Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1],
[naam eiser 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 3 september 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende exceptie van litispendentie tevens houdende eis in reconventie van [naam gedaagde];
- de conclusie van antwoord in incident.
2..Het geschil in de hoofdzaak
in conventie
- [naam gedaagde] veroordeelt tot het verlenen van onvoorwaardelijke medewerking aan het taxeren van de woning aan het adres [adres] (kadastrale aanduiding: Delfshaven [sectie] [nummer]) alsmede tot het verlenen van onvoorwaardelijke medewerking aan de levering van 18,50 % dan wel een percentage dat overeenkomt met de waarde van de erfrechtelijke aanspraken van [eisers] ten opzichte van de waarde van de woning, staande en gelegen te [adres] (kadastrale aanduiding: Delfshaven [sectie] [nummer]) aan ieder van eisers, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat gedaagde daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 50.000,-;
- [naam gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure, de kosten voor conservatoire beslaglegging van € 2.353,55 en de nakosten daaronder begrepen;
- althans een in goede justitie te bepalen beslissing neemt.
3..Het geschil in het incident
4..De beoordeling in het incident
5..De beslissing
24 maart 2021voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.