ECLI:NL:RBROT:2021:13433

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 december 2021
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
C/10/617712 / JE RK 21-1155
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in verband met schoolverzuim en systemische problemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 7 december 2021, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een 16-jarige minderjarige, aangeduid als [naam kind], besproken. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 7 september 2021 en zou aflopen op 1 januari 2022. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind], die te maken heeft met structureel schoolverzuim en onderliggende systemische problemen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de stiefvader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] al twee maanden niet op school is geweest en dat er niemand is die hem adequaat kan motiveren en begeleiden. De GI heeft aangegeven geen meerwaarde te zien in de verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de moeder en stiefvader hopen op verbetering van de situatie als [naam kind] een MBO-opleiding gaat volgen. De kinderrechter oordeelt dat, ondanks de leeftijd van [naam kind], hulpverlening in een verplicht civiel kader noodzakelijk is, gezien de rol van de ouders in zijn opvoeding en begeleiding.

Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 7 september 2022, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na betekening van de beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/617712 / JE RK 21-1155
datum uitspraak: 7 december 2021

beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2005 te [geboorteplaats kind],

hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam stiefvader],

hierna te noemen de stiefvader, wonende te [woonplaats stiefvader],

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht.

Het verdere procesverloop

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 7 september 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Op 7 december 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld. De behandeling van de zaak heeft gelijktijdig plaatsgevonden met de behandeling van de strafzaak (leerplicht) onder parketnummer 10-051515-21. Verschenen zijn:
- [naam kind], die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- de moeder;
- de stiefvader;
- [naam 1] en [naam 2] namens de Raad;
- [naam 3] namens de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] woont bij de moeder en de stiefvader.
Bij beschikking van 7 september 2021 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 1 januari 2022. De behandeling is voor het overig verzochte aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft (oorspronkelijk) de ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Nu resteert de periode tot
7 september 2022.
Ter zitting heeft de Raad het resterende deel van het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] wordt nog ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd. In de afgelopen periode zijn de zorgen zelfs toegenomen. Eerdere hulpverlening aan het gezin verliep niet goed. De Raad heeft er vertrouwen in dat een gedwongen kader kan helpen om een structurele verandering tot stand te brengen.

Het standpunt van de GI

De GI heeft kenbaar gemaakt dat zij - in tegenstelling tot de Raad - geen meerwaarde ziet in een verlenging van de ondertoezichtstelling. Vanuit de GI zijn al verschillende middelen ingezet om de bestaande patronen te doorbreken. [naam kind] is vanwege zijn leeftijd - hij is nu 16 jaar - zelf verantwoordelijk voor zijn schoolgang. Wel vindt de GI het van belang dat de in de strafzaak ingezette jeugdreclassering wordt voortgezet.

Het standpunt van de moeder en stiefvader

De moeder heeft meegedeeld dat zij verwacht dat de situatie zal verbeteren als [naam kind] op een gegeven moment een MBO-opleiding volgt. Zij spreekt [naam kind] aan op zijn schoolverzuim en het te laat komen. [naam kind] moet het uiteindelijk zelf gaan doen.
De stiefvader heeft te kennen gegeven dat hij vanwege zijn werk nauwelijks thuis is. Hij vertrouwt op de moeder.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Gebleken is dat de 16-jarige [naam kind] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Er is sprake van structureel schoolverzuim. Zo is [naam kind] al twee maanden niet op school ([naam school]) geweest - ook niet voor het inleveren van huiswerkopdrachten. Het lijkt of er niemand is die [naam kind] op adequate wijze kan motiveren voor en begeleiden met school. [naam kind] kan zijn eigen gang gaan. De inschatting is dat het verzuim onverminderd zal blijven bestaan, mede door forse onderliggende systemische problemen. De ingezette jeugdreclassering heeft op dit punt (nog) geen verbetering gebracht. Gelet op dit alles acht de kinderrechter hulpverlening in een verplicht civiel kader noodzakelijk. Ook al is [naam kind] 16 jaar oud, hij woont thuis en wordt nog voor een belangrijk deel verzorgd en opgevoed door zijn moeder en stiefvader. Zij hebben nog steeds een taak in het motiveren en begeleiden van [naam kind] bij zijn schoolgang. Een jeugdbeschermer kan hen hierin ondersteunen.
De kinderrechter zal daarom het resterende verzoek toewijzen en de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen tot 7 september 2022.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 7 september 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.A. den Hartog als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 december 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.