In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 februari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren op [geboortedatum minderjarige] in [geboorteplaats minderjarige], onder toezicht is gesteld en momenteel verblijft bij haar tante aan vaderszijde. De ouders van [voornaam minderjarige] zijn in een complexe situatie verwikkeld, waarbij de moeder dakloos is en de vader niet in staat is om de volledige zorg voor de minderjarige te dragen. De gecertificeerde instelling, Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren en bijzondere toegang verleend aan de ambulant hulpverlener van de moeder, die de Poolse taal spreekt. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de opvoedcapaciteiten van de ouders nog onvoldoende zijn om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen tot 28 april 2022 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 11 augustus 2021. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is om op korte termijn duidelijkheid te krijgen over het toekomstperspectief van [voornaam minderjarige].