In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 september 2021 een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) afgewezen om een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor een kwetsbare jongen, hierna te noemen [naam kind]. De GI had verzocht om [naam kind] voor vier weken in een gesloten accommodatie te plaatsen, met een aansluitend verzoek voor een verblijf van drie maanden. De gedragswetenschapper heeft echter niet ingestemd met het spoedverzoek, omdat er geen sprake was van onttrekkingsgevaar. De kinderrechter oordeelde dat de opgroei- of opvoedingsproblemen van [naam kind] niet zo ernstig waren dat hij niet tijdelijk bij zijn vader kon verblijven in afwachting van een geschikte plek in een open accommodatie. De kinderrechter stelde vast dat de GI het verzoek te laat schriftelijk had bevestigd en dat de schriftelijke bevestiging meer informatie bevatte dan het telefonische verzoek. Hierdoor voldeed het verzoek niet aan de wettelijke criteria van de Jeugdwet. De kinderrechter heeft het verzoek tot spoedmachtiging afgewezen en verdere beslissingen aangehouden tot na een zitting op 1 oktober 2021, waar de GI, de belanghebbende, [naam kind] en zijn raadsman, mr. P. van Baaren, gehoord zullen worden.