Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 17 maart 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie van 3 juni 2020, met producties;
- de brieven van 1 juli en 4 december 2020, waarbij partijen zijn uitgenodigd voor een mondelinge behandeling;
- de akte houdende wijziging verweer in conventie en wijziging eis in reconventie van 21 oktober 2020, met producties;
- de antwoordakte in reconventie, tevens zijnde akte eiswijziging in conventie van 16 december 2020, met producties;
- de akte overlegging aanvullende productie van 25 januari 2021 van Prinsenhof VII, met een productie;
- de akte wijziging van eis van 25 januari 2021 van [naam eiser], met producties;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 25 januari 2021;
- de spreekaantekeningen van Prinsenhof VII;
- de brief van 8 maart 2021 van Prinsenhof VII, met een reactie op het proces-verbaal;
- de reactie daarop bij e-mail van 10 maart 2021 van [naam eiser].
2..De feiten
zondag 8 maart 2020 te 17.00 uurde overeengekomen onroerende zaken, waarvan u herhaaldelijk wenste dat die meteen met een leveringsakte overgedragen zouden worden door de notaris, ook daadwerkelijk de week erna deugdelijk afneemt, zal ik de maandag er op de inleidende dagvaarding opstellen en die week doen betekenen. De buitengerechtelijke kosten alsmede de vertragingsschade beloopt inmiddels ettelijke duizenden euro's en die zullen worden mee gevorderd. U kunt die nevenvordering thans nog voorkomen door niet later dan volgende week zondag de datum tussen 9 en 13 maart te noemen waarop de notaris de leveringsaktes kan verlijden. (…)”
- De huren worden vanaf 3 januari 2020 tot en met datum overdracht verrekend met de koopprijs,
- De panden worden vóór 31 december 2020 aan Prinsenhof geleverd;
- Partijen verlenen elkaar voor het overige finale kwijting over en weer.
3..Het geschil
in conventie
4..De beoordeling
in conventie
4.982,00(2,0 punten × tarief € 2.491,00)
5..De beslissing
2221]