Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,
[naam kind],
[naam moeder],
[naam vader],
Jannick D’HONDT,
Het procesverloop
- [naam kind], die voorafgaand aan de mondelinge behandeling apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat mr. A.T. Bol;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. W.J. van Bel;
- de moeder, die telefonisch is gehoord;
- [naam 1] namens de Raad;
- [naam 2] namens de GI.
De feiten
Het verzoek
De standpunten
De beoordeling
noodzakelijk dat de verleende machtiging, al dan niet in een gesloten instelling, voor 5 februari 2022 ten uitvoer wordt gelegd.[naam kind] moet dus voor 5 februari 2022 overgebracht zijn naar een Nederlandse instelling.
uiterlijk voor 1 maart 2022, moet de Raad, dan wel in zijn plaats de GI, aan de kinderrechter en de overige procespartijen berichten op welke wijze de overplaatsing van [naam kind] vorm heeft gekregen, in een open dan wel een gesloten instelling. Daarnaast verzoekt de kinderrechter de Raad hem te bericht over de verdere stand van zaken in een beknopte briefrapportage. Mocht [naam kind] in een gesloten instelling zijn geplaatst, dan zal op die zitting nader aan de orde gesteld worden of en zo ja, hoe lang dat (daarna nog) passend is voor [naam kind].
De beslissing
en:
10 maart 2022 te 15:00 uur, om nader op het verzoek te worden gehoord;