oktober en volgende dient tijdig te worden betaald. [eiser] maakt daarnaast aanspraak op zijn salarisstroken vanaf 14 augustus 2021. Volgens [eiser] heeft er geen (rechtsgeldig) ontslag plaatsgevonden. Hij wil dan ook weer worden toegelaten tot het werk voor het verrichten van de bedongen arbeid. [eiser] heeft een spoedeisend belang, aangezien hij door het uitblijven van de loonbetalingen in de financiële problemen dreigt te raken. Daarnaast vordert [eiser] wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
3.3
A&D Techniek heeft verweer gevoerd. Daarop zal – voor zover van belang – hierna worden ingegaan.

4..De beoordeling

4.1
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiser] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat spoedeisend belang is reeds vanwege de aard van de vordering (betaling van loon) gegeven, zodat [eiser] ontvankelijk is in zijn vordering.
4.2
In kort geding dient, mede op basis van hetgeen naar voren is gebracht, te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten feiten en omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
Achterstallig salaris
4.3
A&D Techniek heeft ter zitting erkend dat zij het loon van [eiser] vanaf augustus 2021 niet heeft betaald, zodat de vordering tot betaling daarvan in beginsel kan worden toegewezen. De kantonrechter begrijpt uit het verweer van A&D Techniek dat zij zich op het standpunt stelt dat zij het loon van [eiser] niet verschuldigd is omdat [eiser], zonder toestemming, betalingen vanaf de rekening van [naam bedrijf 2] aan [naam bedrijf 3] heeft verricht, met de pinpas geldbedragen heeft opgenomen en op 19 juli 2021 het salaris naar zichzelf heeft overgemaakt. [eiser] erkent dat hij tijdens de afwezigheid van [naam 1] (mede namens A&D Techniek) betalingen heeft verricht en zichzelf zijn salaris heeft uitbetaald, maar voert aan dat hij, in opdracht van [naam 1], de ‘boel draaiende’ moest houden. Voor zover A&D Techniek heeft bedoeld te stellen dat zij het loon van [eiser] mag verrekenen met door hem ten onrechte verrichte (pin)betalingen, geldt dat, gelet op de uiteenlopende standpunten van partijen, nader onderzoek naar de feiten nodig is om vast te kunnen stellen hoe een en ander is gelopen, mede in aanmerking genomen dat een (groot) deel van de gedane betalingen afkomstig is van andere vennootschappen dan A&D Techniek. Voor een dergelijk onderzoek is in het kader van dit kort geding geen plaats. In het kader van dit kort geding moet het ervoor worden gehouden dat A&D Techniek de door [eiser] gedane betalingen niet kan verrekenen met diens loon.
4.4
Het voorgaande leidt er dan ook toe dat A&D Techniek het achterstallig salaris aan [eiser] dient te voldoen. Ter zitting heeft [eiser] weliswaar gesteld dat hij vanaf 19 juli 2021 geen salaris meer heeft ontvangen, maar wat daar verder ook van zij, er heeft geen vermeerdering van eis plaatsgevonden en [eiser] heeft achterstallig salaris gevorderd vanaf 14 augustus 2021, zodat het salaris vanaf die datum zal worden toegewezen. De kantonrechter constateert verder dat [eiser] bij de berekening van het achterstallig salaris van € 3.328,- bruto ten onrechte is uitgegaan van twee maanden ofwel 60,83 dagen, terwijl de gevorderde periode van 14 augustus 2021 tot 9 oktober 2021 56 dagen bevat. Gelet hierop is A&D Techniek gehouden een bedrag van € 3.063,76 bruto (€ 54,71 per dag x 56 dagen) aan [eiser] te betalen. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen.
4.5
Ook de door [eiser] gevorderde loontermijnen vanaf 9 oktober 2021 zullen worden toegewezen op basis van € 1.536,- bruto per vier weken. De gevraagde vakantietoeslag wordt pas in juni 2022 opeisbaar en zal daarom niet worden toegewezen.
Wettelijke verhoging
4.6
[eiser] vordert voorts de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het loon vanaf 14 augustus 2021. De aanspraak op wettelijke verhoging betreft niet een vergoeding voor overeengekomen arbeid en evenmin een vergoeding voor geleden schade, maar een prikkel tot tijdige betaling van het loon. Zoals gezegd heeft A&D Techniek aangevoerd dat zij het loon van [eiser] over augustus 2021 niet heeft uitbetaald in verband met verrekening met – in haar visie – door [eiser] ten onterechte uitgevoerde (pin)betalingen. Gelet op de onduidelijkheid op dit punt en omdat [eiser] niet heeft onderbouwd wat zijn spoedeisend belang is bij de uitbetaling van de gevorderde wettelijke verhoging, zal het ter zake gevorderde bedrag van € 832,- niet worden toegewezen.
4.7
De wettelijke verhoging over toekomstige loonbedragen zal ook worden afgewezen omdat deze loonbetalingen ten tijde van dit vonnis nog niet opeisbaar zijn.
Verstrekken loonstroken
4.8
De in de dagvaarding gevorderde afgifte van deugdelijke bruto/netto-specificaties vanaf 14 augustus 2021 onder verbeurte van een dwangsom zal worden afgewezen, nu [eiser] ter zitting heeft aangegeven hierbij geen spoedeisend belang te hebben. Ten overvloede wordt nog opgemerkt dat A&D Techniek op grond van artikel 7:626 BW verplicht is haar werknemers een schriftelijke specificatie van het uitbetaalde loon te verstrekken.
Toelaten tot het werk
4.9
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling is door A&D Techniek medegedeeld dat zij met het e-mailbericht van 1 augustus 2021 niet heeft bedoeld [eiser] te ontslaan. Dit betekent enerzijds dat A&D Techniek iedere vier weken het loon dient te betalen en anderzijds dat [eiser] de overeengekomen arbeid dient te verrichten als en zodra A&D Techniek dit (weer) van hem verlangt. De vordering van [eiser] dat A&D Techniek hem weer dient toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, zulks op straffe van een dwangsom, zal echter worden afgewezen bij gebrek aan belang. [eiser] heeft immers ter zitting medegedeeld dat hij niet meer bij A&D Techniek
wilwerken wegens een verstoring van de arbeidsverhouding.
Wettelijke rente
4.1
Over het loon wordt voorts de wettelijke rente gevorderd. Deze zal worden toegewezen ten aanzien van het loon over de periodes 9 tot en met 11 (vanaf 14 augustus 2021 tot en met 7 november 2021), telkens vanaf de respectievelijke vervaldata. De wettelijke rente over de loontermijnen daarna zal niet worden toegewezen omdat A&D Techniek met betaling van die toekomstige loonbedragen nog niet in verzuim is.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.11
[eiser] maakt tevens aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De vergoeding waarop ingevolge het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten aanspraak kan worden gemaakt, zal worden berekend aan de hand van de toewijsbare hoofdsom, zijnde een bedrag van € 3.063,76. De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen tot een bedrag van € 521,97 (inclusief btw).
Proceskosten
4.12
A&D Techniek zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
4.13
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op het maximale bedrag van € 124,-.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
treft de volgende voorlopige voorzieningen:
veroordeelt A&D Techniek aan [eiser] te betalen een bedrag van € 3.063,76 bruto ter zake van loon over de periode van 14 augustus 2021 tot 9 oktober 2021;
veroordeelt A&D Techniek aan [eiser] te betalen het overeengekomen loon van € 1.536,- bruto per vier weken vanaf 9 oktober 2021 tot aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
veroordeelt A&D Techniek aan [eiser] te betalen de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de achterstallige loonbetalingen vanaf de respectievelijke vervaldata (het einde van de verschillende loonbetalingsperioden) tot de datum van algehele voldoening;
veroordeelt A&D Techniek aan [eiser] te betalen ter zake van buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van € 521,97 (inclusief btw).
veroordeelt A&D Techniek in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 85,- aan griffierecht, € 125,11 aan dagvaardingskosten en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde;
en indien A&D Techniek niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op € 124,- aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
35789