Op 24 maart 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2006. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) voor een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders, aansluitend op zijn plaatsing in een Justitiële Jeugdinrichting in het kader van voorlopige hechtenis. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. H.J. Andel, en de officier van justitie en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel verblijft in het Forensisch centrum Teylingereind te Sassenheim en dat hij onder toezicht is gesteld. De GI heeft verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van één jaar, met de mogelijkheid van plaatsing bij het orthopedagogische behandelcentrum De Beele van Pluryn te Voorst. De moeder van [naam kind] heeft aangegeven dat zij het eens is met deze plaatsing, terwijl de officier van justitie en de Raad het verzoek van de GI hebben ondersteund.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat [naam kind] gedragsproblemen vertoont en kwetsbaar is. Gezien de situatie van de moeder, die overbelast lijkt, en de negatieve invloeden van de huidige verblijfplaats van [naam kind], is het noodzakelijk dat hij zo snel mogelijk wordt geplaatst in een geschikte accommodatie. De kinderrechter heeft daarom de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met ingang van 30 maart 2021 tot 19 januari 2022, en het overige verzochte afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A. Cvetkovic als griffier.