ECLI:NL:RBROT:2021:13160

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2021
Publicatiedatum
10 januari 2022
Zaaknummer
C/10/629623 / JE RK 21-3150
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 20 december 2021 een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan de minderjarige [naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2012. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had op 1 december 2021 een verzoek ingediend om [naam kind] in een gesloten accommodatie te plaatsen voor de duur van zes maanden. Dit verzoek volgde op eerdere beschikkingen waarbij al een machtiging was verleend voor opname in een gesloten accommodatie en de GI was benoemd tot tijdelijk voogd. De kinderrechter heeft de minderjarige op 17 december 2021 gesproken en op basis van de ingediende stukken en de behandeling ter zitting geconcludeerd dat de jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] baat heeft bij de gesloten jeugdhulp, maar ook dat er zorgen zijn over zijn emotionele toestand, waaronder woedeaanvallen en een lichte depressie. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om binnen zes maanden het toekomstperspectief van [naam kind] te bepalen en de mogelijkheden van pleegzorg te onderzoeken. De machtiging is verleend met ingang van 25 december 2021 tot 25 juni 2022.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/629623 / JE RK 21-3150
datum uitspraak: 20 december 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2012 te [geboortplaats kind],

hierna te noemen [naam kind].

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de GI van 1 december 2021, ingekomen bij de griffie op
1 december 2021;
- een instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van
13 december 2021, ingekomen bij de griffie op 13 december 2021.
Voorafgaand aan de zitting heeft kinderrechter mr. M. van Kuilenburg de minderjarige [naam kind] op 17 december 2021 gesproken bij Horizon het Bergse Bos, bijgestaan door
mr. C.J.M. Jansen.
Op 20 december 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord is:
- mr. C.J.M. Jansen namens de minderjarige [naam kind].
Hoewel behoorlijk opgeroepen, is er niemand namens de GI verschenen.

De feiten[naam kind] verblijft bij Horizon, het Bergse Bos.

Bij beschikking van 30 augustus 2021 is een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van
25 september 2021 tot 25 december 2021.
Bij beschikking van 23 september 2021 is de GI benoemt tot tijdelijk voogd over [naam kind].

Het verzoek van de GI

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

Het standpunt van de minderjarige [naam kind]

Namens de minderjarige [naam kind] heeft zijn advocaat zich ter zitting niet verzet tegen het verzoek van de GI. Wel is aangegeven dat het wenselijk is dat voor de afloop van de komende zes maanden het toekomstperspectief van [naam kind] door de GI wordt bepaald. Daarbij dient de GI ook de mogelijkheden van pleegzorg te onderzoeken. Het is in het belang van [naam kind] dat de duur van de plaatsing binnen de gesloten jeugdhulp zo kort mogelijk zal duren. Tijdens gesprekken van de advocaat met [naam kind] heeft [naam kind] telkens aangegeven dat het zijn wens is om bij [naam] te wonen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan nog steeds sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] vanwege ernstige opgroei- en opvoedproblemen in het voorjaar van 2021 bij Horizon het Bergse Bos binnen de gesloten jeugdhulp is geplaatst. [naam kind] heeft baat bij de plaatsing binnen de gesloten jeugdhulp. Hij is leerbaar en laat een prille positieve ontwikkeling op een aantal gebieden zien. Er zijn echter ook nog steeds zorgen over [naam kind]. Zo heeft hij regelmatig last van woedeaanvallen, waarin hij begrensd moet worden. Ook heeft [naam kind] het ingrijpende verlies van zijn vader nog niet verwerkt. Er zijn bij [naam kind] aanwijzingen van een lichte depressie. De gedragswetenschapper heeft ingestemd met het verzoek van de GI en adviseert een voortzetting van de behandeling van [naam kind] binnen de gesloten jeugdhulp.
Gelet op al het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat een voortzetting van de plaatsing van [naam kind] in zijn belang is. Daarom zal een machtiging gesloten jeugdhulp worden verleend voor de door de GI verzochte periode van zes maanden. De kinderrechter geeft de GI wel mee de komende periode voortvarend aan de slag te gaan zodat binnen zes maanden voor de nog jonge [naam kind] duidelijk zal worden wat zijn toekomstperspectief is en wat zijn vervolgplek zal zijn. Daarbij dient de GI ook de mogelijkheden van pleegzorg te onderzoeken. Een plaatsing binnen de gesloten jeugdhulp is immers een uiterst middel en dient gelet op de zeer jonge leeftijd van [naam kind] niet langer dan nodig voort te duren.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 25 december 2021 tot 25 juni 2022.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2021 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 december 2021.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.