ECLI:NL:RBROT:2021:13422

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 december 2021
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
9187489 VC VERZ 21-312
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor verwerping van nalatenschap namens minderjarige; termijnoverschrijding niet verschoonbaar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot toestemming voor de verwerping van een nalatenschap namens een minderjarige. De verzoekster, die de wettelijke vertegenwoordiger is van de minderjarige, heeft het verzoek ingediend omdat de nalatenschap vermoedelijk negatief is. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 28 april 2021 bij de griffie is ontvangen, na een mondelinge behandeling op 2 december 2021.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de heer [naam erflater] is op 24 december 2018 overleden. Uit de verklaring van erfrecht blijkt dat hij geen uiterste wilsbeschikking heeft gemaakt en dat zijn broer, de verweerder, de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard. De verzoekster heeft een affectieve relatie gehad met de erflater en heeft een minderjarige dochter, [voornaam minderjarige], die de enige erfgenaam is. De verzoekster heeft verzocht om toestemming om de nalatenschap te verwerpen, maar de kantonrechter oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke termijn voor het indienen van het verzoek om machtiging tot verwerping van de nalatenschap is overschreden. De verzoekster had deze termijn niet binnen drie maanden na de vaststelling van het ouderschap ingediend, en de kantonrechter oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De verzoekster was niet tijdig geïnformeerd door haar vorige advocaat, maar dit werd niet als een geldige reden voor de termijnoverschrijding beschouwd. De nalatenschap wordt daarom als beneficiair aanvaard, en de verzoekster werd niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.

De kantonrechter heeft ook aangegeven dat de nalatenschap moet worden vereffend volgens de wettelijke voorschriften en dat de verzoekster, als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige erfgenaam, de rol van vereffenaar op zich neemt. Een subsidiair verzoek om een professioneel vereffenaar te benoemen zal in een aparte beschikking worden behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team kanton
zaaknummer: 9187489\ VC VERZ 21-312
beschikking van 17 december 2021 van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
inzake het verzoek van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats verzoekster] ,
wettelijk vertegenwoordiger en ouder van de minderjarige [naam minderjarige] ,
verzoekster;
advocaat: mr. M.P.J. Frederiks, Den Haag.
Belanghebbende:
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats verweerder] ,
verweerder,
advocaat: mr. M.J. van Dam, Rotterdam.

1..De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:
  • het verzoekschrift, ontvangen ter griffie op 28 april 2021;
  • de aantekening dat een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 december 2021;
  • de overgelegde producties.

2..De feiten

2.1
Op 24 december 2018 is te Rotterdam overleden (althans is op die datum het lijk gevonden van) de heer [naam erflater] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , laatstelijk wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] (hierna: erflater).
2.2
Uit de verklaring van erfrecht d.d. 4 maart 2019 blijkt dat erflater niet bij uiterste wilsbeschikking over zijn nalatenschap heeft beschikt en dat de heer [verweerder] , broer van erflater, op 25 januari 2019 de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard.
2.3
Uit een affectieve relatie tussen erflater en verzoekster is op 19 december 2005 geboren: [naam minderjarige] (hierna: [voornaam minderjarige] ).
2.4
Bij beschikking van deze rechtbank van 21 juni 2013 is aan erflater vervangende toestemming verleend tot erkenning van [voornaam minderjarige] .
2.5
Na het overlijden van erflater is verzoekster tot de ontdekking gekomen dat erflater nooit daadwerkelijk tot erkenning is overgegaan.
2.6
Bij beschikking van deze rechtbank van 5 december 2019 is vastgesteld dat erflater de ouder is van [voornaam minderjarige] .

3..Het verzoek

3.1
Verzoekster verzoekt toestemming om namens [voornaam minderjarige] , die na de vaststelling van het ouderschap op grond van de wet enig erfgenaam van erflater is, de nalatenschap te mogen verwerpen. Zij heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat de nalatenschap (vermoedelijk) negatief is.
3.2
Ook stelt verzoekster dat in het kader van artikel 4:194 lid 2 BW (bedoeld zal zijn artikel 4:193 lid 2 BW) heeft te gelden dat de nalatenschap van erflater geldt als door [voornaam minderjarige] beneficiair aanvaard, aangezien door [voornaam minderjarige] niet binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap [voornaam minderjarige] is toegekomen, een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping is afgelegd.
Verzoekster meent dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, omdat zij door haar voorgaande advocaat nimmer op (het verstrijken van) deze termijn is geattendeerd, en het belang van [voornaam minderjarige] alsnog om een verwerping van de nalatenschap vraagt.

4..De beoordeling

4.1
Ingevolge artikel 4:193 lid 1 BW behoeft een wettelijk vertegenwoordiger van een erfgenaam, voor verwerping een machtiging van de kantonrechter en is de wettelijk vertegenwoordiger verplicht een verklaring van verwerping af te leggen binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap of een aandeel daarin, de erfgenaam toekomt.
4.2
Vast staat dat verzoekster de wettelijke termijn heeft laten verlopen, immers het verzoek om machtiging tot verwerping van de nalatenschap is eerst op 28 april 2021 – zijnde ruim vijftien maanden na datum vaststelling ouderschap – ingediend. Anders dan verzoekster is de kantonrechter van oordeel dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Dat verzoekster door haar vorige advocaat (mogelijk) onjuist is geïnformeerd en niet is geattendeerd op de verwerpingstermijn, komt voor risico van verzoekster. Geoordeeld wordt dat geen sprake is geweest van omstandigheden die de overschrijding van de termijn verschoonbaar maken. De nalatenschap geldt daarom als door [voornaam minderjarige] beneficiair aanvaard. De kantonrechter zal de griffier gelasten om dit aan te tekenen in het boedelregister.
4.3
Voorgaande leidt tot de beslissing verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in het primaire verzoek haar te machtigen de nalatenschap namens [voornaam minderjarige] alsnog te verwerpen.
4.4
Door de beneficiaire aanvaarding moet de nalatenschap worden vereffend volgens de voorschriften gegeven in boek 4, titel 6, Afdeling 3 BW en is verzoekster, in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige erfgenaam, vereffenaar.
4.5
Verzoekster verzoekt subsidiair een professioneel vereffenaar te benoemen, zij acht zichzelf onvoldoende uitgerust en gekwalificeerd om de afwikkeling van de nalatenschap van erflater ter hand te nemen. Omdat de benoeming van een vereffenaar tot de competentie van de sector handel behoort, zal een beslissing op het subsidiaire verzoek bij afzonderlijke beschikking (onder zaaknummer 10/620843 HA RK 21-738) worden gegeven.

5..Beslissing

De kantonrechter:
5.1
verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek;
5.2
verzoekt de griffier aan te tekenen dat de nalatenschap van erflater geldt als beneficiair te zijn aanvaard door [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
452