ECLI:NL:RBROT:2021:13130

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
C/10/605179 / HA ZA 20-945
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C. Sikkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale handelskoop en rechtsmacht in het kader van het Weens Koopverdrag

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen de Italiaanse vennootschap O'S.R.L. en de Nederlandse besloten vennootschap Flavourz Menswear B.V. over een internationale handelskoop. O'S.R.L. heeft Flavourz in de periode van 9 december 2016 tot en met 16 februari 2017 verschillende facturen gestuurd voor geleverde goederen, maar Flavourz heeft een deel van deze facturen niet betaald. O'S.R.L. vordert betaling van een bedrag van € 73.988,01, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Flavourz betwist de vordering en stelt dat er geen koopovereenkomst is gesloten, en dat de geleverde goederen gebrekkig waren.

De rechtbank heeft allereerst de rechtsmacht beoordeeld. Aangezien O'S.R.L. in Italië is gevestigd en Flavourz in Nederland, is de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De rechtbank concludeert dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van de Brussel I bis-Verordening, omdat Flavourz in Nederland is gevestigd.

Vervolgens heeft de rechtbank het toepasselijke recht vastgesteld. Het geschil betreft een koopovereenkomst die onder het Weens Koopverdrag valt. De rechtbank oordeelt dat Flavourz de koopprijs van € 53.041,64 aan O'S.R.L. moet betalen, omdat Flavourz niet voldoende heeft onderbouwd dat de geleverde goederen gebrekkig waren. De vordering van O'S.R.L. wordt toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De reconventionele vordering van Flavourz wordt afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd is. De proceskosten worden aan Flavourz opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/605179 / HA ZA 20-945
Vonnis van 22 december 2021
in de zaak van
de vennootschap naar Italiaans recht
O'S.R.L.,
gevestigd te Parma, Italië,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. I.A. van Rooij te Tilburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLAVOURZ MENSWEAR B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
oorspronkelijk advocaat mr. M.G.J. Smit te Rotterdam, thans niet langer in rechte vertegenwoordigd.
Partijen worden hierna O'SRL en Flavourz genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 september 2020, met producties 1 tot en met 5;
  • de conclusie van antwoord, tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie;
  • het B2-formulier van de advocaat van Flavourz met de mededeling dat deze zich als advocaat van Flavourz aan de zaak onttrekt, waarna zich voor Flavourz, hoewel daartoe gelegenheid is geboden, geen nieuwe advocaat heeft gesteld;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende akte eisvermindering in conventie, met producties 6 tot en met 12;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 september 2021;
  • de spreekaantekeningen aan de zijde van O'SRL.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Flavourz is een designer store die luxegoederen verkoopt zoals kleding, schoenen en accessoires.
2.2.
O'SRL heeft in de periode 9 december 2016 tot en met 16 februari 2017 aan Flavourz de volgende facturen gestuurd ter zake van geleverde goederen:
- € 31.827.44 van 9 december 2016;
- € 17.841,21 van 4 januari 2017;
- € 8.244,72 van 6 februari 2017;
- € 4.636,40 van 16 februari 2017;
- € 5.117,64 van 16 februari 2017;
Totaal € 67.667,41
2.3.
Na enkele betalingen van Flavourz aan O'SRL staat er op voormelde facturen nog een te betalen bedrag open van € 53.041,64.

3..Het geschil

in conventie

3.1.
O'SRL vordert na de eisvermindering – samengevat en zakelijk weergeven – om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Flavourz te veroordelen tot betaling aan O'SRL van een bedrag van € 73.988,01, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 53.041,64 vanaf 22 september 2020 tot de dag van volledige betaling;
Flavourz te veroordelen in de proceskosten, alsmede de nakosten.
3.2.
O'SRL stelt dat zij met Flavourz een koopovereenkomst heeft gesloten en zij legt nakoming van deze overeenkomst aan de vordering ten grondslag. Uit hoofde van de overeenkomst heeft O'SRL aan Flavourz goederen verkocht en geleverd en is Flavourz betaling verschuldigd van de openstaande facturen voor een totaalbedrag van € 53.041,64. Naast dit bedrag vordert O'SRL een bedrag van € 19.640,95 aan verschenen rente tot en met 21 september 2020 en een bedrag van € 1.305,42 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
Flavourz voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van O'SRL, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen net de wettelijke rente.
in voorwaardelijke reconventie
3.4.
Indien en voor zover wordt geoordeeld dat de vordering van O'SRL gegrond is, vordert Flavourz – samengevat – om O'SRL bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te gebieden afschriften van de volledige WhatsApp-correspondentie tussen Flavourz en O'SRL aan Flavourz te verstrekken op grond van artikel 843a Rv, met veroordeling van O'SRL in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.5.
O'SRL stelt dat uit de WhatsApp-correspondentie, die Flavourz zelf niet meer in haar bezit heeft, moet blijken dat Flavourz jegens O’SRL heeft geklaagd over de geleverde goederen.
3.6.
O'SRL voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Flavourz in haar vordering, althans afwijzing van de vordering, met veroordeling vanFlavourz in de proceskosten.

4..De beoordeling in conventie en reconventie

Rechtsmacht

4.1.
Omdat O'SRL in het buitenland is gevestigd (Italië) en de vordering uit dien hoofde een internationaal karakter draagt, dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De hiervoor genoemde vraag wordt bevestigend beantwoord. Flavourz is gevestigd in Nederland. Op grond van artikel 4 van de in deze zaak toepasselijke Verordening (EU) nr. 1215/2012 van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (Brussel I bis-Vo) is de Nederlandse rechter daarom bevoegd.
Toepasselijk recht
4.3.
Het geschil betreft een koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken, gesloten tussen contractspartijen die zijn gevestigd in staten, te weten Italië en Nederland, die zich hebben gebonden aan het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende lichamelijke zaken (Weens Koopverdrag, hierna: WKV). Op grond van artikel 1 lid 1 sub a van dit verdrag is het WKV van toepassing op het onderhavige geschil.
Nakoming overeenkomst
4.4.
Flavourz betwist dat zij met O’SRL een overeenkomst heeft gesloten, maar deze betwisting snijdt geen hout, nu Flavourz heeft erkend dat zij in de periode eind 2016 tot en met 2017 goederen bij O’SRL heeft ingekocht en dat zij ‘andere kledingstukken geleverd kreeg dan zij had besteld’. Daarmee is de door O’SRL gestelde overeenkomst vast komen te staan. In beginsel heeft O'SRL daarmee op grond van artikel 61 jo. artikel 62 WKV recht op nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen.
4.5.
Flavourz stelt dat een aantal van de goederen die zij heeft ontvangen van O'SRL verkeerd zijn geleverd en dat verscheidene goederen gebreken vertoonden. Flavourz heeft echter niet geconcretiseerd hoeveel en welke goederen er verkeerd zouden zijn geleverd dan wel gebreken zouden vertonen en evenmin wat de aard en ernst van de gebreken zouden zijn geweest. Daarnaast heeft Flavourz ook niet gesteld wanneer zij bij O’SRL over de verkeerd geleverde goederen dan wel de aan de goederen klevende gebreken heeft geklaagd, gelet ook op het in artikel 39 WKV bepaalde vereiste dat de koper er zich binnen een redelijke termijn jegens de verkoper op moet beroepen dat de geleverde zaken niet aan de overeenkomst beantwoorden. Flavourz heeft haar verweer op dit punt dan ook onvoldoende onderbouwd.
4.6.
Uit de reconventionele vordering begrijpt de rechtbank dat Flavourz met behulp van WhatsApp-correspondentie, waarvan O'SRL betwist dat die bestaat, meent te kunnen aantonen dat de geleverde goederen verkeerd of gebrekkig zijn geweest. Om tot bewijs van haar stelling toegelaten te worden, dient Flavourz echter eerst die stelling voldoende te onderbouwen. In 4.5. is reeds overwogen dat daar geen sprake van is.
4.7.
Daarnaast heeft Flavourz nog aangevoerd dat geen sprake is van een deugdelijke sommatie dan wel ingebrekestelling, omdat de sommaties incorrect en niet onderbouwd zouden zijn en geen redelijke termijn tot betaling zouden geven. In reactie hierop heeft O’SRL gesteld dat de in de facturen gestelde betalingstermijn reeds lang is verstreken en dat – daar komt het op neer – het feit dat de in de sommaties genoemde bedragen enigszins afwijken van het thans gevorderde Flavourz niet van haar betalingsverplichting ontslaat. Nu Flavourz niet ter zitting is verschenen, heeft zij hier niet meer op gereageerd, zodat haar verweer op dit punt als onvoldoende onderbouwd gehandhaafd wordt verworpen.
4.8.
Het voorgaande betekent dat Flavourz de koopprijs van de geleverde goederen van in totaal € 53.041,64, waarvan zij de hoogte verder niet gemotiveerd heeft betwist, aan O'SRL dient te betalen. Daarom wordt de vordering in conventie op dit punt toegewezen.
4.9.
O'SRL heeft het bestaan van de door Flavourz in reconventie gevorderde WhatsApp-correspondentie gemotiveerd betwist. Daarnaast is de vordering dermate ruim en algemeen geformuleerd, dat niet van ‘bepaalde bescheiden’ in de zin van artikel 843a Rv kan worden gesproken. Daarom wordt de reconventionele vordering van Flavourz afgewezen.
Wettelijk rente
4.10.
O'SRL heeft op grond van artikel 78 WKV recht op rente over de aan haar verschuldigde hoofdsom van € 53.041,64. Het Weens Koopverdrag bepaalt echter niets over de hoogte van de verschuldigde rente. Voor onderwerpen die niet door het Weens Koopverdrag worden geregeld, volgt - op de voet van artikel 7 lid 2 WKV - het toepasselijk recht uit de Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: Rome I-Vo). Op grond van artikel 3 Rome I-Vo wordt de overeenkomst beheerst door het recht dat de partijen hebben gekozen. Hoewel er in dit geval strikt genomen geen sprake is van een expliciete gezamenlijke rechtskeuze, gaan de stellingen van beide partijen voor wat betreft de rente uit van toepassing van het Nederlandse recht. De rechtbank volgt partijen hier in. De hoogte van de verschuldigde rente wordt dan ook vastgesteld naar Nederlands recht.
4.11.
Flavourz heeft niet betwist dat zij in beginsel de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW is verschuldigd en zij heeft evenmin de hoogte van de gevorderde handelsrente betwist. Wel stelt Flavourz dat de door O’SRL gemaakte aanspraak op wettelijke handelsrente in strijd is met de redelijkheid en billijkheid (als bedoeld in de artikelen 6:2 BW, 6:248 BW en 3:12 BW), omdat O'SRL de wettelijke rente onnodig lang heeft laten doorlopen doordat zij Flavourz niet eerder in gebreke heeft gesteld en niet eerder heeft gedagvaard. De rechtbank overweegt dat alleen in uitzonderlijke omstandigheden toewijzing van de gevorderde wettelijke handelsrente naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn. Dergelijke omstandigheden heeft Flavourz echter niet gesteld. Het bedrag van € 19.640,95 aan verschenen wettelijke handelsrente tot en met 21 september 2020 wordt dan ook toegewezen. Ook de lopende wettelijke handelsrente over het bedrag van de hoofdsom van € 53.041,64 wordt toegewezen vanaf 22 september 2020 tot aan de dag van volledige betaling.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.12.
Op grond van artikel 74 WKV heeft O'SRL recht op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. In het Weens Koopverdrag is niets bepaald over de hoogte van de in aanmerking te nemen buitengerechtelijke incassokosten. Ook hier geldt dat beide partijen met betrekking tot deze kosten uitgaan van de toepasselijkheid van het Nederlandse recht. Daarom zal de hoogte van de voor vergoeding in aanmerking komende buitengerechtelijke incassokosten worden vastgesteld naar Nederlands recht.
4.13.
De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim in ieder geval na 1 juli 2012 is ingetreden, en dat O'SRL voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van € 1.305,42 aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en wordt toegewezen.
Proceskosten
4.14.
Flavourz wordt als de in conventie in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden aan de zijde van O'SRL begroot op:
- dagvaarding € 105,50
- betaald griffierecht € 2.042,00
- salaris advocaat
€ 2.228,00(2 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.375,50
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.15.
Flavourz wordt als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden aan de zijde van O'SRL begroot op € 1.114,00 (2 punten × factor 0,5 × tarief € 1.114,00) aan salaris advocaat.

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Flavourz om aan O'SRL te betalen een bedrag van € 72.682,59, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 53.041,64 met ingang van 22 september 2020 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Flavourz om aan O'SRL te betalen een bedrag van € 1.305,42 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt Flavourz in de proceskosten, aan de zijde van O'SRL tot op heden begroot op € 4.375,50,
5.4.
veroordeelt Flavourz in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, indien Flavourz niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
in reconventie
5.5.
wijst de vordering af,
5.6.
veroordeelt Flavourz in de proceskosten, aan de zijde van O'SRL tot op heden begroot op € 1.114,00,
in conventie en in reconventie
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel. Het is ondertekend door de rolrechter en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2021.
3304/2438/1573