ECLI:NL:RBROT:2021:13373

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2021
Publicatiedatum
8 februari 2022
Zaaknummer
C/10/627536 / FA RK 21-7977
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van de vrije advocatenkeuze in het kader van een crisismaatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die op dat moment in een kliniek verbleef. De officier van justitie had op 25 oktober 2021 verzocht om voortzetting van de op 24 oktober 2021 opgelegde crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling verklaarde de betrokkene dat hij niet door de toegewezen advocaat, mr. T. Gümüs, wilde worden bijgestaan, maar de voorkeur gaf aan een Marokkaanse advocaat. De rechtbank oordeelde dat de afkomst van de advocaat geen rol mocht spelen in de keuze van bijstand, en trok een grens in de vrije advocatenkeuze van de betrokkene. De rechtbank gaf aan dat als de betrokkene volhardde in zijn eis, hij op dat moment niet wilde worden bijgestaan door een advocaat.

De rechtbank beoordeelde de situatie van de betrokkene en concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, onder andere door agressief gedrag van de betrokkene. De psychiater had verklaard dat de betrokkene last had van psychotische klachten en dat er een risico bestond voor de veiligheid van anderen. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling achtte de rechtbank verschillende vormen van verplichte zorg noodzakelijk, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De rechtbank verleende uiteindelijk een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig was tot en met 18 november 2021. Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg en schriftelijk uitgewerkt op 8 november 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/627536 / FA RK 21-7977
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 28 oktober 2021 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, kliniek U te Poortugaal.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 25 oktober 2021, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 24 oktober 2021 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 24 oktober 2021;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 24 oktober 2021;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2021.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene;
  • mr. T. Gümüs;
  • [naam arts] , arts, verbonden aan Antes;
  • [naam co-assistent] , co-assistent;
  • [naam tolk] , tolk in de Marokkaanse taal.
Betrokkene verklaart bij aanvang van de mondelinge behandeling dat hij niet door de toegevoegde advocaat mr. T. Gümüs wil worden bijgestaan. Hij wil bijstand van een Marokkaanse advocaat krijgen. De rechtbank heeft aangegeven dat zij betrokkene niet kan volgen in zijn eis om bijstand door een advocaat van Marokkaanse afkomst te krijgen. Het gaat hem daarbij niet om een taalprobleem, want betrokkene is de Nederlandse taal zeer redelijk machtig en hij wordt tijdens de mondelinge behandeling bijgestaan door een tolk. Kennelijk gaat het hem alleen om afkomst van de advocaat. In zoverre trekt de rechtbank een grens in de vrije advocatenkeuze van betrokkene. De rechtbank heeft betrokkene dit voorgehouden en heeft betrokkene ook voorgehouden dat als hij zou volharden in dat standpunt, hij daarmee aangeeft op dat moment niet te willen worden bijgestaan door een advocaat.
Mr. T. Gümüs is aanwezig gebleven tijdens de zitting, maar zij heeft het standpunt van betrokkene gerespecteerd om niet door haar bijgestaan te worden.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is in de nacht van 24 oktober jl. de woning van zijn buurman binnengedrongen en vertoonde verbaal en fysiek agressief gedrag. De buurman schakelde de politie in en betrokkene werd met een crisismaatregel in Antes opgenomen. De psychiater verklaart dat betrokkene achterdochtig is en veel wedervragen stelt. Hij stelt alles in twijfel met betrekking tot de identiteit en het beroep van de behandelaren. Betrokkene is al twee maanden uit beeld bij de ambulante dienstverlening en heeft vermoedelijk zijn medicatiegebruik gestaakt. Hierdoor is er sprake van een terugval en heeft betrokkene momenteel last van psychotische klachten.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten, het toedienen van vocht en voeding, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het onderzoek aan kleding of lichaam, het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 november 2021.
Deze beschikking is op 28 oktober 2021 mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, rechter, in tegenwoordigheid van C.S. Codrington, griffier, en op 8 november 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.