ECLI:NL:RBROT:2021:2776
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.A. Cnossen
- T. Mulder
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire
Op 23 maart 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van verzoekster. Verzoekster heeft een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, waarbij zij is gehoord op 16 maart 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster verkeert in een toestand van betalingsonmacht, maar dat er onvoldoende grond is voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft daarbij de goede trouw van verzoekster beoordeeld, waarbij rekening is gehouden met de omstandigheden waaronder de schulden zijn ontstaan. Hoewel er schulden zijn die niet te goeder trouw zijn ontstaan, heeft de rechtbank geoordeeld dat verzoekster voldoende inspanningen heeft geleverd om haar schulden te voldoen en dat zij de verplichtingen uit de WSNP kent en gemotiveerd is om deze na te komen. Hierdoor is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat verzoekster kan worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling.
Tijdens de zitting is ook de mogelijkheid besproken dat verzoekster gedupeerd is in de kinderopvangtoeslagaffaire, wat zou kunnen leiden tot een schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat eventuele schade-uitkeringen in het kader van de toeslagenaffaire bij toelating tot de WSNP in de boedel vallen. De rechtbank heeft zich bevoegd verklaard om deze insolventieprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verzoekster in Nederland ligt. De rechtbank heeft vervolgens de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, mr. B.A. Cnossen benoemd tot rechter-commissaris en mr. J. Perez Herrera als bewindvoerder aangesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 maart 2021.