Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
onrechtmatigis tegenover [eiser] . Daarbij staan twee rechten tegenover elkaar: het recht van vrijheid van meningsuiting van degene die de uitlating heeft gedaan en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van degene op wie de uitlating betrekking heeft. Deze twee rechten zijn in beginsel gelijkwaardig, zodat steeds moet worden beoordeeld welk recht in het concrete geval zwaarder moet wegen [1] .
tegenover hemonrechtmatig zou hebben gehandeld. Een uitlating over een politieke partij of over de leider van die partij is in beginsel niet onrechtmatig tegenover de kiezers van die partij, ook niet als die door het bericht diep zijn geraakt. Ook daarom moet de vordering van [eiser] worden afgewezen.
5..De beslissing
: