ECLI:NL:RBROT:2021:12800
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag urgentieverklaring op basis van medische noodzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een urgentieverklaring had aangevraagd, en de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond, die deze aanvraag had afgewezen. De eiser, die in een gelijkvloerse woning op de eerste etage woont, heeft de aanvraag ingediend op basis van medische noodzaak, omdat hij pijn ervaart bij het traplopen en last heeft van vocht en schimmel in zijn woning. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld na een eerdere afwijzing van zijn aanvraag door verweerder, die zich baseerde op een advies van de arts van het Team Sociaal Medische Advisering (SMA). Dit advies concludeerde dat er wel medische problematiek was, maar niet in zodanige mate dat er een dringende noodzaak tot verhuizen bestond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser voldoende procesbelang had, ondanks dat hij inmiddels was verhuisd. Eiser voerde aan dat de afwijzing van de urgentieverklaring onterecht was, omdat er wel degelijk sprake zou zijn van een medisch urgente situatie. De rechtbank oordeelde echter dat het medisch onderzoek door de arts van SMA zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusie van de arts voldoende gemotiveerd was. Eiser had geen aanvullende medische gegevens overgelegd die de juistheid van het advies konden ondermijnen.
De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had besloten om de urgentieverklaring niet toe te kennen, omdat er geen sprake was van een schrijnende situatie die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigde. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.