Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 1 december 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord van 21 januari 2021, met producties;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 23 februari 2021;
- de mondelinge behandeling op 5 juli 2021 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde spreekaantekeningen van mrs. Madu en Mewa.
2..De feiten
X = horizontale richting, haaks op Hertekade
Y = parralel richting, langs de Hertekade
Echter in de Y richting was er geen vrijheid tot verplaatsing van de brug. Door het verplaatsen van de ponton in de Y richting i.c.m. de verplaatsing in de X richting (ponton verder weg van de Hertekade) is de loopbrug achter een obstakel op het dek van het ponton gekomen.
INLEIDING
3..Het geschil
4..De beoordeling
Artikel 8:1002 BW bepaalt weliswaar dat afdeling 1 van titel 11 van boek 8 ook van toepassing is als schade door een binnenschip is veroorzaakt zonder dat sprake is van een aanvaring, maar op grond van het bepaalde in artikel 8:1004 lid 1 BW bestaat er slechts een verplichting tot schadevergoeding indien de schade is veroorzaakt door schuld. [naam eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat sprake is van schuld aan de zijde van Besix. Het enkele feit dat zich een ongeval heeft voorgedaan, is onvoldoende om schuld aan te nemen.
- het inslikken van Maaswater;
- een kneuzing van de ribbenkast links;
- een kneuzing van de rug;
- een kneuzing van het linkerbeen;
- een posttraumatische stressreactie naar aanleiding van dit ongeval, gediagnosticeerd als een posttraumatische stressstoornis.
5..De beslissing
6 april 2022,