ECLI:NL:RBROT:2021:12966
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake wijziging persoonsgegevens in de basisregistratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen. De eiser had verzocht om wijziging van zijn persoonsgegevens in de basisregistratie personen (brp), maar dit verzoek werd door verweerder afgewezen. Het primaire besluit van 23 juli 2020 werd niet aangetekend verzonden, en het bezwaar van eiser tegen dit besluit werd niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 10 december 2021 was eiser niet aanwezig, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig via een digitale verbinding.
De rechtbank heeft onderzocht of verweerder een deugdelijke verzendadministratie heeft gevoerd. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet voldoende heeft aangetoond dat het primaire besluit daadwerkelijk is verzonden. De rechtbank concludeert dat de termijn voor het indienen van bezwaar niet is ingegaan op de dag na het primaire besluit, omdat er geen bewijs was van verzending. Hierdoor was het bezwaar van eiser tijdig ingediend.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen. Tevens moet verweerder het griffierecht vergoeden en de proceskosten van eiser vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.