Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
wonende te [woonplaats A] ,
verweerder in voorwaardelijke reconventie,
1..[persoon B] ,
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 21 juni 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie, met producties;
- de brief van de rechtbank van 27 augustus 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met producties;
- de aantekening dat op 3 november 2021 de mondelinge behandeling is gehouden;
- de tijdens de mondelinge behandeling door [persoon B] c.s. overgelegde pleitaantekeningen.
2..De vaststaande feiten
Hierna is de bestuurder waar [voornaam persoon A] woorden mee kreeg achter ons aangereden. Bij het volgende stoplicht stapten [voornaam persoon A] uit en liep naar de auto toe, die achter ons aan kwam rijden. Toen ben ik uitgestapt om de boel te sussen. toen is het allemaal zo snel gegaan, de auto ging rijden en het moment erna lag [voornaam persoon A] op de motorkap. [voornaam persoon A] zat op de motor kap van de auto, terwijl de auto met snelle vaart door reed. Toen de auto langs mijn reed heb ik op het zij raam geslagen en geroepen dat hij moest stoppen!!! Toen is [voornaam persoon A] er in de bocht van af gevlogen. Toen reed de auto door. Waarna ik naar [voornaam persoon A] ben gerend en er meerder mensen naar hem toe kwamen om hem eerste hulp te verlenen en 112 te bellen.”
“ongeveer 30 kilometer per uur werd gereden (optrekken bij stoplicht)”,dat hij niet kan beoordelen wie welke verkeersfouten heeft gemaakt en dat de oorzaak van het ongeluk naar zijn mening te maken had met
“een verkeersruzie (voorrang?)”.
3..De vordering, de grondslag en het verweer
4..De beoordeling van het geschil
nadat[persoon B] was gaan rijden. Anders dan [persoon A] betoogt, kan in randnummer 52 van de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie niet een erkenning worden gelezen van de door [persoon A] bepleite – andersluidende – toedracht.
“om even verhaal te halen”en dat hij snapt dat [persoon B] heeft kunnen denken
“dat zo'n persoon dan komt vechten”volgt dat de gemoederen hoog waren opgelopen bij [persoon A] . [persoon B] en [persoon F] hebben verklaard dit als bedreigend te hebben ervaren en zij hebben aangegeven dat zowel [persoon A] als [persoon E] agressief en/of dronken op hen overkwamen. [persoon A] is op de motorkap gesprongen waarbij hij de ruitenwisser, antenne en voorruit van de auto van [persoon B] heeft vernield. Daarnaast heeft [persoon E] hard op de zijruit geklopt, hetgeen de dreiging heeft vergroot. Daarmee is begrijpelijk dat bij [persoon B] de gerechtvaardigde vrees bestond dat hem of zijn minderjarige neef iets zou worden aangedaan. De rechtbank acht in de gegeven omstandigheden dan ook voldoende aangetoond dat sprake is geweest van een door [persoon A] gecreëerde onmiddellijk bedreigende situatie.
“lichtelijk begon te rijden”.[persoon G] heeft als onafhankelijke ooggetuige een geschatte snelheid van
“ongeveer 30 kilometer per uur […] (optrekken bij stoplicht)”genoemd. Daarnaast acht de rechtbank het ook niet aannemelijk dat [persoon B] vanuit stilstand in de bocht waar [persoon A] van de motorkap is gegleden tot een (dergelijk) hoge snelheid is gekomen.
behoudensde aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
5..De beslissing
- € 976,- aan verschotten;
- € 1.126,- aan salaris voor de advocaat;
- voornoemde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;