ECLI:NL:RBROT:2021:1523

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2021
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
C/10/611110 / JE RK 21-34
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 6 januari 2021 een verzoek ingediend om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen. De minderjarige verblijft sinds maart 2020 bij Pluryn vanwege loverboyproblematiek en heeft baat bij de structuur en veiligheid die daar geboden wordt. De kinderrechter heeft de minderjarige en de moeder, bijgestaan door een tolk, gehoord tijdens een zitting met gesloten deuren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] positieve ontwikkelingen doormaakt, zoals het volgen van onderwijs en het verbeteren van de communicatie met de moeder. Desondanks zijn er zorgen over het netwerk van [naam kind] en de behandeling die zij ontvangt. De kinderrechter oordeelt dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [naam kind]. De machtiging tot uithuisplaatsing wordt verlengd tot 19 mei 2021, de datum waarop de ondertoezichtstelling eindigt. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/611110 / JE RK 21-34
datum uitspraak: 16 februari 2021

beschikking verlenging machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 6 januari 2021, ingekomen bij de griffie op 6 januari 2021.
Op 16 februari 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind], die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder, bijgestaan door de tolk in de Marokkaans/Arabische taal [naam 1],
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 2] en [naam 3].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft bij een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, te weten Pluryn.
Bij beschikking van 19 mei 2020 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot
19 mei 2021.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 19 mei 2020 ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 3 maart 2021.

Het verzoek

De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van vijf maanden.
De GI wijzigt ter zitting het verzoek, in die zin dat de machtiging tot uithuisplaatsing nu wordt verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 19 mei 2021.

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het gewijzigde verzoek en licht dit als volgt toe. [naam kind] doet erg haar best en zij wil graag haar school afmaken. Ook gaat [naam kind] steeds meer in gesprek met de groepsleiding en verloopt haar verlof naar de moeder positief. Er zijn echter nog wel zorgen over het netwerk van [naam kind]. Het is onduidelijk in hoeverre [naam kind] eerlijk is over haar (vorige) netwerk. Vanuit Pluryn krijgt [naam kind] behandeling gericht op het vergroten van haar zelfbeeld en zelfvertrouwen en op haar emotieregulatie. Daarnaast is systeemtherapie bij de moeder en [naam kind] ingezet. Het is van belang dat dit wordt voortgezet. Verder is het van belang om dat er op den duur wordt toegewerkt naar een thuisplaatsing van [naam kind] bij de moeder.

Het standpunt van de moeder

De moeder voert ter zitting geen verweer tegen het (gewijzigde) verzoek van de GI. Zij brengt naar voren dat [naam kind] het goed doet. De moeder is trots op [naam kind]. Voordat [naam kind] echter naar huis mag, moet zij haar diploma behalen. De moeder staat achter de voortzetting van de systeemtherapie.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind] sinds maart 2020 bij Pluryn verblijft wegens loverboyproblematiek. [naam kind] heeft zichtbaar baat bij de duidelijkheid, structuur en veiligheid die haar hier geboden wordt. Er is dan ook een positieve ontwikkeling zichtbaar bij [naam kind]. [naam kind] gaat naar school en loopt stage. Zij doet haar best en zij is gemotiveerd om haar diploma te behalen. [naam kind] stelt zich steeds opener op richting de groepsleiding en zij houdt zich aan de regels. Verder gaat zij gaat om de week een weekend op verlof naar de moeder en ook dit verloopt positief. De communicatie tussen [naam kind] en de moeder is verbeterd. Bezien wordt dan ook of het verlof van [naam kind] naar de moeder kan worden uitgebreid.Ondanks voornoemde positieve ontwikkeling bestaan er nog steeds zorgen over het (vorige) netwerk van [naam kind]. [naam kind] vertelt hierover verschillende verhalen, waardoor niet kan worden vastgesteld in hoeverre deze (geheel) juist zijn. Daarnaast krijgt [naam kind] behandeling vanuit Pluryn, hetgeen onder andere gericht is op haar emotieregulatie en het vergroten van haar zelfvertrouwen. Ook wordt systeemtherapie ingezet. [naam kind] heeft moeite om zich tijdens de behandeling volledig open te kunnen stellen. Indien het voor [naam kind] te moeilijk wordt, dan slaat zij dicht.
Gelet op het voorgaande acht de kinderrechter de voortzetting van de uithuisplaatsing van [naam kind] in het belang van [naam kind] noodzakelijk. De kinderrechter zal het gewijzigde verzoek van de GI toewijzen en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. In de komende periode is het van belang dat de behandeling van [naam kind] en de inzet van de systeemtherapie worden voortgezet. Ook is het van belang dat er in die periode gefaseerd wordt toegewerkt naar een thuisplaatsing van [naam kind] bij de moeder, met inzet van de juiste hulpverlening, zodat de thuisplaatsing van [naam kind] een succeservaring voor haar wordt en een terugval in haar oude gedrag wordt voorkomen.
Uit het voorgaande volgt dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissingDe kinderrechter:

verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 19 mei 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2021 door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.G.L. van der Linden als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 februari 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.