ECLI:NL:RBROT:2021:13193

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
12 januari 2022
Zaaknummer
C/10/610819 / JE RK 20-3672
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uithuisplaatsing van minderjarigen in afwachting van systemische behandeling

In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 december 2021 uitspraak gedaan over de verzoeken tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De verzoeken zijn ingediend door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die zich zorgen maakt over de huidige woonsituatie van de kinderen bij hun vader. De kinderrechter heeft besloten de verzoeken aan te houden in afwachting van het verloop van een systemische behandeling (MST) die recent is gestart. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er momenteel geen beschikbare plekken zijn in pleeggezinnen of open instellingen voor de kinderen, wat een belangrijke factor is in de beslissing.

De kinderrechter heeft de ouders en de bijzondere curator gehoord, evenals een vertegenwoordiger van de GI. De moeder heeft aangegeven dat zij meer structuur kan bieden dan de vader, maar dat er ook zorgen zijn over de relatie tussen de kinderen en een andere broer. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de ouders goed meewerken aan de behandeling en dat de kinderen naar school gaan. Indien de situatie niet verbetert, kan uithuisplaatsing alsnog noodzakelijk zijn. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk een week voor de volgende zitting op 17 februari 2022 een rapportage te doen over de stand van zaken.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/610819 / JE RK 20-3672, C/10/610878 JE RK 21-5 en
C/10/627778 / JE RK 21-2855
datum uitspraak: 22 december 2021

beschikking

in de zaken van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2006 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2008 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] , hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] ,

mr. [naam bijzondere curator] , hierna te noemen de bijzondere curator,

kantoorhoudende te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 3 september 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het verzoek met bijlagen van de GI van 26 oktober 2021, ingekomen bij de griffie op 28 oktober 2021.
Op 22 december 2021 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. R.A.A.H. van Leur,
- de bijzondere curator,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan mw. [naam hulpverlener] , MST-hulpverlener vanuit De Viersprong.
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.
[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] zijn in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken, maar hebben daarvan geen gebruik gemaakt.

De feiten

het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij de vader.
Bij beschikking van 19 februari 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengd tot 6 maart 2022.

De verzoeken

Het verzoek met zaaknummer C/10/610819:
De GI heeft de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van een jaar. Dit verzoek is bij beschikking van 3 september 2021 in zijn geheel aangehouden.
Het verzoek met zaaknummer C/10/610887:
De GI heeft de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 2] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van een jaar. Dit verzoek is bij beschikking van 3 september 2021 in zijn geheel aangehouden.
Het verzoek met zaaknummer C/10/627778:
De GI heeft de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] in een crisispleeggezin verzocht voor de duur van een jaar.
De GI heeft de verzoeken ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De zorgen zijn de afgelopen tijd enkel toegenomen. De schoolgang van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] is slecht. Zij gaan nauwelijks naar school. De huidige woonsituatie bij de vader is niet goed genoeg. Zij hebben daar onvoldoende structuur en worden onvoldoende begrensd. De hoop is dat MST de vader hierbij gaat helpen. De moeder is strenger voor de jongens. Het zou fijn zijn als [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] vaker naar de moeder toe kunnen. De moeder heeft echter nog een zoon, [naam zoon] . De relatie tussen [voornaam minderjarige 2] en [naam zoon] is dusdanig slecht dat het onveilig is als zij tegelijkertijd bij de moeder verblijven.
Er is momenteel geen plek voor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] , noch in een accommodatie jeugdhulpaanbieder, noch in een pleeggezin. De jeugdbeschermer heeft de jongens wel aangemeld; [voornaam minderjarige 2] bij Auriga en [voornaam minderjarige 1] bij een behandelgroep van De Hoop. Er moet nu iets gebeuren. De jongens lopen inmiddels ontwikkelingsachterstanden op waar zij de rest van hun leven last van gaan hebben. De moeder heeft [voornaam minderjarige 1] aangemeld bij Yulius en [voornaam minderjarige 2] bij Youz. Die hulp is nog niet gestart. MST van De Viersprong is wel recent gestart. ASVZ is betrokken, maar is tot nu toe te weinig effectief gebleken. ASVZ zal daarom niet worden verlengd. Wel wordt nog gezocht naar jongerencoaches voor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] .

De standpunten

Door en namens de moeder is het volgende aangevoerd. De verzoeken zijn al niet toewijsbaar, omdat er geen plek beschikbaar is voor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] . De kinderen gaan bij de vader amper naar school. [voornaam minderjarige 1] trekt de lange uren van School2Care niet en [voornaam minderjarige 2] is gameverslaafd. De moeder zou graag zien dat de jongens vaker bij haar zijn. De moeder is strenger en biedt meer structuur. De moeder zou willen dat de jongens, op ieder moment dat [naam zoon] bij zijn vader is, bij haar zijn. [naam zoon] heeft echter geen vaste dagen waarop hij bij zijn vader is, vanwege onregelmatig werk van de vader. MST is net een week gestart. De effecten hiervan zijn nog niet zichtbaar. MST moet eerst een kans krijgen voordat de jongens op een groep worden geplaatst. Er moet echt iets gebeuren, maar dit is niet het juiste moment voor een uithuisplaatsing. De moeder wist nog niet van de aanmeldingen bij Auriga en De Hoop, maar heeft hier haar twijfels over. Het is niet in het belang van de kinderen dat zij telkens worden overgeplaatst. De moeder heeft fijn contact met de hulpverlener vanuit ASVZ. Wellicht dat deze hulp geïntensiveerd kan worden zodra MST afgerond is.
De bijzondere curator constateert evenals de GI en de moeder dat er geen beschikbare plekken zijn voor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] . De hoop is dat - wanneer de jongens vaker bij de moeder kunnen verblijven en MST recent is gestart - de schoolgang van de jongens op gang komt. Dit moet een kans krijgen. Hopelijk komt Youz daar op korte termijn nog bij. De wachtlijsten van Yulius zijn aanzienlijk. School2Care is nog altijd beschikbaar voor [voornaam minderjarige 1] , maar het is van belang dat wordt afgeweken van de lange dagen. De dagen van 08.00 tot 20.00 uur zijn voor hem te lang waardoor hij afhaakt. [voornaam minderjarige 2] gamet bijna de hele dag. Het is van belang dat nu alvast wordt nagedacht over een natraject zodra MST is afgerond. De ouders zullen dan echt nog wel de nodige ondersteuning kunnen gebruiken. De hulpverlening vanuit ASVZ is daarvoor te weinig intensief gebleken.
De hulpverlener vanuit MST heeft toegelicht dat zij met beide ouders aan de slag gaan en daarbij het hele systeem zullen betrekken (school, familie, de buurt). In totaal gaat het om drie huisbezoeken per week, twintig weken lang. Beide ouders hebben hun toestemming reeds verleend. De aanmeldingen bij Youz en Yulius zijn fijn. De Viersprong kan met deze instanties samenwerken. Ook wordt de samenwerking met ASVZ gezocht. Het is daarom jammer dat de GI voornemens is deze hulpverlening af te sluiten. Zodra MST is afgerond zal er voldoende intensieve hulpverlening voor de beide ouders aanwezig moeten zijn om hen verder te ondersteunen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat van de prille positieve ontwikkeling die begin september gaande was, helaas weinig over is. De schoolgang van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] is opnieuw zeer slecht te noemen. De opvoedsituatie bij de vader sluit niet aan bij wat de jongens nodig hebben. Beide jongens hebben een stevige structuur en begrenzing nodig, iets wat de vader hen niet lijkt te kunnen bieden. Doordat de vader keer op keer niet ter zitting verschijnt, kan dit ook niet met hem besproken worden.
De moeder lijkt beter in staat de nodige structuur en begrenzing te bieden. De kinderrechter acht het van belang dat onderzocht wordt in hoeverre het verblijf van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] bij de moeder kan worden uitgebreid, bij voorkeur met een vast ritme/vaste dagen, ook rekening houdend met [naam zoon] . Positief is dat MST, een vorm van intensieve systeembehandeling, van De Viersprong recent is gestart. Zeker nu er voor de jongens op dit moment in een pleeggezin of een open instelling geen plek is, dient afgewacht te worden of MST aanslaat.
Van beide ouders wordt verwacht dat zij goed meewerken aan deze behandeling en aan de adviezen van de jeugdbeschermer. Van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt verwacht dat zij luisteren naar hun ouders, de jeugdbeschermer, de MST-therapeut en de bijzondere curator en dat zij zoveel als mogelijk naar school gaan. Indien het de ouders en/of de jongens niet lukt zich hieraan te houden, lijkt nog de enige optie een uithuisplaatsing om verder afglijden van de jongens te voorkomen.
Gelet op het voorgaande ziet de kinderrechter aanleiding de verzoeken tot uithuisplaatsing (opnieuw) aan te houden tot hierna te noemen datum. De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk een week voor de hierna te noemen datum een rapportage te doen toekomen over de stand van zaken op dat moment en daarbij te vermelden of de verzoeken worden gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
houdt de beslissing op alle verzoeken aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden, de bijzondere curator en mr. R.A.A.H. van Leur in deze zaak zal plaatsvinden op
17 februari 2022 om 09.30 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbenden, de bijzondere curator en mr. R.A.A.H. van Leur;
gelast de oproeping van mw. [naam hulpverlener] en/of mw. [naam persoon] ,
als informantentegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
gelast de oproeping van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] voor een
kindgesprektegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de GI uiterlijk een week voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden, de bijzondere curator en mr. R.A.A.H. van Leur) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 januari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.