Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam], h.o.d.n. [handelsnaam],
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 18 november 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door mr. R. de Bondt, vorderde schadevergoeding van gedaagde, die door het gebruik van een gehuurde trekker schade had veroorzaakt aan de brug van het Waterschap Hollandse Delta. De huurovereenkomst tussen partijen bevatte bepalingen over aansprakelijkheid en schadevergoeding. Gedaagde erkende de schade, maar betwistte de omvang en stelde dat eiser niet tijdig had gehandeld om de schade te beperken. De rechtbank oordeelde dat gedaagde onzorgvuldig had gehandeld, maar dat eiser niet aan zijn schadebeperkingsplicht had voldaan. De rechtbank concludeerde dat de vordering van eiser moest worden afgewezen, omdat gedaagde onverschuldigd een hoger bedrag had betaald dan het eigen risico dat hij verschuldigd was. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten.