Op 16 februari 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [naam kind], geboren in 2005, die verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling Hestia van Horizon. De kinderrechter heeft een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 28 mei 2021. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om deze machtiging, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind].
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] te maken heeft met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder een traumagerelateerde stoornis. Tijdens de zitting is gebleken dat [naam kind] moeite heeft met het accepteren van gezag en dat zij eerder is weggelopen. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten jeugdhulp onderbouwd met de feiten dat [naam kind] baat heeft bij de veiligheid en structuur die de instelling biedt, en dat er een plan is om haar geleidelijk naar een open groep te begeleiden.
De moeder van [naam kind] heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI, maar heeft wel haar zorgen geuit over de lange periode van gesloten jeugdhulp. [naam kind] zelf heeft aangegeven niet meer te willen meewerken en heeft andere opties voorgesteld, zoals een verandering van omgeving. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de voortzetting van de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen en haar ontwikkeling positief te blijven beïnvloeden.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.