In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 februari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2012. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond gemachtigd om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie op te nemen voor de duur van zes maanden, met ingang van 8 februari 2021 tot 25 juni 2021. De beslissing is genomen naar aanleiding van een verzoek van de GI, die aangaf dat het gedrag van [voornaam minderjarige] de afgelopen periode achteruit was gegaan en dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen waren die de ontwikkeling van de jeugdige ernstig belemmerden.
Het procesverloop toont aan dat er een verzoek is ingediend door de GI op 21 januari 2021, met bijlagen die de noodzaak van de jeugdhulp onderbouwen. Tijdens de zitting zijn de moeder, de advocaat van de minderjarige en een vertegenwoordiger van de GI gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] kampt met ADHD, ODD en hechtingsproblematiek, en dat hij een bedreiging vormt voor zijn omgeving door zijn agressieve gedrag. De ouders hebben aangegeven dat zij de situatie thuis niet meer kunnen hanteren, wat heeft geleid tot de conclusie dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar de relevante artikelen van de Jeugdwet en heeft geconcludeerd dat de verzochte machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de problematiek en de noodzaak om de veiligheid van [voornaam minderjarige] en anderen te waarborgen. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 22 februari 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.