ECLI:NL:RBROT:2021:13425
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 12 december 2021, en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI) heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen. De ouders van [naam kind] zijn opgeroepen voor de zitting, maar zijn niet verschenen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij een vertegenwoordiger van de GI aanwezig was.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een ontwikkelingsbedreiging voor [naam kind]. De ouders zijn nog niet in staat gebleken om een stabiele en veilige opvoedingssituatie te bieden. Er zijn nog diverse doelen waaraan zij moeten werken, waaronder emotieregulatie en de weerbaarheid van de moeder ten opzichte van de vader. De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de behandeling ter zitting geoordeeld dat het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling moet worden toegewezen, omdat voldaan is aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 12 december 2022 en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. Hermans als griffier. De schriftelijke vaststelling van deze beslissing vond plaats op 17 december 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door belanghebbenden binnen de gestelde termijnen.