ECLI:NL:RBROT:2021:1573

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 februari 2021
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
8730305 CV EXPL 20-30350
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een tandartsfactuur na verlies van gegevens

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. Infomedics vorderde betaling van een tandartsfactuur ter hoogte van € 284,23, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde had een medische behandeling ondergaan bij Proclin Rotterdam, waarvan de kosten door Proclin aan Infomedics waren overgedragen. De gedaagde had de factuur niet betaald en voerde aan dat door een fout van Proclin gegevens verloren waren gegaan, waardoor hij de behandeling opnieuw moest ondergaan. De kantonrechter oordeelde dat, ondanks het verlies van gegevens, de gedaagde niet ontslagen kon worden van zijn betalingsverplichting. De gedaagde had geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de behandeling kosteloos opnieuw te ondergaan, wat voor zijn risico kwam. De vordering van Infomedics werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, omdat de gedaagde in verzuim was geraakt na het verstrijken van de betalingstermijn. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8730305 CV EXPL 20-30350
uitspraak: 5 februari 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: YARDS Deurwaardersdiensten B.V.,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
die procedeert in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Infomedics’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 25 augustus 2020, met producties;
de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde] ;
het tussenvonnis van 5 oktober 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
een aanvullende productie, ten behoeve van de mondelinge behandeling, van de zijde van Infomedics;
het proces-verbaal van de op 2 november 2020 gehouden mondelinge behandeling.
Naar aanleiding van de mondelinge behandeling is Infomedics in de gelegenheid gesteld te reageren op het verweer ter zitting van [gedaagde] . Van deze gelegenheid heeft Infomedics geen gebruik gemaakt. Het vonnis is vervolgens nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1
[gedaagde] heeft een medische behandeling ondergaan bij Proclin Rotterdam (hierna: “Proclin”). Proclin heeft haar vordering inzake de kosten van deze behandeling bij akte van cessie overgedragen aan Infomedics Finance B.V. Infomedics treedt op als incasseerder. [gedaagde] heeft de factuur van Infomedics niet betaald.

3..Het geschil

3.1
Infomedics vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Infomedics van € 284,23, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 241,14 vanaf 17 augustus 2020 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Infomedics heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] de factuur van de medische behandeling bij Proclin nog moet betalen.
3.3
[gedaagde] is het niet eens met de vordering van Infomedics. Hij voert aan dat door een fout van Proclin gegevens verloren zijn gegaan en hij de behandeling opnieuw moet ondergaan. Aangezien Proclin de fout heeft gemaakt vindt [gedaagde] dat hij de factuur en de bijkomende kosten niet hoeft te betalen.

4..De beoordeling

4.1
Vaststaat dat [gedaagde] een medische behandeling heeft ondergaan bij Proclin. De vordering tot betaling van de factuur voor deze behandeling is dus in beginsel toewijsbaar. Tevens staat vast dat een deel van de gegevens verloren is gegaan. Daarom moet [gedaagde] een deel van de behandeling opnieuw ondergaan. Proclin heeft toegezegd bereid te zijn de behandeling kosteloos nog een keer te verrichten. Van deze mogelijkheid is [gedaagde] op de hoogte, maar hij heeft er nog geen gebruik van gemaakt. De omstandigheid dat gegevens verloren zijn gegaan en bepaalde handelingen nogmaals gedaan moeten worden, ontslaat [gedaagde] niet van zijn betalingsverplichting jegens Infomedics. Dat [gedaagde] er nog niet aan toegekomen is om een nieuwe afspraak te maken komt voor zijn risico. [gedaagde] heeft geen andere omstandigheden aangevoerd die tot gevolg hebben dat hij de factuur niet hoeft te betalen. De vordering tot betaling van de hoofdsom wordt daarom toegewezen.
4.2
Aangezien [gedaagde] met betaling van de factuur in gebreke is gebleven na het verstrijken van de betalingstermijn van 30 dagen na factuurdatum, is hij in verzuim geraakt. Hij is daarom op grond van artikel 6:119 BW wettelijke rente verschuldigd geworden. De gevorderde wettelijke rente zal dus eveneens worden toegewezen.
4.3
Infomedics maakt tevens aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] is buitengerechtelijke kosten verschuldigd, als Infomedics hem een aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de vereisten van artikel 6:96 lid 6 BW en [gedaagde] naar aanleiding daarvan niet tot betaling is overgegaan. [gedaagde] heeft niet betwist dat hij de bij dagvaarding overgelegde aanmaning van 21 juli 2020 heeft ontvangen waarin wordt verzocht het factuurbedrag binnen vijftien dagen nadat de brief bij hem is bezorgd alsnog te voldoen. Voldoende gebleken is dat hiermee voldaan is aan de wettelijke vereisten, zodat ook het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen.
4.4
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
veroordeelt [gedaagde] aan Infomedics te betalen een bedrag van € 284,23, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over een bedrag van € 241,14 vanaf 17 augustus 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten (tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 124,- aan griffierecht, € 86,85 aan dagvaardingskosten en € 72,- aan salaris voor de gemachtigde), vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW, ingaande 15 dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. E. van Schouten en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416