Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam gedaagde 2],
[naam gedaagde 3],
1..De procedure
- de dagvaarding van 3 mei 2021 met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de brief van de rechtbank van 30 juli 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging productie 14 aan de zijde van Grenkefinance van 1 november 2021;
- de spreekaantekeningen aan de zijde van Grenkefinance waarvan alleen hetgeen in punt 15 staat – een vermeerdering van eis – is toegevoegd aan het procesdossier;
- de aantekening van de griffier dat op 1 november 2021 een mondelinge behandeling gehouden is.
Zoals zojuist telefonisch besproken hierbij mijn mail. Wij zijn de eigenaar van de objecten die zijn geleased door Intersupply Shipstores B.V. Deze B.V. is failliet en wij kunnen nu de objecten ophalen en kijken of iemand ze wil overnemen, de curator heeft ze inmiddels vrij gegeven. [naam 3] van [naam bedrijf 2] vermoedde echter dat jullie mogelijk interesse hebben, vandaar dat ik de objecten eerste aan jullie aanbiedt. Als ik het goed heb begrepen, staan de objecten in een pand waarvan jullie de eigenaar zijn. (…)
Uw opmerking omtrent de eigendom van het pand in kwestie verandert de casus niet (wezenlijk).(…) Nieuw is het standpunt van de zijde van uw cliënte dat er op neer lijkt te komen dat er sprake zou zijn van rechtsverwerking want de eigendomsrechten zijn niet binnen 3 maanden (tijdens de ontruimingsperiode) uitgeoefend. (…)”
3..De vordering
4..De beoordeling
“koel-/vries: worden buiten werking gesteld.”Ook heeft Grenkefinance niet betwist dat het pand vanaf november 2020 tot heden voor droge opslag van skateboards en aanverwante zaken wordt gebruikt. Voor opslag van zulke goederen is een koelsysteem niet nodig. Het ter beschikking hebben van het koelsysteem vanaf november 2020 heeft voor [naam bedrijf 1] geen meerwaarde, omdat de huurder het koelsysteem niet nodig heeft. [naam bedrijf 1] is dan ook geen gebruikersvergoeding verschuldigd vanwege de mogelijkheid tot gebruik van het koelsysteem. Evenmin is er om voornoemde redenen sprake van een verrijking van [naam bedrijf 1] , zodat ook het beroep van Grenkefinance op ongerechtvaardigde verrijking niet opgaat.
€ 95,85 aan explootkosten, € 667,-- aan griffierecht en € 1.126,-- aan salaris advocaat (2 punten à € 563,--).