ECLI:NL:RBROT:2021:13192

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 december 2021
Publicatiedatum
12 januari 2022
Zaaknummer
C/10/616846 / JE RK 21-980
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de uithuisplaatsing van kinderen zonder zitting met instemming van partijen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de uithuisplaatsing van twee kinderen, hierna te noemen [naam kind 1] en [naam kind 2]. De ouders van de kinderen, [naam moeder] en [naam vader], exerceren het ouderlijk gezag. De kinderen verblijven momenteel in een gezinshuis. Eerder, op 26 oktober 2021, was er al een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, die op 7 januari 2022 zou vervallen. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor een periode van een jaar, maar dit verzoek is aangehouden.

De kinderrechter heeft besloten om, met instemming van de partijen, de machtiging tot uithuisplaatsing voor een korte periode van een maand te verlengen, tot 7 februari 2022. Dit besluit werd genomen omdat de behandeling van het aangehouden verzoek niet voor de vervaldatum van de huidige machtiging kon plaatsvinden, gezien de verhindering van de advocaat van de moeder, mr. J.P.M. Castelein. De kinderrechter heeft ook bepaald dat er een zitting zal plaatsvinden op 11 januari 2022, waar de GI, de belanghebbenden, de bijzondere curatoren en de advocaten van de ouders aanwezig moeten zijn.

De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. A.A.J. de Nijs en is in het openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak. De procedure voor hoger beroep moet via een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/616846 / JE RK 21-980
datum uitspraak: 17 december 2021

beschikking verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming &

Jeugdreclassering,hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,

betreffende

[naam kind 1], geboren op [geboortedatum kind 1] 2014 te [geboorteplaats kind 1],

hierna te noemen [naam kind 1],

[naam kind 2], geboren op [geboortedatum kind 2] 2018 te [geboorteplaats kind 2],

hierna te noemen [naam kind 2].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],
advocaat mr. J.P.M. Castelein, kantoorhoudende te Dordrecht,

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader],
advocaat mr. R.A.A.H. van Leur, kantoorhoudende te Dordrecht,

[naam curator 1],

hierna te noemen [naam curator 1], kantoorhoudende te [plaatsnaam 1],

[naam curator 2],

hierna te noemen [naam curator 2], kantoorhoudende te [plaatsnaam 2].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 26 oktober 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de brief van mr. Castelein van 3 december 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het verslag van de bijzondere curatoren van 14 december 2021, ingekomen bij de griffie op 15 december 2021.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind 1] en [naam kind 2] verblijven in een gezinshuis.
Bij beschikking van 26 april 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2]
verlengd tot 7 mei 2022. De kinderrechter heeft bij beschikking van 26 oktober 2021 de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] en [naam kind 2] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 7 januari 2022. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] en [naam kind 2] in een
crisispleeggezin te verlengen voor de duur van een jaar. Een periode van vier maanden
resteert.

De beoordeling

De behandeling van het bij de beschikking van 26 oktober 2021 aangehouden verzoek stond gepland op 22 december 2021. Op 3 december 2021 heeft mr. Castelein aangegeven verhinderd te zijn op deze datum.
Gelet op de vervaldatum van de huidige machtiging tot uithuisplaatsing, te weten op
7 januari 2022, en de onmogelijkheid bij de rechtbank om voordien het verzoek ter zitting te behandelen gezien de door partijen opgegeven verhinderdata, zal de kinderrechter, met instemming van partijen, de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] en [naam kind 2] zonder zitting voor een korte periode verlengen, te weten voor de duur van een maand. Het verzoek wordt voor het overige opnieuw aangehouden tot hierna te noemen zittingsdatum.
Bij beschikking van 26 oktober 2021 heeft de kinderrechter de GI (en de bijzondere curatoren) verzocht een week voorafgaand aan de zitting schriftelijk te rapporten en daarbij te vermelden of het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd. De bijzondere curatoren hebben inmiddels gerapporteerd.
De kinderrechter verzoekt de GI uiterlijk een week voor de hierna te noemen zittingsdatum nader te rapporteren.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] en [naam kind 2] in een voorziening voor pleegzorg tot 7 februari 2022;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de
belanghebbenden, de bijzondere curatoren, mr. Castelein en mr. van Leur in deze zaak zal
plaatsvinden op
11 januari 2022 te 13.00 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam,
Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden
behandeld door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de
belanghebbenden, de bijzondere curatoren, mr. J.P.M. Castelein en mr. R.A.A.H. van Leur;
verzoekt de GI uiterlijk een week voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden en hun advocaten) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.