ECLI:NL:RBROT:2021:12819

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
23 december 2021
Zaaknummer
C/10/622019 / HA ZA 21-626
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en geschil over de totstandkoming van een overeenkomst tussen SPIE Nederland B.V. en Lyondell Chemie Nederland B.V.

In deze zaak vordert SPIE Nederland B.V. (hierna: SPIE) betaling van een bedrag van € 507.841,66 exclusief btw van Lyondell Chemie Nederland B.V. (hierna: Lyondell) op basis van een Settlement Agreement (SA) die op 22 december 2017 is ondertekend. De vordering is gebaseerd op de stelling dat Lyondell een betalingsverplichting heeft uit hoofde van de SA, terwijl Lyondell zich op zijn beurt beroept op onverschuldigde betaling en vordert dat SPIE een bedrag van € 4.407,66 terugbetaalt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanvaard aanbod is gedaan door SPIE, noch op basis van wilsovereenstemming, noch op basis van gerechtvaardigd vertrouwen, waardoor er geen overeenkomst tot stand is gekomen. De rechtbank wijst de vorderingen van SPIE af en veroordeelt SPIE in de proceskosten. Lyondell wordt eveneens in de proceskosten veroordeeld in de reconventie, waarbij de rechtbank oordeelt dat de vorderingen van Lyondell zijn gebaseerd op de rechtsgevolgen van de vermeende SA, die niet tot stand is gekomen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/622019 / HA ZA 21-626
Vonnis van 22 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPIE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Breda,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.G.M. Roijers te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LYONDELL CHEMIE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.W.A. Meesters te Amsterdam.
Partijen zullen hierna SPIE en Lyondell genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 5 november 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, met productie;
- de akte ter overlegging van een nadere productie van SPIE;
  • de brief van 21 augustus 2020 van de rechtbank, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de spreekaantekeningen van SPIE;
  • de pleitnotities van Lyondell;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 december 2020;
  • de brief van 18 december 2020 van Lyondell met opmerkingen over het proces-verbaal;
  • de brief van 21 december 2020 van SPIE naar aanleiding van het proces-verbaal en de hiervoor genoemde brief van Lyondell.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
SPIE verricht al vele jaren elektrotechnische- en installatiewerkzaamheden (hierna: E&I-werkzaamheden) voor Lyondell. Deze E&I-werkzaamheden bestaan uit i) regulier E&I-onderhoud (maintenance), ii) op zichzelf staande E&I-projecten en iii) periodieke E&I-werkzaamheden in het kader van een turnaround.
2.2.
In het kader van de Turnaround 2017 van de fabriek van Lyondell in de Botlek (hierna: TA 2017) heeft SPIE zowel E&I-werkzaamheden als mechanische werkzaamheden (hierna: M-werkzaamheden) verricht voor Lyondell.
2.3.
De E&I-werkzaamheden met betrekking tot de TA 2017 bestaan uit onderhoud (inspectie/repair) en projecten.
2.4.
SPIE heeft voor het factureren van door haar krachtens een Purchase Order (PO) verricht – en door Lyondell voor akkoord afgetekend – werk een service entry (SE) nummer van Lyondell nodig.
2.5.
Partijen hebben in 2017 onderhandeld over de financiële afwikkeling met betrekking tot door SPIE uitgevoerde werkzaamheden met betrekking tot de TA 2017. Op 30 november 2017 heeft in dat kader tussen [naam 1] (hierna: [naam 1]) van Lyondell en [naam 2] (hierna: [naam 2]) van SPIE een telefonisch overleg plaatsgevonden.
2.6.
Bij e-mail van 11 december 2017 heeft [naam 1] aan [naam 2] het volgende bericht:
“Sinds ons gesprek op 30 november heb ik geprobeerd e.e.a. uit te zoeken met betrekking tot E&I. In dat gesprek dacht ik dat jij aangaf dat LYB [Lyondell; toevoeging rechtbank] in totaal voor E&I (inspec/repair, projecten en materialen) het volgende bedrag zou moeten betalen:
Deel
Bedrag
Projecten
EUR 1,653 MM
Inspectie / Repair
EUR 1,737 MM
Totaal
EUR 3,390 MM
Wij komen uit op een ander bedrag.
Om uit te zoeken waar het verschil door wordt veroorzaakt zou ik je het volgende willen vragen:
1. Klopt het dat LYB in totaal EUR 3,390 MM zou moeten betalen?
2. Is het mogelijk om een overzicht te sturen waarin per purchase order nummer het te betalen bedrag wordt gespecificeerd?”
2.7.
Bij brief van 11 december 2017 heeft SPIE aan Lyondell een voorstel gedaan tot financiële afwikkeling van de M-werkzaamheden. Dit voorstel luidt als volgt:
“1. Payment of a total amount of € 4.000.000 ex VAT for the mechanical TA works, specified as follows:
a
Paid invoices ex VAT (See attachment)
€ 2.032.548,75
b.
Overdue invoices ex VAT (See attachment)
€ 1.602.442,99
c
To be invoiced under amicable settlement ex VAT
€ 365.008.26
Total
€ 4.000.000,00
2. Payment of the positions 1.b. and 1.c. within 14 days as of today;
3. LB and SPIE continue their long standing relationship for mechanical TA and maintenance works,
4. The existing E&I maintenance contract will be extended with a period of 2 years;
5. The contract negotiations between LB and SPIE Sud-Est for the maintenance works in
France will not be influenced by our differences in the Netherlands.”
Daarnaast maakt SPIE in deze e-mail aanspraak op een nog niet gefactureerd bedrag van, afgerond, € 668.000,00 exclusief btw, met betrekking tot E&I-werkzaamheden in het kader van de TA 2017.
2.8.
Als reactie op de onder 2.6 weergegeven e-mail heeft [naam 2] bij e-mail van 13 december 2017 aan [naam 1] het volgende bericht:
“1. Ja, de bedragen zoals genoemd kloppen.
2. In de bijlage een drietal overzichten. Blad1 en Blad2 vertegenwoordigen de E&I TA projecten scope + aanverwante diensten gedurende de TA uitgevoerd door SPIE E&I Construction. Nog te factureren: € 227.743 Blad 3 vertegenwoordigd de E&I Maintenance & Repair scope incl. IBS projecten uitgevoerd door E&I Maintenance. Nog te factureren: € 440.349,-
Tezamen:
€ 668.092,-
We hebben bovengenoemde zaken nog niet kunnen factureren om reden dat de PO en/of SE verstrekking tegen is gehouden door LYB-CC. LYB is inhoudelijk op de hoogte van deze kosten daar hier al meerdere keren om is gevraagd.”
2.9.
Bij e-mail van 13 december 2017 heeft [naam 1] aan [naam 2] bericht:
“Bedankt, hier kom ik al een eind mee maar zou het mogelijk zijn om de volledige lijsten te sturen die optellen tot de EUR 3,390 MM?
Op die manier kunnen we op PO nummer niveau nagaan waar de verschillen zitten”.
2.10.
Bij e-mail van 15 december 2017 heeft [naam 3] namens SPIE aan [naam 1] bericht:
“Projecten:
We hebben een overzicht tot stand weten te brengen voor het projectendeel. Een complexe ‘puzzel' daar er veel met verzamelfacturen gewerkt is waarop meerdere projecten op verschillende PO#/ SE# zijn gefactureerd.
Totaal
€ 1.653kwaarvan reeds gefactureerd € 1.426k (zie bijlage) en nog te factureren € 228k zoals eerder onderbouwd.
Mochten hier nog vragen over zijn dan verneem ik het graag.
Inspectie /Repair:
Voor de maintenance scope (incl. regie comm. /IBS vd projecten) hebben we op basis van regie
gewerkt middels afgetekende weekstaten. Ik verwacht dat hier geen verschillen zijn.
Mochten hier nog overzichten voor benodigd zijn dan verneem ik het graag dan kunnen we deze
gericht samenstellen. Gezien de complexe samenstelling van de bestanden hebben we hier nog even mee gewacht.”
2.11.
Bij brief van 18 december 2017 heeft Lyondell een tegenvoorstel gedaan tot betaling van € 7.000.000,00 exclusief btw voor zowel de M-werkzaamheden als de E&I-werkzaamheden voor de TA 2017. Dit tegenvoorstel luidt als volgt:
“Lyondell proposes to pay Spie an amount of EUR 7,000,000 (ex VAT) as a full and final settlement of all mutual payment obligations under all contracts between Lyondell and Spie for the 2017 turnaround in the Botlek. Lyondell also agrees to extend the current E & I maintenance contract, freezing all its current terms and conditions, for a period of two years after its expiry.”
2.12.
Bij e-mail van 20 december 2017 heeft [naam 4] (hierna: [naam 4]) van SPIE aan [naam 5] (hierna: [naam 5]) van Lyondell het volgende bericht:
“Kunnen we morgen, donderdagochtend 21 december telefonisch overleg hebben over de één na laatste alinea van jullie brief om alles helder te hebben. Volgens mij hebben we het dan over het volgende:
Financieel:
1. Jullie bieden 7.000.000,- Euro ex BTW voor de gehele stop.
2. Wij hebben geboden 7.391.307,- Euro ex BTW voor de gehele stop; 4.000.000,- voor het mechanische deel en 3.391.307,- voor het E&I deel.
3. We hebben tot op heden 6.512.697,18 ex BTW gefactureerd en hiervan is 1.602.442,99 ex BTW nog niet betaald.
E&I contract:
4. Jullie stellen voor het huidige E&I contract te verlengen met 2 jaar.
5. Het huidige contract loopt tot en met 2019, dus verlenging loopt tot en met 2021.
6. De opmerking "freezing all its current terms and conditions", betekent dat alles wat we zijn
overeengekomen in het huidige contract ook van toepassing blijft voor de verlenging.
7. Punt 6. betekent dat 2020 en 2021 "the new price fixed period" (definitie in artikel 2.1.2) zal worden en dat de prijzen in het contract voor 2020 en respectievelijk 2021 bepaald zullen worden volgens het rekenvoorbeeld in Schedule III attachment 6.”
2.13.
Op 21 december 2017 hebben [naam 5] en [naam 4] telefonisch overleg gehad ter zake van de financiële afwikkeling van de E&I-werkzaamheden en de M-werkzaamheden in het kader van de TA 2017. Naar aanleiding daarvan is door Lyondell een ‘Settlement Agreement’ (hierna: SA) opgesteld.
2.14.
De SA is op 22 december 2017 door [naam 5] namens Lyondell ondertekend en toegezonden aan [naam 4].
2.15.
De artikelen 1 en 2 van de SA luiden als volgt:
“Preamble
Whereas:
A. LyondellBasell and Spie entered into an agreement for the performance by Spie of
mechanical work (with number 4600011403) and an agreement for the performance by Spie
of electrical and installation work (with number 4600011200) for the turnaround of
LyondellBasell’s Botlek facilities in 2017, under which agreements several purchase orders
were issued. A non-exhaustive list of these purchase orders is attached to this settlement
agreement as Annex I. Both agreements and the purchase orders issued thereunder are
hereinafter referred to as the "Contract".
(…)
THE PARTIES AGREE AS FOLLOWS:
1. LyondellBasell undertakes to pay Spie the sum of EUR 7.200.000 (excluding VAT)
minus the already paid invoices in connection with the Contract (hereinafter referred to
as the "Settlement Amount”) within 21 days after Parties have reached an agreement
on the allocation of the Settlement Amount to the invoices already issued by Spie in
accordance with article 2.
2. As soon as Parties have duly signed this Agreement, Parties shall discuss and agree which part of the Settlement Agreement shall be allocated to which invoices already issued by Spie. In case the sum of all invoices issued by Spie in relation to the Contract exceeds the Settlement Amount Spie shall issue a credit note to LyondellBasell, so that the total invoiced amount (excluding VAT) equals the Settlement Amount. In case the Settlement Amount exceeds the sum of all invoices issued by Spie in relation to the Contract Spie shall issue a debet note to LyondellBasell, so that the total invoiced amount (excluding VAT) equals the Settlement Amount.
3. Upon payment of the Settlement Amount, all potential claims between the Parties and their affiliated companies arising out of or in connection with the Claims whether known or unknown, irrespective of the legal grounds on which these claims arose, shall be finally fulfilled and settled. For the avoidance of doubt: the Settlement Amount shall include a full and final compensation for all work performed by Spie for the Botlek turnaround. This Agreement, nor payment of the Settlement Amount, shall be deemed to prejudice any warranty rights LyondellBasell may have in connection with the Contract.”
2.16.
[naam 2] heeft diezelfde middag telefonisch aan [naam 1] verzocht om op basis van de administratie van Lyondell een aansluiting te verstrekken tussen de door Lyondell in Annex 1 van de SA opgenomen PO nummers enerzijds en de daarop betrekking hebbende nummers van de door SPIE aan Lyondell voor verstuurde facturen met bijbehorende bedragen anderzijds.
2.17.
Per e-mail van diezelfde dag heeft [naam 1] een overzicht gezonden van PO nummers, telkens met vermelding van het volgens Lyondell bijbehorende factuurnummer en factuurbedrag van SPIE en met vermelding of de betreffende factuur op dat moment volgens Lyondell wel of niet was betaald. Het betreffende overzicht van Lyondell vermeldde geen totaalbedrag.
2.18.
[naam 4] heeft de SA op 27 december 2017 namens SPIE medeondertekend en op diezelfde dag met begeleidende e-mail aan Lyondell retour gezonden. In deze e-mail staat, onder meer, het volgende:
“Hierbij alvast per mail een getekende versie retour en het origineel zal worden opgestuurd.
De factuur om tot aan de overeengekomen EUR 7.200.000,- (ex BTW) te komen bedraagt EUR 660.012,82 (ex BTW). Dit bedrag volgt uit de door Lyondell opgegeven PO nummers in Annex 1. Deze factuur zal vandaag worden opgestuurd.”
Daarnaast verzocht SPIE in deze e-mail om het in de onder 2.22 weergegeven e-mail van 20 december 2017 genoemde bedrag van € 1.602.442,99 exclusief btw te voldoen.
2.19.
Lyondell heeft het bedrag van € 1.602.442,99 aan SPIE betaald, maar het door SPIE op 28 december 2017 gefactureerde restant schikkingsbedrag van € 660.012,82 niet.
2.20.
Bij e-mail van 3 januari 2018 heeft Lyondell SPIE om een nadere onderbouwing gevraagd van het bedrag van € 660.012,82.
2.21.
Bij e-mail van 4 januari 2018 heeft SPIE een onderbouwing verstrekt van het bedrag van € 660.012,82.
2.22.
Bij e-mail van 8 januari 2018 heeft Lyondell aan SPIE een eigen overzicht (hierna: overzicht Sabine) gezonden en daarbij het volgende aan SPIE bericht:
“Zoals beloofd hierbij een opstelling gebaseerd op onze administratie waaruit blijkt dat wij met de aangeleverde se’s van vorige week voor 152k aan onze totale verplichtingen van 7.2 MM hebben voldaan.
De geel gearceerde facturen zorgen voor het verschil.
Hierbij dus het verzoek om deze facturen na te kijken en indien accoord een credit nota te sturen voor de door jouw ingestuurde factuur met nummer 17041988 ad € 660.012,82 ex BTW”
2.23.
Bij e-mail van 11 januari 2018 heeft SPIE aan Lyondell bericht:
“Bedankt voor de SE van 152K als het goed is hebben wij deze per ommegaande gefactureerd. Het onderzoek heeft al met al wat langer geduurd maar we zijn uit het grote verschil.
De totale werkvoorbereiding E&I voor de TA welke is gestart eind 2015 wordt volledige door Lyondell meegenomen in het overzicht terwijl deze activiteiten bij Spie buiten de basis Scope vallen (330K PO 4402519639)
Verder zijn er gedurende 2016 een aantal kleinere projecten opgepakt die Spie buiten de basis scope hebben gelaten ivm levertijden equipment, inspecties, uitvoering etc maar wel door Lyondell in het overzicht worden meegenomen
• Levering + aansluiten HS motoren (PO 4402737446 voor 82k)
• Tube tracing (PO 4402583327 voor 33k)
• Inspecties, vervanging voedingspanelen, aansluiten porto cabins eet.. (PO 4402699775 voor 55k)
• Extra FEED AHPQ-1 (PO 4402695062 voor 30k)
Al deze activiteiten hoorde niet toe aan de basis scope maar zijn wel door Lyondell als zodanig beoordeeld en als Po nummer in Annex I van de settlement Agreement toegevoegd, wat verder nog opvalt is dat wij zeker 12 PO nummers niet herkennen in de lijst.
Dat laatste punt baart me zorgen omdat het lijkt dat die lijst onzorgvuldig is samengesteld.
Vooralsnog zien wij geen aanleiding om een credit nota te sturen, eerst maar helder en duidelijk krijgen wat er nu precies is gesetteld.?”
2.24.
Bij brief van 4 juni 2019 heeft SPIE Lyondell in gebreke gesteld voor de betaling van het bedrag van € 507.841,66 exclusief btw en heeft zij een factuur gevoegd die sterkt tot creditering van haar factuur van 28 december 2017 voor het door Lyondell betaalde (en het onder 2.22 en 2.23 bedoelde) bedrag van € 152.171,16.

3..Het geschil

in conventie

3.1.
SPIE vordert – samengevat – dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Lyondell veroordeelt te betalen:
1. inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur van 28 december 2017 (te weten 28 januari 2018), althans vanaf de afloop van de bij ingebrekestelling van 4 juni 2019 gestelde betalingstermijn (derhalve 26 september 2019), althans vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
2. € 4.847,44 aan buitengerechtelijke kosten;
met veroordeling van Lyondell in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover.
3.2.
De grondslag van de vordering van SPIE betreft nakoming van de betalingsverplichting van Lyondell uit hoofde van de SA, in het bijzonder van het op basis van artikel 2 van de SA nader gefactureerde bedrag van (per saldo, na de creditering van het onder 2.24 genoemde bedrag van € 152.171,16) € 507.841,66 exclusief btw, derhalve € 614.488,40 inclusief btw.
3.3.
Lyondell voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van SPIE in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
in reconventie
3.5.
Lyondell vordert – samengevat – veroordeling van SPIE tot betaling van € 4.407,66, te vermeerderen met btw en de wettelijke rente vanaf 16 januari 2018, althans vanaf 25 mei 2018, althans vanaf vijftien dagen na de datum van de conclusie van antwoord, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, met veroordeling van SPIE in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis.
3.6.
De vorderingen van Lyondell zijn gebaseerd op onverschuldigde betaling.
3.7.
SPIE voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Lyondell in haar vorderingen, althans die vorderingen af te wijzen, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van Lyondell in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4..De beoordeling

in conventie

4.1.
SPIE legt aan haar vordering – samengevat – de volgende stellingen ten grondslag.
4.1.1.
Lyondell heeft in het overzicht Sabine ten onrechte posten verwerkt als behorend tot de E&I-werkzaamheden voor de TA 2017. Aan de eenzijdig bij de SA gevoegde lijst met PO nummers komt geen betekenis toe, omdat die lijst volgens de considerans sub A mede PO's betrof die onder contract 4600011200 waren uitgegeven en dit contract zich – anders dan contract 4600011403 voor de M-werkzaamheden – niet beperkte tot de TA 2017, maar ook zag op regulier E&I-onderhoud en op zichzelf staande E&I-projecten.
4.1.2.
SPIE kan en kon niet worden geacht op enige wijze aan de inhoud van de bij SA meegestuurde lijst met PO nummers te zijn verbonden, omdat i) die lijst niet voorafgaand aan de overeenkomst op 21 december 2017 aan SPIE ter hand is gesteld, die lijst niet is aangekondigd of anderszins is besproken in de gesprekken leidend tot de overeenkomst op 21 december 2017 en die lijst dus geen onderdeel uitmaakt van de overeenkomst die op 21 december 2017 mondeling tussen partijen tot stand is gekomen, ii) in de artikelen van de SA niet naar die lijst is verwezen, iii) die lijst in de SA nergens als een partijen bindende opstelling is gekwalificeerd en iv) [naam 4] in zijn voornoemde begeleidende e-mail van 27 december 2017 uitdrukkelijk heeft aangegeven dat SPIE, om (conform de systematiek van artikel 2 van de SA) tot het overeengekomen Settlement Amount van € 7.200.000,00 exclusief btw te komen, nog een slotfactuur aan Lyondell moest en zou toesturen ter hoogte van € 660.012,82 exclusief btw.
4.1.3.
Bovendien was Lyondell er ten tijde van het tegenvoorstel van 18 december 2017 mee bekend dat SPIE in het kader van de financiële afwikkeling van haar M-werkzaamheden (€ 4.000.000,00) en E&I-werkzaamheden (€ 3.390.000,00) voor de TA 2017 op basis van de aan Lyondell verstrekte specificaties aanspraak maakte op betaling van in totaal, afgerond, € 7.400.000,00 en dat van het bedrag van € 3.390.000,00 nog een gedeelte van € 668.092,99 exclusief btw door SPIE aan Lyondell diende te worden gefactureerd voor E&I-werkzaamheden en dus ook nog door Lyondell aan SPIE diende te worden betaald.
4.2.
Het verweer van Lyondell luidt – samengevat – als volgt.
4.2.1.
SPIE baseert haar nakomingsvordering op een uitleg van de SA die niet strookt met de tekst, noch de bedoeling daarvan, en die bovendien haaks staat op het bepaalde in Annex 1 bij de SA. Uit de considerans van de SA volgt expliciet dat deze betrekking heeft op de tussen partijen gesloten overeenkomsten voor de M-werkzaamheden en de E&I- werkzaamheden voor de TA 2017 en dat in ieder geval alle PO’s opgenomen in Annex 1 vallen onder deze overeenkomsten en (dus) deel uitmaken van de SA. Partijen hebben Annex 1 juist opgenomen in de SA om daarmee af te bakenen welke van PO’s onder de E&I-overeenkomst vielen binnen de scope van de SA.
4.2.2.
Partijen zijn een totaalbedrag van € 7.200.000,00 overeengekomen dat Lyondell aan SPIE zou voldoen en de feitelijk resterende betalingsverplichting van Lyondell bestond uit dit totaalbedrag minus hetgeen Lyondell reeds aan SPIE had voldaan voor de TA 2017 werkzaamheden. Indien alle door SPIE reeds verzonden facturen het bedrag van € 7.200.000,00 zouden overschrijden, zou SPIE nog een creditnota verzenden, zodat het totaal verschuldigde ook in de boekhouding correct op € 7.200.000,00 zou uitkomen. Indien het bedrag van € 7.200.000,00 hoger was dan alle door SPIE reeds verzonden facturen, dan mocht SPIE nog een factuur verzenden zodat het totaal gefactureerde bedrag uiteindelijk op € 7.200.000,00 zou uitkomen. Lyondell heeft het resterende bedrag binnen de overeengekomen termijn voldaan en daarmee de allocatie als bedoeld in artikel 2 SA correct uitgevoerd.
4.2.3.
Partijen hebben uitgebreid onderhandeld en zijn een schikkingsbedrag overeengekomen met een definitief karakter om een einde te maken aan alle onzekerheid omtrent het door Lyondell in verband met de TA aan SPIE verschuldigde. Partijen zijn niet overeengekomen dat zij nog gezamenlijk moesten vaststellen welke facturen moesten worden toegerekend aan het overeengekomen schikkingsbedrag. SPIE heeft zelf op 27 december 2017 aan Lyondell bericht dat zij voor de vaststelling van het restantbedrag een berekening had gemaakt die “volgt uit de door Lyondell opgegeven PO nummers in Annex 1”.
4.3.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4.4.
Kennelijk hadden [naam 4] en [naam 5] op 21 december 2017 een verschillend beeld van het begrip “werk van SPIE ten behoeve van de TA 2017”. In de beleving van [naam 4] was Lyondell bereid het werk van SPIE ten behoeve van de TA 2017 financieel af te wikkelen voor € 7.000.000,00, terwijl SPIE € 7.400.000,00 wilde hebben. Ze sloten een deal voor € 7.200.000,00. Echter, in de beleving van [naam 4] vielen andere werkzaamheden en facturen (en daarmee een ander financieel belang) onder die deal dan in de beleving van [naam 5].
4.5.
[naam 5] heeft de juridische afdeling van Lyondell opdracht gegeven om de SA op te stellen vanuit zijn perceptie van de gesloten deal. Kennelijk heeft [naam 4] de tekst van de SA niet juridisch laten toetsen. De rechtbank acht het aannemelijk dat de SA van de zijde van Lyondell bedoeld is zoals zij stelt, dat door de vermelding van de PO nummers in Annex 1 is afgebakend welke werkzaamheden (in ieder geval) vallen onder het bereik van het “Contract” waarvoor een minnelijke schikking werd getroffen. Dat is naar het oordeel van de rechtbank de meest logische tekstuele uitleg. Het is echter onwaarschijnlijk dat SPIE dit ook zo heeft begrepen. Uit het onder 2.16 vermelde blijkt dat SPIE wel wat twijfels had en wat informatie heeft opgevraagd, maar kennelijk – wat lichtvaardig – heeft gemeend dat het toch wel in orde was.
4.6.
De vraag of een overeenkomst tot stand is gekomen, moet worden beantwoord aan de hand van de regels van aanbod en aanvaarding (artikelen 3:33 en 3:35 BW jo. 6:217 BW). Daarbij komt het aan op hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en de betekenis die partijen redelijkerwijze aan die verklaringen over en weer hebben kunnen geven. Daarbij zijn alle relevante omstandigheden van het geval van belang. Het na het telefoongesprek op 21 december 2017 ondertekende stuk omvat de perceptie van Lyondell. Naar het oordeel van de rechtbank is de wil van SPIE er niet op gericht geweest om daarmee akkoord te gaan. Mogelijk heeft Lyondell daar wel op vertrouwd. De rechtbank is echter van oordeel dat dit vertrouwen, gelet op de gegeven omstandigheden, niet gerechtvaardigd was. Daarbij weegt de rechtbank ook het volgende mee.
4.6.1.
SPIE heeft niet alleen de SA ondertekend, maar heeft daarbij ook direct aangegeven op welk bedrag zij in haar perceptie ‘dus’ aanspraak kon maken, namelijk het verschil tussen het in haar visie ter zake van de relevante werkzaamheden reeds gefactureerde en het overeengekomen schikkingsbedrag. Het verschil in perceptie tussen partijen kwam daarmee tot uiting. SPIE verwees weliswaar naar de PO’s, zoals door Lyondell aangevoerd, maar SPIE heeft daar inhoudelijk haar factuur niet op gebaseerd. Op het door SPIE genoemde bedrag heeft Lyondell gereageerd met het haars inziens verschuldigde bedrag.
4.6.2.
Ter zitting heeft [naam 5] ten aanzien van het onder 2.13 vermelde telefoongesprek op 20 december 2017 desgevraagd verklaard:
“Ik weet niet meer of er specifiek is gesproken over een lijst met PO’s.”
En
“U vraagt mij of er specifiek over is gesproken dat de Annex onderdeel zou zijn van de vaststellingsovereenkomst. Daar is niet specifiek over gesproken; dat is gewoon gebeurd.”
Anders dan wat door Lyondell bij conclusie van dupliek in conventie is gesteld, en welke stelling door SPIE is betwist, is dus in het telefoongesprek van 21 december 2017 tussen [naam 5] en [naam 4] niet besproken dat “er een lijst van PO’s [zou] worden opgesteld die werden aangemerkt als behorend tot de TA 2017 (inclusief projecten) en alle verzonden facturen onder die PO’s (terecht of onterecht verzonden) zouden worden betaald tot een maximum van EUR 7,2 miljoen”. Nu dit in het gesprek van 21 december 2021 niet aan de orde is geweest, kon Lyondell daar dus ook niet het gerechtvaardigd vertrouwen aan ontlenen dat de wil van SPIE erop gericht was om akkoord te gaan met het aanbod zoals dat door Lyondell bedoeld was.
4.6.3.
Ook heeft [naam 5] ter zitting verklaard:
“U houdt mij voor dat [naam 4] in zijn e-mail van 20 december 2017 drie punten noemt en vraagt mij of wij hebben gesproken over deze drie punten. Over deze punten hebben wij het niet meer gehad, ik was daar wel klaar mee.”
Daarmee staat vast dat, zoals door SPIE gesteld, [naam 5] in het telefoongesprek van 21 december 2017 de uitgangspunten uit de e-mail van 20 december 2017 van [naam 4] niet (opnieuw) heeft weersproken. In samenhang met de verklaring van [naam 4], door SPIE overgelegd als productie 54:
“Ik heb met het ondertekenen van de Settlement Agreement niet beoogd om op enigerlei wijze van de inhoud van onze mondelinge schikking van 21 december 2017 af te wijken”
acht de rechtbank het aannemelijk dat in de beleving van [naam 4] over het tot op dat moment door SPIE voor de TA 2017 gefactureerde bedrag van € 6.512.697,18 ex btw, zoals genoemd in de onder 2.12 weergegeven e-mail van 20 december 2017, overeenstemming bestond. Ook aan de zijde van [naam 4] was echter geen sprake van het door artikel 3:35 BW vereiste gerechtvaardigd vertrouwen; veeleer van een te lichtvaardig vertrouwen.
4.7.
De conclusie is dan ook dat, nu er eenvoudigweg geen aanvaard aanbod is, noch op basis van wilsovereenstemming, noch op basis van gerechtvaardigd vertrouwen, en dus geen overeenkomst tot stand is gekomen, geen van beide partijen zich op de SA kan beroepen. Gelet hierop wordt de vordering afgewezen.
4.8.
SPIE wordt als de in conventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Lyondell worden begroot op:
- griffierecht 4.030,00
- salaris advocaat
9.642,00(3,0 punten × tarief € 3.214,00)
Totaal € 13.672,00
4.9.
De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals gevorderd.
4.10.
SPIE wordt tevens veroordeeld in de nakosten en de daarover gevorderde wettelijke rente op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in reconventie
4.11.
Lyondell verwijst voor de onderbouwing van deze vordering naar wat zij in conventie heeft aangevoerd. Daarbij stelt zij – samengevat – nog het volgende.
4.12.
In verband met de SA heeft Lyondell aan SPIE een restbetaling van € 152.171,16 exclusief btw, als bedoeld onder 2.24 gedaan. Op enig moment is gebleken dat Lyondell nog meer facturen voor TA-werkzaamheden had betaald dan bij de bepaling van genoemd restbedrag in aanmerking waren genomen. Dit bedrag, van € 4.407,66, wordt teruggevorderd.
4.13.
SPIE betwist dat Lyondell in het kader van de SA een bedrag van € 4.407,66 teveel heeft betaald aan SPIE en voert aan dat Lyondell juist nog een bedrag van € 507.841,66 exclusief btw aan SPIE moet bijbetalen, zoals volgt uit haar stellingen in conventie.
4.14.
Gelet op het oordeel in conventie, dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen, wordt de reconventionele vordering afgewezen. De stelling dat het teruggevorderde bedrag onverschuldigd is betaald, is immers gebaseerd op de rechtsgevolgen van de vermeend tot stand gekomen SA.
4.15.
Lyondell wordt als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van SPIE worden begroot op:
- salaris advocaat
717,00(3,0 punten × factor 0,5 × tarief € 478,00)
Totaal € 717,00
4.16.
De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals in de beslissing vermeld.
4.17.
Lyondell wordt tevens veroordeeld in de nakosten en de daarover gevorderde wettelijke rente op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt SPIE in de proceskosten, aan de zijde van Lyondell tot op heden begroot op € 13.672,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt SPIE in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat SPIE niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af,
5.6.
veroordeelt Lyondell in de proceskosten, aan de zijde van SPIE tot op heden begroot op € 717,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.
veroordeelt Lyondell in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Lyondell niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.8.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman. Het is ondertekend door de rolrechter, en door deze in het openbaar uitgesproken op 22 december 2021.
[3242/1729]