ECLI:NL:RBROT:2021:260

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 januari 2021
Publicatiedatum
19 januari 2021
Zaaknummer
8708714 \ CV EXPL 20-28644
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling en beëindiging overeenkomst tussen Leankings B.V. en Fitness Avenue Van Nelle fabriek B.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Leankings B.V. (eiseres) en Fitness Avenue Van Nelle fabriek B.V. (gedaagde). Eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 19.965,00 aan hoofdsom, alsook vergoeding voor buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, op basis van een overeenkomst die zij stelt te hebben gesloten met gedaagde voor online marketingdiensten. Gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat er geen overeenkomst met haar is gesloten, maar met een andere vennootschap, Fitness Avenue B.V. in Den Haag.

De kantonrechter heeft de procedure gevolgd op basis van de ingediende processtukken, waaronder de dagvaarding, het verweer van gedaagde, en de conclusies van repliek en dupliek. De rechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst, waar eiseres haar vordering op baseert, niet met gedaagde is gesloten, maar met Fitness Avenue B.V. in Den Haag. Dit werd onderbouwd door uittreksels uit de Kamer van Koophandel en de datum waarop gedaagde als onderneming is gestart. De rechter concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat gedaagde de overeenkomst van Fitness Avenue B.V. heeft overgenomen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van eiseres afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld, aangezien eiseres als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De kosten aan de zijde van gedaagde zijn begroot op nihil, omdat gedaagde werd vertegenwoordigd door haar indirect bestuurder en geen reis- of verletkosten heeft opgegeven.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8708714 \ CV EXPL 20-28644
uitspraak: 15 januari 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Leankings B.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.R.J. van de Rostijne,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Fitness Avenue Van Nelle fabriek B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
vertegenwoordigd door haar indirect bestuurder [naam].

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennisgenomen:
  • het exploot van dagvaarding van 3 augustus 2020, met producties;
  • het schriftelijke verweer van gedaagde van 22 september 2020, met producties;
  • de conclusie van repliek, met één productie;
  • de schriftelijke reactie van gedaagde van 16 november 2020, met producties.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vordering

2.1
Eiseres heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
gedaagde te veroordelen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis
aan haar te betalen € 19.965,00 aan hoofdsom, € 974,65 aan vergoeding voor buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente over € 19.965,00 per vervaldatum van de factuur, 10 maart 2020, tot aan de dag der algehele voldoening;
subsidiair:
te verklaren voor recht dat de overeenkomst vier weken na het wijzen van vonnis, dan wel een andere door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, weer wordt hervat (en dat het bevriezen/pauzeren van de overeenkomst vanaf die datum zal zijn geëindigd);
primair en subsidiair:
gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.2
Aan haar vordering heeft eiseres - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd:
Tussen gedaagde als opdrachtgever en eiseres als opdrachtnemer is op 2 december 2018 een overeenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan eiseres voor gedaagde dienstverlening heeft verzorgd op het gebied van online marketing. Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van eiseres van toepassing. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 24 maanden. Op grond van deze overeenkomst was gedaagde opstartkosten en maandelijks een vergoeding aan eiseres verschuldigd.
Eiseres heeft op een gegeven moment uit de opstelling van gedaagde moeten begrijpen dat gedaagde de overeenkomst opzegde. Die opzegging heeft als gevolg dat gedaagde aan eiseres de resterende contractstermijnen, vermeerderd met 25% en vermeerderd met BTW verschuldigd is geworden aan eiseres, te weten een totaalbedrag van € 19.665,00 (inclusief BTW). Gedaagde heeft dit bedrag onbetaald gelaten, is in verzuim geraakt en is bovenop deze hoofdsom wettelijke rente en een vergoeding voor verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden verschuldigd aan eiseres.

3..Het verweer

Gedaagde heeft de vordering betwist. De kantonrechter begrijpt uit het verweer van gedaagde dat zij zich op het standpunt stelt dat eiseres met Fitness Avenue B.V. in Den Haag afspraken tot het verrichten van werkzaamheden heeft gemaakt en dat eiseres niet in opdracht van gedaagde werkzaamheden heeft verricht.

4..De beoordeling

4.1
Als gevolg van het verweer van gedaagde ligt thans ter beoordeling de vraag voor of een overeenkomst tot het verrichten van werkzaamheden op het gebied van online marketing tussen eiseres en gedaagde of tussen eiseres en een andere vennootschap, Fitness Avenue B.V., tot stand is gekomen.
Eiseres heeft zich in reactie op het antwoord van gedaagde - kort gezegd - primair op het standpunt gesteld dat gedaagde als haar contractspartij te kwalificeren is, omdat zij ten behoeve van gedaagde de werkzaamheden heeft verricht en bij eiseres de verwachting is gewekt dat gedaagde de contractspartij dan wel opdrachtgever was.
De kantonrechter volgt eiseres niet in dit standpunt en overweegt daartoe als volgt.
4.2
Vooropgesteld wordt het volgende. Blijkens de door eiseres respectievelijk gedaagde overgelegde uittreksels uit de Kamer van Koophandel is de startdatum van de onderneming van gedaagde 21 februari 2019 en is gedaagde gevestigd in Rotterdam, terwijl Fitness Avenue B.V. in Den Haag gevestigd is en als startdatum 8 november 2016 heeft.
Hoewel deze vennootschappen dezelfde aandeelhouder en bestuurder hebben, zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld of gebleken die erop duiden dat deze vennootschappen niet twee verschillende vennootschappen zijn, die niet voor zichzelf verplichtingen zouden kunnen aangaan.
4.3
Eiseres heeft ter onderbouwing van haar vordering geen ondertekende overeenkomst tussen eiseres en gedaagde overgelegd, maar een offerte d.d. 3 december 2018 die gericht is aan “Fitness Avenue” in Den Haag. Deze offerte heeft zij in het geding gebracht ter onderbouwing van haar stelling dat op 2 december 2018 een overeenkomst tot stand is gekomen tussen eiseres en gedaagde, terwijl gedaagde blijkens het voornoemde uittreksel uit de Kamer van Koophandel op dat moment nog niet als onderneming gestart was.
4.4
Uit één en ander volgt naar het oordeel van de kantonrechter genoegzaam dat de overeenkomst waar eiseres haar vordering op baseert is gesloten met Fitness Avenue B.V. in Den Haag in plaats van met gedaagde.
4.5
Naar het oordeel van de kantonrechter zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld of gebleken in de periode na het sluiten van de overeenkomst, waaruit volgt dat gedaagde de overeenkomst van Fitness Avenue B.V. feitelijk heeft overgenomen.
Volgens eiseres heeft gedaagde haar reeds op 8 februari 2019 bericht dat zij de overeenkomst wenste te beëindigen. Gelet op voornoemde startdatum van gedaagde op
21 februari 2019 acht de kantonrechter het niet voor de hand liggend dat dit bericht van gedaagde is geweest. De onderliggende e-mail is afkomstig van “
yvette@fitnessavenue.nl”. Nergens blijkt uit dat deze e-mail niet namens Fitness Avenue B.V. in Den Haag, maar namens gedaagde is geschreven.
Dat eiseres juist is ingeschakeld ten behoeve van “de locatie Rotterdam”, zoals eiseres naar voren heeft gebracht, acht de kantonrechter geen omstandigheid waaruit zonder meer zou moeten volgen dat gedaagde de contractspartij van eiseres is geweest/geworden.
Bovendien is nota bene de onderhavige factuur van 3 april 2020, waarvan in deze procedure betaling wordt gevorderd, niet gericht aan gedaagde, maar aan “Fitness Avenue” in Den Haag.
4.6
De kantonrechter acht voorstelbaar dat er op enig moment verwarring bij eiseres is ontstaan over de vraag met welke vennootschap zij nou werkelijk zaken deed, omdat [naam] van beide vennootschappen de indirect bestuurder is en beide vennootschappen vertegenwoordigt, zoals eiseres bij repliek naar voren heeft gebracht, maar dit kan nog niet rechtvaardigen dat zij gedaagde in plaats van Fitness Avenue B.V. in Den Haag, zijnde de vennootschap met welke zij daadwerkelijk heeft gecontracteerd, als haar contractspartij beschouwt.
4.7
Feiten en/of omstandigheden die tot een ander oordeel op een andere rechtsgrond zouden kunnen leiden zijn niet gesteld of gebleken. Eiseres heeft bijvoorbeeld onvoldoende gesteld om uit te gaan van vereenzelviging van rechtspersonen / misbruik van identiteitsverschil op grond waarvan aansprakelijkheid door gedaagde zou kunnen ontstaan.
4.8
Eén en ander leidt tot het oordeel dat zowel de primaire vordering, inclusief nevenvorderingen, als de subsidiaire vordering niet toewijsbaar zijn én dat het nadere standpunt van eiseres bij repliek dat gedaagde en twee andere vennootschappen, waaronder Fitness Avenue B.V. in Den Haag, in ieder geval voor gelijke delen aansprakelijk zijn, wordt verworpen.
4.9
Eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Nu gedaagde vertegenwoordigd is door haar indirect bestuurder en geen opgave heeft gedaan van reis- of verletkosten, worden deze kosten begroot op nihil.

5..De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eiseres in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
757