ECLI:NL:RBROT:2021:1722

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 januari 2021
Publicatiedatum
2 maart 2021
Zaaknummer
C/10/611035 / JE RK 21-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor jeugdige met autisme en ADHD

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 januari 2021 een beschikking gegeven over een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een jeugdige, hierna te noemen [naam kind]. Het verzoek is ingediend door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij zowel de moeder van [naam kind] als zijn advocaat, mr. H. Folkers, aanwezig waren. Vanwege coronamaatregelen zijn [naam kind] en zijn moeder telefonisch gehoord.

De feiten van de zaak zijn als volgt: [naam kind] verblijft sinds september 2019 op een open groep bij Horizon Harreveld, maar heeft moeite om zich aan de afspraken te houden en is weggelopen naar zijn moeder. De GI heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verleend tot 15 juni 2021, maar de hulpverlening blijkt ontoereikend. De GI verzoekt nu om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden, omdat [naam kind] stabilisatie en behandeling nodig heeft.

De moeder van [naam kind] heeft aangegeven in te stemmen met het verzoek, maar vindt de duur van zes maanden te lang. [naam kind] zelf is ook akkoord met de gesloten plaatsing, omdat hij zich niet op zijn plek voelt in de huidige groep. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [naam kind]. Hij heeft behoefte aan structuur en stabiliteit, en de kinderrechter is van oordeel dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp in het belang van [naam kind] is. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de periode van zes maanden, met ingang van 22 januari 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/611035 / JE RK 21-21
Datum uitspraak: 22 januari 2021

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

locatie Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind],
advocaat: mr. H. Folkers, te Gorinchem.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 4 januari 2021, ingekomen bij de griffie op 7 januari 2021;
- de verklaring d.d. 9 november 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 6 januari 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 22 januari 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de advocaat van [naam kind], mr. H. Folkers;
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].
De kinderrechter heeft [naam kind] en de moeder telefonisch gehoord, omdat zij vanwege corona in quarantaine zaten. [naam kind] is tevens voorafgaand aan de zitting apart telefonisch gehoord, bijgestaan door zijn advocaat.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijf op een open groep bij Harreveld.
Bij beschikking van 15 december 2020 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot
15 december 2021. De kinderrechter heeft bij deze beschikking een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend tot 15 juni 2021.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn zorgen om [naam kind]. De geboden hulpverlening is ontoereikend gebleken. Een machtiging gesloten jeugdhulp is nodig om [naam kind] te stabiliseren en behandeling in te zetten. Op dit moment is hij weggelopen van de groep naar de moeder en zit hij daar verplicht in quarantaine. [naam kind] vindt het moeilijk om zich aan de afspraken te houden. Er is een plek voor [naam kind] geregeld op de bijzondere zorggroep binnen Harreveld. Als [naam kind] dinsdag negatief getest wordt op corona, kan hij daar terecht.

Het standpunt van de moeder

De moeder heeft ter zitting aangegeven de situatie liever anders te zien, maar stemt -in het belang van [naam kind]- in met het verzoek van de GI. De moeder vindt zes maanden erg lang en heeft liever drie maanden. De moeder is al lang bezig om hulp voor [naam kind] te vinden. [naam kind] is de dupe van een falend hulpverleningssysteem. De moeder is bezorgd over welke hulpverlening en behandeling [naam kind] krijgt. [naam kind] heeft geen doel en geen perspectief. De moeder hoopt dat [naam kind] succeservaringen gaat op doen en gelukkig wordt.

Het standpunt van [naam kind]

is het eens met het verzoek van de GI. [naam kind] zit niet op zijn plek op de huidige groep. De groep is voor kinderen met autisme, maar hij vindt dat hij daar niet thuis hoort. [naam kind] is het eens met de gesloten plaatsing. Het is beter als hij geen mogelijkheid meer heeft om weg te lopen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Sinds september 2019 verblijft [naam kind] op een open groep bij Horizon Harreveld, omdat er sprake was van een onhoudbare thuissituatie. Bij [naam kind] is sprake van autisme en ADHD. Op de groep wordt gezien dat hij vanwege persoonlijke problematiek wordt overvraagd en verder afglijdt. Als [naam kind] het moeilijk krijgt, loopt hij weg, waardoor hij zichzelf in onveilige situaties brengt. Het lukt [naam kind] niet meer om op een positieve manier gebruik te maken van de behandeling en hiervan te profiteren. De behandeling van [naam kind] komt niet van de grond, omdat hij zich onttrekt aan de hulpverlening. Hierdoor staat [naam kind] stil in zijn ontwikkeling. [naam kind] is gebaat bij een plek met een duidelijke structuur, stabiliteit en voorspelbaarheid, waar hij niet de ruimte krijgt om zich te onttrekken. Hij heeft zelf ook aangegeven behoefte te hebben aan begrenzing en bescherming. De kinderrechter is daarom met alle betrokkenen en [naam kind] zelf van oordeel dat een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is in het belang van [naam kind]. Vanuit de geslotenheid kan [naam kind] tot rust komen, een specialistische behandeling volgen en weer tot een positieve ontwikkeling komen. De kinderrechter zal een machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 22 januari 2021 tot 22 juli 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2021 door mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 9 februari 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.