Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 18 mei 2020, met producties 1 t/m 18;
- de conclusie van antwoord tevens houdende verzoek ex art. 22 Rv, met producties 1 t/m 10;
- de brief van de rechtbank van 16 oktober 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 20 januari 2021 gehouden mondelinge behandeling en de daarin genoemde processtukken;
- de brief van mr. Zwijnenberg van 8 februari 2021 met een reactie op het proces-verbaal.
2..De feiten
causaal verband tussen de twee genoemde calamiteiten en de vocht- / waterklachten in en onder de zwevende vloerconstructie van het[de rechtbank leest:]
souterrain.
Tijdens het overstromen van de toiletten op 9 juni 2014 is water naar verschillende locaties van het souterrain gestroomd. Daar waar vloerafwerking (marmoleum / pvc) aanwezig was heeft dit weinig tot geen mogelijkheid gehad om in de vloerconstructie te dringen. Echter in de fysioruimte was er op dat moment geen vloerafwerking aanwezig waardoorwater in en onder de zwevende vloerconstructie is gedrongen.
Op 9 juni 2014 is aan de rechter zijde van het gebouw samengestroomd water óver de waterkering ter plaatse van de onder-aansluiting van de gevelkozijnen gestroomd. Hierdoor is in de aangrenzende ruimten en hal water over de vloer gestroomd. Tevens is hierbij water via de onder-aansluiting van de kozijnen,in en onder de zwevende vloerconstructie gedrongen.
Tijdens de waargenomen lekkage op 21 juli 2014 van (in ieder geval) de leidingdoorvoer in de luchtbehandelingsruimte, is water via de luchtbehandelingsruimte naar de centrale hal gestroomd en gedeeltelijk tot in de hydrofoorruimte. Doordat de PVC vloerbedekking gedeeltelijk ontbrak is het lekwater daar direct tot in de zandcementvloer gelopen tot onder de zwevende dekvloer. In de centrale hal is PVC vloerbedekking aanwezig waardoor het water weinig tot geen kans heeft gehad in de vloerconstructie te dringen.
Er is tijdens het onderzoek waargenomen dat er nog steeds water onder de zwevende vloerconstructie aanwezig is. Er is in de luchtbehandelingsruimte geconstateerd dat er sprake is van verhoogde vochtwaarden in de wandconstructie rondom de (afdichtingen) leidingdoorvoeren. Er is echter geen sprake van een lekkage, enkel verhoogde vochtlast waargenomen. Er is vastgesteld dat de leidingdoorvoeren en dichtgemetselde sparingen ter plaatse van de luchtbehandelingsruimte vrijwel continu met water worden belast (regenwater). Wij hebben binnen géén stromend water geconstateerd, wel geconstateerd dat de afdichtingen aan de buitenzijde niet goed afdichten vandaar de verhoogde vochtwaarden in de wand.
Er zijn tijdens het onderzoek door BDA Dakadvies diverse gebreken aan de gevel waargenomen waardoor water in en onder de zwevende vloerconstructie dringt. Graag verwijs ik u hiervoor naar de rapportage van BDA Dakadvies.”
- Via de geboorde doorvoeren in de kelderwand lekt water naar binnen. Deze zijn onvoldoende duurzaam afgedicht.
- De nieuw opgestorte opstanden onder de aluminium kozijnen op de bestaande
De bitumen randstroken onder alle aluminium kozijnen zijn onvoldoende waterdicht verkleefd tegen of op de oorspronkelijke betonnen keldervloer. Door intensieve vochtbelasting infiltreert water achter de dakbedekking in de geïsoleerde vloer. Dit komt voor onder alle aluminium kozijnen. De waterbelasting is plaatselijk extreem groot door de grote toestroom van water door het aflopende maaiveld.”
3..Het geschil
4..De beoordeling
4.982,00(2,0 punten × tarief € 2.491,00)