ECLI:NL:RBROT:2021:12686

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9198484 CV EXPL 21-16102

uitspraak: 17 december 2021

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam,

in de zaak van

[eiser],

wonende in [woonplaats eiser],

eiser,

procederend in persoon,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

NTI B.V.,

gevestigd in Leiden,

gedaagde,

gemachtigde: Active Collecting Control & Services B.V.

Partijen worden hierna aangeduid als ‘[eiser]’ en ‘NTI’.

1..Het verloop van de procedure

1.1

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:

het verzoekschrift van [eiser], ter griffie ontvangen op 12 februari 2021, met producties;
de beschikking van 17 februari 2021, inhoudende een beslissing tot ‘spoorwissel’ in de zin van artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
het exploot van dagvaarding van 4 maart 2021, met producties;
de conclusie van antwoord tevens houdende eis in incident, met producties;
de conclusie van repliek tevens houdende tegenvordering in incident, met producties;
het vonnis in incident van 13 augustus 2021, tevens het vonnis waarbij een mondelinge behandeling is gelast in de hoofdzaak;
de conclusie van dupliek.

1.2

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 november 2021. [eiser] is in persoon verschenen. Namens NTI zijn verschenen [naam 1] (bedrijfsjurist) en [naam 2] (bedrijfsjurist), bijgestaan door [naam 3] en [naam 4] namens de gemachtigde van NTI. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de zitting is besproken.

1.3

De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten:

2.1

[eiser] heeft zich op 21 maart 2020, via de website www.nti.nl, ingeschreven voor de opleiding MBO-niveau 4 tandartsassistent. Het NTI heeft naar aanleiding van deze inschrijving op 21 maart 2020 aan [eiser] een automatische inschrijfbevestiging gestuurd.

2.2

Op de tussen partijen gesloten overeenkomst zijn de ‘Inschrijfvoorwaarden NTI MBO-College’ (hierna: de inschrijfvoorwaarden) van toepassing. In de inschrijfvoorwaarden zijn, voor zover nu van belang, de volgende bepalingen opgenomen:

“
(…)3 Inschrijving en bedenktijd

Door een inschrijving voor een MBO-opleiding van NTI gaat u een

studieovereenkomst aan voor de duur van de opleiding zoals vermeld in de

opleidingsinformatie en verklaart u zich akkoord met de voorwaarden zoals hier

vermeld. Indien er voor de opleiding specifieke voorwaarden van toepassing zijn, dan zijn deze vermeld in de opleidingsinformatie. De opleidingsinformatie, zoals de wijze van starten, het lesgeld, de examenkosten en het studieprogramma, vindt u op de website en/of in de betreffende studiegids van NTI. De diensten en ondersteuning

voortvloeiend uit de studieovereenkomst zijn persoonlijk en niet overdraagbaar.

De overeenkomst komt tot stand zodra NTI uw inschrijving heeft ontvangen en NTI

de ontvangst daarvan heeft bevestigd. Als de inschrijving via internet heeft

plaatsgevonden ontvangt u direct een bevestiging van de overeenkomst per email;

als de inschrijving op andere wijze heeft plaatsgevonden vindt de bevestiging ook per e-mail plaats, maar niet direct.

Er geldt een bedenktijd van veertien dagen vanaf het moment dat wij de inschrijving

aan u bevestigd hebben (herroepingsrecht). U maakt gebruik van het

herroepingsrecht door binnen deze periode per post of e-mail een ondubbelzinnige

verklaring te sturen dat u de overeenkomst wilt ontbinden. Makkelijker is het om

gebruik te maken van het formulier voor ontbinding/herroeping. U kunt dit formulier opvragen bij de Klantenservice van NTI of het downloaden via de

link nti.nl/herroepingsrecht.

Nadat u gebruik hebt gemaakt van uw herroepingsrecht heeft u nog 14 dagen de tijd

om het ontvangen studiemateriaal voldoende gefrankeerd en aangetekend te

retourneren. De kosten van het retour zenden zijn voor uw rekening; bewaart u het

verzendbewijs zorgvuldig tot u van NTI een bericht van ontvangst van het lespakket

hebt gekregen. (…)

10.. Tussentijdse beëindiging

Bij NTI schrijft u zich in voor het complete programma van de opleiding. Tussentijdse opzegging van de opleiding is te allen tijde mogelijk. Tussentijdse opzegging dient schriftelijk, per e-mail of via het meldingensysteem Smile plaats te vinden. U kunt het meldingensysteem Smile vinden op de website van NTI of via de link smile.nl/nti.

Wanneer de opzegging schriftelijk of per e-mail plaatsvindt wordt deze in het

meldingensysteem Smile geplaatst en afgehandeld.

Behoudens de kosten voor eventueel (nog) niet geleverd lesmateriaal blijft bij

tussentijdse opzegging het verschuldigde les- en examengeld over zes

maandtermijnen bij de versnelde en aanbevolen studieduur en negen

maandtermijnen bij de verlengde studieduur verschuldigd vanaf het moment van

opzegging c.q. wordt deze niet gerestitueerd, ongeacht of u al dan niet aan de lessen

en examens hebt deelgenomen. Bij opleidingen met een studieduur van twaalf

maanden of korter, is het volledige les- en examengeld verschuldigd c.q. wordt deze

niet gerestitueerd, ongeacht of u al dan niet aan de lessen en examens hebt

deelgenomen.

Indien u de opleiding tussentijds opzegt, vervalt het recht op het afronden van de

opleiding en het verkrijgen van het erkende diploma. Bij de vaststelling van de datum opzegging wordt de datum waarop de opzegging in het meldingensysteem Smile is ingediend als datum opzegging aangemerkt. Indien u per e-mail opzegt, geldt de verzenddatum van de e-mail en bij een schriftelijke opzegging wordt de datum poststempel als datum opzegging aangemerkt.

De tussentijdse opzegging is pas officieel als u van NTI een bevestiging hebt

ontvangen. Les- en examengeld dat vooruitbetaald is, zal worden terugbetaald onder aftrek van eventueel toegekende kortingen.

Bij het overlijden van de student eindigt de overeenkomst onmiddellijk en vervalt de

resterende betalingsverplichting. (…)”.

2.3

Naast zijn online inschrijving heeft [eiser] per aangetekende post een vrijstellingsverzoek aan het NTI gestuurd. In dit vrijstellingsverzoek heeft hij, voor zover van belang, het volgende verzocht:

“
(…) Ik werk sinds 2008 als tandartsassistent bij Tandzorg.nl en sinds 2015 als assistent kaakchirurgie in het ziekenhuis en bij Tandzorg Chirurgie. Mijn opleiding heb ik gevolgd bij ZADKINE en NHA. Mijn stage heb ik destijds gelopen bij Tandzorgpraktijk Mathenesse. Nu ik verder wilt studeren blijkt dat op mijn diploma geen aantekening vermeld is dat het om een MBO-4 Kwalificatie gaat. Achteraf blijkt dat ik verkeerd was geïnformeerd bij de NHA daar ik mijn opleiding tot tandartsassistent versneld kon afronden.

Middels deze brief verzoek ik u vrijstelling te verlenen voor de stage.

Ik ben bereid de gehele opleiding te volgen, alle proeve van bekwaamheid in de praktijk af te leggen en deel te nemen aan alle examens. (…)”.

2.4

Op 23 maart 2020 heeft [eiser] van NTI een definitieve inschrijfbevestiging ontvangen.

2.5

De opleiding MBO-niveau 4 tandartsassistent is op 23 maart 2020 gestart.

2.6

Op 14 april 2020 heeft NTI aan [eiser] verzocht om een ontbrekend formulier, dat noodzakelijk is voor de beoordeling van zijn vrijstellingsverzoek, in te vullen en op te sturen.

2.7

[eiser] heeft het ontbrekende formulier op 20 april 2020 opgestuurd. Hij heeft hiervan op 21 april 2020 een ontvangstbevestiging ontvangen. In de ontvangstbevestiging staat dat het formulier is doorgestuurd naar de vrijstellingscommissie.

2.8

Op 4 mei 2020 heeft de vrijstellingscommissie van NTI [eiser] geïnformeerd dat zijn verzoek tot vrijstelling is afgewezen.

2.9

In reactie op de afwijzing heeft [eiser] aan NTI op 4 mei 2020 onderstaand bericht gestuurd:

“
Naar aanleiding van het vrijstellingsverzoek zie ik dat alles is afgewezen. Derhalve zou ik de opleiding per direct willen beëindigen.

Kunt u dit administratief in orde maken?”.

2.1

Op 6 mei 2020 heeft NTI, voor zover van belang, onderstaand bericht aan [eiser] gestuurd:

“
(…) U heeft aangegeven uw inschrijving voortijdig te willen stopzetten. Volgt u een competentiegerichte opleiding, dan geldt conform voorwaarden een betalingsperiode van 6 maanden bij de aanbevolen studieduur en 9 maanden bij de verlengde studieduur. De periode van voortijdig beëindigen begint op de datum van het stempel op de aangetekende brief. Voortijdig beëindigen is niet zinvol voor opleidingen waarvan de aanbevolen studieduur 12 maanden of korter is, omdat u geen restitutie/kwijtschelding van het lesgeld ontvangt.

Ingangsdatum van de opleiding: 23 maart 2020

Einddatum na annulering: 26 oktober 2020 totaal nog verschuldigde studiekosten: 1087,03

Evt. te verrekenen korting: 0,00

Inschrijfgeld en evt. acceptkosten: 50,00

Kosten premie-artikel: 0,00

Totaal verschuldigd: 1137,03

Reeds ontvangen 360,58

Totaal nog te betalen: 776,45 (…)”.

2.11

Op 9 juni 2020 heeft NTI aan [eiser], voor zover van belang, het volgende bericht:

“
(…) Ik heb contact gehad met degene die over de vrijstellingsverzoeken ging. Zij heeft teruggezocht wat de redenen zijn van de afwijzingen van de verzoeken.

Dit is het stage gedeelte: vrijstelling afgewezen. Uit de meegeleverde bewijsstukken blijkt dat de stage is gelopen en de werkprocessen zijn behaald. Doordat het diploma is behaald op basis van een verouderd kwalificatiedossier, kan er geen vrijstelling worden verleend voor de stage. (…)”.

2.12

In reactie hierop heeft [eiser] op 15 juni 2020, voor zover van belang, als volgt gereageerd:

“
(…) Uw e-mail is helaas geen antwoord op mijn e-mail.

Mijn inschrijving was onder voorbehoud van de stagevrijstelling. Dit heb ik ook aangegeven in mijn brief. Derhalve verzoek ik u de opleiding kosteloos te beëindigen. Het is voor mij onmogelijk met een 40 uur werkcontract de opleiding te volgen.

Stage lopen terwijl ik al 10 jaar als tandarts/kaakchirurg assistent functioneer en reeds stage heb gelopen begrijp ik niet.

Als de stagevrijstelling niet wordt toegewezen kan ik geen deelnamen aan de opleiding. Dat heb ik destijds ook schriftelijk aangegeven.

Ik verzoek u vriendelijk noch dringend de opleiding kosteloos te beëindigen en mij hiervan een bevestiging te sturen. Tevens verzoek ik u de reeds betaalde bedragen/facturen te restitueren/crediteren. (…)”.

2.13

Op 16 juni 2020 heeft NTI op haar beurt als volgt gereageerd:

“
(…)Annuleren

Annuleren is mogelijk binnen 2 weken na inschrijfbevestiging.

Dat kan je het boekenpakket retour sturen onder de annuleringsvoorwaarden of binnen twee weken het herroepingsformulier in vullen. (…)

Hoe zet ik de opleiding definitief stop

Mocht je dit nog niet hebben gedaan en de opleiding stop willen zetten dan wil je wijzen op een opzegtermijn van 6 maanden. Dit houdt in dat wij je vragen de betaling, vanaf de opzegging, nog 6 maanden te voldoen. (…)”.

2.14

Op 17 juni 2020 heeft [eiser], voor zover van belang, onderstaand bericht aan NTI gestuurd:

“
(…) Inschrijving onder voorbehoud van vrijstelling betekent juridisch:

Dat de inschrijving ongedaan wordt verklaard als de vrijstelling niet wordt toegekend.

Het moment dat het uitslag aan mij bekend werd gemaakt heb ik per omgaande direct gereageerd inzak de kosteloze beëindiging.

Als u niet akkoord ging met dit voorbehoud had u mij moeten informeren alsmede mijn inschrijving niet in behandeling moeten nemen.

Heeft u dit gedaan? Zo ja, op welke wijze?

Uw e-mail wekt de indruk dat u de opleiding niet volgens afspraak/regeling kosteloos wilt beëindigen. Gaarne verzoek ik dan dit ook te bevestigen binnen zeven werkdagen na heden.

Gelet op de reeds geleden en nog te lijden financiële schade kan ik verder niet permitteren. Derhalve zal ik juridisch hulp moeten inschakelen voor rechtsbijstand. (…)”.

2.15

NTI heeft op 18 juni 2020, voor zover van belang, als volgt gereageerd:

“
(…) Jammer om te vernemen dat jij je genoodzaakt voelt om juridische hulp in te schakelen, maar uiteraard ben je hier volledig vrij in. Indien je onder voorbehoud wilt inschrijven is het belangrijk dat NTI hier direct van op de hoogte is op het moment dat jij je inschrijft. Een Studieadviseur had jou een ‘tijdelijke’ inschrijving kunnen bieden, en kan ervoor zorgen dat jouw studie pas volledig opgestart zou worden als je de vrijstellingsuitslag ontvangen had. Helaas is dit proces nu niet terug te draaien. (…)”.

2.16

Op 28 september 2020 heeft [eiser] van zijn mentor bij NTI onderstaand bericht ontvangen:

“(…) Ik weet niet zeker of ik je op de juiste manier van dienst kan zijn, omdat het studentnummer dat je in jouw mail doorgeeft uitkomt op een inmiddels geannuleerde opleiding MBO Tandartsassistent. Volgens deze gegevens zijn praktijkdagen voor jou dus niet langer van toepassing onder dit studentnummer. Zou je willen controleren of je ons het juiste studentnummer hebt doorgegeven, of het ons aangeven als er onduidelijkheden zijn over de annulering van deze opleiding? (…)”.

2.17

[eiser] heeft in totaal € 931,74 aan opleidingskosten aan NTI betaald, te weten zes facturen van ieder € 155,29.

3..De vordering

3.1

[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, NTI te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 931,74, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 28 september 2020, althans de dag van dagvaarding, tot de dag van volledige betaling, alsook een door de kantonrechter te bepalen bedrag aan schadevergoeding wegens de door [eiser] geleden materiële en immateriële schade als gevolg van de door NTI gedane eenzijdige beëindiging van de opleidingsovereenkomst, met veroordeling van NTI in de kosten van de procedure.

3.2

Aan de vordering heeft [eiser] - samengevat en voor van belang - ten grondslag gelegd dat NTI onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door de tussen partijen gesloten opleidingsovereenkomst eenzijdig te annuleren, terwijl NTI het volledige cursusgeld heeft geïncasseerd en geen tegenprestatie heeft geleverd.

4..Het verweer

4.1

Het verweer van NTI strekt tot afwijzing van de vordering, met uitzondering van het bedrag van € 155,29. Zij heeft daartoe, voor zover van belang, aangevoerd dat er nimmer sprake is geweest van een tijdig gemaakt, dan wel tussen partijen overeengekomen, voorbehoud. [eiser] heeft zich op 21 maart 2020 via internet ingeschreven voor de MBO opleiding Tandartsassistent. Op dezelfde dag heeft NTI ook een inschrijvingsbevestiging aan [eiser] gestuurd. Op grond van artikel 3 van de toepasselijke algemene voorwaarden is op dat moment de overeenkomst tussen partijen tot stand gekomen. De opleiding is op 23 maart 2020 gestart. Op deze dag is ook de definitieve inschrijfbevestiging, met alle details van de overeenkomst, aan [eiser] gestuurd.

4.2

Voor zover [eiser] stelt dat hij gelijktijdig met zijn inschrijving van 21 maart 2020 een vrijstellingsverzoek heeft ingediend, wordt dat door NTI betwist. Zij heeft toegelicht pas op 14 april 2020 het betreffende vrijstellingsverzoek te hebben ontvangen. Het had op de weg van [eiser] gelegen om dit vrijstellingsverzoek voorafgaand aan zijn inschrijving aan NTI voor te leggen. Nadat op 4 mei 2020 de uitslag van het vrijstellingsverzoek aan [eiser] is gecommuniceerd heeft [eiser] er zelf voor gekozen de opleiding eenzijdig en per direct stop te zetten. Op grond van artikel 10 van de algemene voorwaarden, en zo ook blijkt uit de opzeggingsbevestiging van 6 mei 2020, was [eiser] vanaf dat moment nog zes maanden studiekosten verschuldigd. Gelet op deze termijn is de einddatum door NTI bepaald op 26 oktober 2020. Bij het bepalen van deze einddatum heeft NTI een rekenfout gemaakt die voor haar eigen rekening en risico komt, zodat op grond van de hierboven genoemde einddatum bij [eiser] enkel de studiekosten tot en met 22 oktober 2020 in rekening zijn gebracht. Het door [eiser] gevorderde bedrag aan restitutie voor de reeds in rekening gebrachte kosten dient op grond van bovenstaande dan ook te worden afgewezen. Daarbij heeft NTI er tevens op gewezen dat [eiser] ook na zijn opzegging van 4 mei 2020 nog zes maanden heeft doorgestudeerd en tot en met eind september 2020 actief lessen heeft gevolgd, waarbij hij bovendien 5 examens heeft gemaakt, de laatste twee op 22 september 2020.
Tot slot betwist NTI dat er sprake is van een onrechtmatige daad dan wel wanprestatie. De niet onderbouwde gevorderde (materiële en immateriële) schadevergoeding dient vanwege het ontbreken van enige onderbouwing dan ook te worden afgewezen.

4.3

Voor wat betreft de algemene voorwaarden heeft NTI toegelicht dat deze tijdens het online inschrijfproces aan [eiser] ter hand zijn gesteld. Bij de laatste stap van het inschrijvingsproces is vereist dat [eiser] moet aangeven akkoord te gaan met de algemene inschrijfvoorwaarden. Door op het woord ‘inschrijfvoorwaarden’ te klikken komt men direct op een aparte pagina met relevante voorwaarden. De voorwaarden kunnen daar, in overeenstemming met artikel 6:234 lid 2 BW, worden ingezien of opgeslagen voor latere kennisname. Als niet akkoord wordt gegaan met de voorwaarden, kan het inschrijfproces niet worden voltooid. De voorwaarden van NTI zijn dus wel degelijk tijdig aan [eiser] ter hand gesteld.

4.4.

NTI heeft erkend dat [eiser] nog recht heeft op terugbetaling van het bedrag van
€ 155,29. Dat bedrag heeft hij betaald op 11 september 2020 en die betaling heeft betrekking op de periode van 23 september 2020 tot en met 22 oktober 2020 gedurende welke maand [eiser] geen onderwijs meer heeft gevolgd.

5..De beoordeling van de vordering

5.1

Tussen partijen is allereerst in geschil of [eiser] bij het aangaan van de overeenkomst met NTI al dan niet een voorbehoud heeft gemaakt.

5.2

De stelling van [eiser] dat hij bij het aangaan van de overeenkomst een voorbehoud heeft gemaakt, inhoudende dat hij de overeenkomst enkel wilde aangaan als hij werd vrijgesteld voor het onderdeel stage, wordt gepasseerd. NTI heeft namelijk gemotiveerd betwist dat [eiser] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst (telefonisch), dan wel bij het sluiten van de overeenkomst (online) een voorbehoud heeft gemaakt. [eiser] heeft zijn stellingen ter zake vervolgens niet nader onderbouwd, terwijl dit wel op zijn weg had gelegen. Ook uit de brief van 21 maart 2020, die op 14 april 2020 - zoals door [eiser] niet is weersproken - door NTI is ontvangen, volgt niet dat een voorbehoud wordt gemaakt. Die brief betreft immers enkel een verzoek tot vrijstelling voor het onderdeel stage.

5.3

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat op 21 maart 2020 tussen [eiser] en NTI een overeenkomst tot stand is gekomen, zonder dat [eiser] daarbij een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van de stageverplichting.

5.4

Vervolgens ligt ter beoordeling voor de vraag of op de tussen [eiser] en NTI gesloten overeenkomst de inschrijfvoorwaarden van toepassing zijn, nu [eiser] zich op het standpunt heeft gesteld dat de inschrijfvoorwaarden niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan hem ter beschikking zijn gesteld of de toepasselijkheid daarvan in de inschrijfbevestiging is aangegeven en de inschrijfvoorwaarden derhalve vernietigd zouden moeten worden.

5.5

Op grond van artikel 6:233 sub b BW is een beding in algemene voorwaarden onder meer vernietigbaar, indien de gebruiker (hier NTI) aan de wederpartij (hier [eiser]) niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. De gebruiker heeft deze mogelijkheid aan de wederpartij geboden, indien de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking zijn gesteld op een zodanige wijze dat deze door hem kunnen worden opgeslagen en voor hem toegankelijk zijn ten behoeve van latere kennisneming (artikel 6:234 lid 2 BW).

5.6

NTI heeft zich onweersproken op het standpunt gesteld dat voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan [eiser] de mogelijkheid is geboden om in de onlineomgeving van NTI op het woord ‘inschrijfvoorwaarden’ te klikken, waarmee [eiser] op een aparte pagina met de relevante voorwaarden terecht zou komen. Daarnaast heeft NTI zich onweersproken op het standpunt gesteld dat deze voorwaarden daar kunnen worden ingezien en opgeslagen voor latere kennisname. Hiermee is aan de vereisten van artikel 6:234 lid 2 BW voldaan. Het beroep van [eiser] op de vernietiging van de algemene voorwaarden slaagt dan ook niet.

5.7

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat op de tussen [eiser] en NTI gesloten overeenkomst de inschrijfvoorwaarden van toepassing zijn.

5.8

Op grond van artikel 10 van de inschrijfvoorwaarden blijft bij tussentijdse opzegging van de opleiding het les- en examengeld over zes maandtermijnen verschuldigd. Het staat niet ter discussie dat [eiser] zijn opleiding bij e-mail van 4 mei 2020 heeft opgezegd. Dit betekent dat [eiser] vervolgens nog zes maandtermijnen les- en examengeld aan NTI is verschuldigd. De door NTI bij [eiser] in rekening gebrachte bedragen hebben betrekking op de maandtermijnen tot en met 22 oktober 2020. Bij [eiser] zijn derhalve niet meer dan zes maandtermijnen (gerekend vanaf de tussentijdse opzegging van zijn opleiding) in rekening gebracht. [eiser] heeft derhalve geen recht op restitutie van deze bedragen, zodat zijn vordering ter zake wordt afgewezen, met uitzondering van het door NTI erkende bedrag van € 155,29 betrekking hebbend op de periode van 23 september 2020 tot en met 22 oktober 2020. Voor toewijzing van de andere door [eiser] gevorderde bedragen bestaat des te minder aanleiding nu NTI onweersproken heeft gesteld dat [eiser] tot en met eind september 2020 actief heeft doorgestudeerd en zelfs 5 examens heeft gemaakt. Genoemd bedrag van € 155,29 dat door NTI erkend is, zal hierna worden toegewezen vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 28 september 2020 tot de dag der algehele voldoening. Voor toewijzing van de gevorderde handelsrente bestaat geen grond, nu sprake is van een consumentenovereenkomst en geen handelsovereenkomst.

5.9

Ten aanzien van de door [eiser] gevorderde (im)materiële schadevergoeding wordt als volgt overwogen. Onrechtmatig handelen kan daaruit bestaan dat sprake is van een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt (artikel 6:162 lid 2 BW). [eiser] heeft op geen enkele wijze gesteld - laat staan onderbouwd - dat van één van de hiervoor genoemde situaties sprake is. Het had, gelet op de gemotiveerde betwisting van NTI, op de weg van [eiser] gelegen om nader te stellen en zo nodig te onderbouwen dat NTI onrechtmatig tegenover hem heeft gehandeld en waaruit dat onrechtmatig handelen dan zou hebben bestaan. Dat heeft [eiser] echter niet gedaan en daarmee heeft hij niet aan zijn stelplicht voldaan. Enkel op grond hiervan wordt de door hem gevorderde schadevergoeding al afgewezen. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen. Ten overvloede wordt nog overwogen dat [eiser] de door hem gevorderde schadevergoeding op geen enkele wijze heeft onderbouwd, terwijl ook dit (in dit stadium van de procedure) van hem mocht worden verwacht. Ook op grond daarvan zou dit gedeelte van zijn vordering niet toewijsbaar zijn.

5.1

[eiser] heeft aan zijn vordering met betrekking tot de (im)materiële schadevergoeding tevens nog in algemene bewoordingen ten grondslag gelegd dat sprake is van wanprestatie in de zin van artikel 6:74 BW zijdens NTI. Nog afgezien van het feit dat die grond niet nader door [eiser] is onderbouwd, geldt tevens dat van wanprestatie aan de kant van NTI niet is gebleken, nu [eiser] zelf de studieovereenkomst heeft opgezegd.

5.11

Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij wordt [eiser] in de proceskosten van NTI veroordeeld. De proceskosten worden begroot op € 372,00 (drie punten à € 124,00) aan salaris voor de gemachtigde van NTI.

6..De beslissing

De kantonrechter:

veroordeelt NTI om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen de somma van € 155,29, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 28 september 2020 tot de dag der algehele voldoening;

wijst de vordering voor het overige af;

veroordeelt [eiser] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van NTI vastgesteld op € 372,00 aan salaris voor haar gemachtigde;

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en uitgesproken op een openbare terechtzitting.

44485