ECLI:NL:RBROT:2021:2763
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling wegens schending van de informatieplicht en onttrekking aan toezicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 maart 2021 uitspraak gedaan in het kader van een schuldsaneringsregeling. De schuldenaar, die in 2017 onder de schuldsaneringsregeling was geplaatst, heeft nagelaten om de bewindvoerder te informeren over zijn inbewaringstelling op 9 oktober 2020. Dit heeft geleid tot een tekortkoming in de nakoming van de informatieplicht, waardoor de bewindvoerder zijn controlerende taak niet naar behoren kon uitoefenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar ook geen stukken meer heeft aangeleverd, wat de berekening van het vrij te laten bedrag bemoeilijkt. De bewindvoerder heeft aangegeven dat er mogelijk nieuwe schulden zijn ontstaan en dat de schuldenaar niet aan zijn sollicitatieplicht heeft voldaan.
De rechtbank heeft de argumenten van de schuldenaar, die verzocht om alsnog een schone lei te verlenen ondanks de tekortkomingen, overwogen. De schuldsaneringsregeling biedt de mogelijkheid om na drie jaar een schone lei te verkrijgen, maar dit is afhankelijk van het naleven van bepaalde verplichtingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldenaar toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen, met name door het niet verstrekken van informatie aan de bewindvoerder en het niet melden van zijn inbewaringstelling.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tekortkomingen van de schuldenaar, gezien hun aard en context, dermate zwaarwegend zijn dat deze aan de verlening van de schone lei in de weg staan. De rechtbank heeft de schone lei geweigerd en het salaris van de bewindvoerder vastgesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.