Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 15 september 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord van 11 oktober 2021, met producties;
- de mondelinge behandeling gehouden op 12 oktober 2021.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een kort geding waarin de vrouw vordert de opheffing van een executoriaal beslag dat is gelegd op haar loon vanwege verbeurde dwangsommen. De dwangsommen zijn opgelegd omdat de vrouw zich niet aan de omgangsregeling met haar minderjarige dochter heeft gehouden, zoals vastgesteld in een eerdere beschikking van de rechtbank. De man, de ex-echtgenoot van de vrouw, stelt dat de vrouw op verschillende data de zorgregeling niet heeft nageleefd, wat heeft geleid tot de verbeurdverklaring van de dwangsommen. De vrouw betwist dit en stelt dat de omgang niet heeft plaatsgevonden door omstandigheden die buiten haar invloed lagen, zoals het meenemen van een telefoon door de dochter tijdens de omgang met de vader.
De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, inclusief de eerdere beschikkingen en de omstandigheden rondom de omgangsregeling. De rechtbank oordeelt dat de vrouw op bepaalde data dwangsommen heeft verbeurd, omdat zij de omgangsregeling niet naar behoren heeft nageleefd. Echter, voor het weekend van 14/15 augustus 2021 heeft de vrouw aangetoond dat er sprake was van overmacht, waardoor het beslag voor dat weekend wordt opgeheven. De rechtbank benadrukt het belang van communicatie tussen de ouders en moedigt hen aan om praktische afspraken te maken in plaats van juridische procedures te voeren.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat het beslag op het loon van de vrouw wordt opgeheven voor de onterecht geïnde dwangsom van het weekend van 14/15 augustus 2021, maar dat de vrouw wel dwangsommen heeft verbeurd voor de andere data. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.