ECLI:NL:RBROT:2021:13426

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
2 maart 2022
Zaaknummer
C/10/627351 / JE RK 21-2777
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met onduidelijkheden over de situatie en betrokkenheid van instanties

In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 december 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, had verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij zowel de ouders als vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. Tijdens de zitting kwam naar voren dat er veel onduidelijkheid bestond over de verblijfplaats van de vader en de betrokkenheid van verschillende instanties, waaronder de politie en het ziekenhuis. De vader voerde verweer tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de moeder instemde met het verzoek van de GI, omdat zij het belang van [naam kind] vooropstelde.

De kinderrechter oordeelde dat de GI nader onderzoek moet doen naar de situatie van [naam kind], vooral met betrekking tot de betrokkenheid van de politie en het ziekenhuis. De kinderrechter besloot de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 17 mei 2022, omdat aan het wettelijk criterium werd voldaan. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kinderrechter bepaalde dat de GI uiterlijk een week voor de volgende zitting de stand van zaken aan de kinderrechter moest rapporteren. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling op een later tijdstip, waarbij de kinderrechter de GI verzocht om zorg te dragen voor de beschikbaarheid van tolken voor de ouders. De uitspraak werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/627351 / JE RK 21-2777
Datum uitspraak: 3 december 2021

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

hierna te noemen: [naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2013 te [geboorteplaats kind] ,
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
20 oktober 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 3 december 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de moeder;
- de vader;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 1] en
[naam 2];
- een tolk in de Lingala taal, [naam 3] ;
- een tolk in de Franse taal, [naam 4] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] woont bij de vader.
Bij beschikking van 23 december 2020 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 17 december 2021.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het hoofd van [naam kind] lijkt vol te zitten. De GI heeft samen met de vader geprobeerd een plan te maken om [naam kind] en de moeder met elkaar in contact te brengen. Ondanks dat de vader aangeeft dat hij open staat voor dit contact, heeft [naam kind] het gevoel dat zij geen contact mag hebben met de moeder. Hierdoor lijkt [naam kind] in een loyaliteitsconflict te zitten. Het is belangrijk dat [naam kind] met een onafhankelijke partij gaat praten. Dit zou een maatschappelijk werker vanuit de school kunnen zijn. De vader stemt hier niet mee in. Omdat de vader toestemming moet verlenen voor de inzet van een maatschappelijk werker is het van belang om opnieuw met de vader in gesprek te gaan. [naam kind] moet uiteindelijk meer rust in haar hoofd krijgen, waarna het contact met de moeder op gang kan worden gebracht.

Het standpunt van de belanghebbenden

De vader heeft ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De communicatie met de GI verloopt niet goed. De GI weet niet hoe het zit; zo heeft de GI het telkens over Capelle aan den IJssel terwijl de vader al lang in Rotterdam woont. Momenteel heeft de vader contact met het wijkteam in Rotterdam. Verder heeft de vader contact met Humanitas voor administratieve zaken. De vader begrijpt niet waarom de ondertoezichtstelling verlengd moet worden. Er zijn heel veel verschillende instanties betrokken, waaronder de kinderbescherming, het ziekenhuis en de politie. De politie is betrokken omdat de moeder aangifte heeft gedaan tegen de vader van seksuele intimidatie.
De moeder heeft ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI, omdat dit in het belang is van [naam kind] en de moeder. De moeder heeft [naam kind] al heel lang niet gezien en dit vindt zij geen goede situatie. Ieder kind heeft een moeder en een vader nodig. De moeder geeft aan dat zij de hulp van de GI nodig heeft om toe te werken naar contactherstel met [naam kind] . De moeder vindt het goed dat [naam kind] eventueel in gesprek gaat met een maatschappelijk werker van de school. Verder geeft de moeder aan dat zij niets afweet van een aangifte tegen de vader.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er veel onduidelijkheid bestond en bestaat over onder meer de verblijfplaats van de vader (en [naam kind] ). In de stukken is vermeld dat de vader doordeweeks in Capelle aan den IJssel zou verblijven en in het weekend in Den Haag. Ter zitting heeft de vader verteld dat dat hij al sinds 2019 in een woning in Rotterdam verblijft met [naam kind] . [naam kind] gaat naar school in Capelle aan den IJssel. Verder heeft de vader ter zitting naar voren gebracht dat het ziekenhuis en de politie recent ook betrokken zijn geweest. Bij de GI lijkt dit niet bekend te zijn.
Daarnaast heeft [naam kind] weinig tot geen contact met de moeder. Dit is niet in het belang van [naam kind] . Er zal uiteindelijk naar contactherstel tussen [naam kind] en de moeder toegewerkt moeten worden.
De kinderrechter is van oordeel dat de GI voorlopig nog betrokken moet blijven. Er is veel onduidelijk over de situatie van [naam kind] . Zij lijkt enerzijds last te hebben van de situatie, maar krijgt anderzijds geen begeleiding. De omgang met de moeder is onvoldoende van de grond gekomen, zonder dat duidelijk is geworden waardoor de stagnatie opgetreden is. Daarnaast lijkt de GI niet op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen. De kinderrechter is van oordeel dat de GI nader onderzoek moet doen naar vorenstaande, met name de gestelde betrokkenheid van de politie en een ziekenhuis, dat de GI moet bezien wat in het belang van [naam kind] is en dat de GI met spoed daarnaar moet handelen.
De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de hierna vermelde termijn, omdat voor die termijn nog zeker aan het wettelijk criterium wordt voldaan, en het overige verzochte aanhouden tot de hierna genoemde zittingsdatum. Uiterlijk een week voor deze zitting dient de GI de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden) nader te informeren over de stand van zaken.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 17 mei 2022;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige aan en bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot
20 april 2022 om 11.30 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam te Wilhelminaplein 100-125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI en de belanghebbenden;
bepaalt dat de GI zorg draagt voor de beschikbaarheid van tolken voor de beide ouders;
verzoekt de GI uiterlijk een week voor de genoemde datum de kinderrechter – met afschrift aan de belanghebbenden – de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. Hermans, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 17 december 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.