In deze zaak heeft de kinderrechter op 18 februari 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2004. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, zijn ouders, en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De GI had verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor een jaar en om een machtiging te verlenen voor gesloten jeugdhulp voor zes maanden. Dit verzoek was gebaseerd op ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmerden.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de thuissituatie van de minderjarige onhoudbaar is, met escalaties van geweld en een gebrek aan adequate begeleiding door de moeder. Ondanks eerdere pogingen tot hulpverlening, heeft de minderjarige zich actief onttrokken aan hulp en is er sprake van forse gedragsproblematiek. De kinderrechter oordeelde dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van de minderjarige en zijn omgeving te waarborgen en om de ontwikkeling van de minderjarige te bevorderen.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 31 januari 2022 en de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 18 februari 2021 tot 18 augustus 2021. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.