In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 7 december 2021, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een 16-jarige minderjarige, aangeduid als [naam kind], besproken. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 7 september 2021 en zou aflopen op 1 januari 2022. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind], die te maken heeft met structureel schoolverzuim en onderliggende systemische problemen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de stiefvader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] al twee maanden niet op school is geweest en dat er niemand is die hem adequaat kan motiveren en begeleiden. De GI heeft aangegeven geen meerwaarde te zien in de verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de moeder en stiefvader hopen op verbetering van de situatie als [naam kind] een MBO-opleiding gaat volgen. De kinderrechter oordeelt dat, ondanks de leeftijd van [naam kind], hulpverlening in een verplicht civiel kader noodzakelijk is, gezien de rol van de ouders in zijn opvoeding en begeleiding.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 7 september 2022, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na betekening van de beschikking.