Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het (verdere) verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 28 augustus 2020;
- de akte uitlaten bewijslevering van [bedrijf A] , met één productie;
- het proces-verbaal van het op 3 december 2020 gehouden getuigenverhoor;
- de conclusie na enquête van [bedrijf A] , met één productie;
- de conclusie na enquête van [persoon B] .
2..De verdere beoordeling van de vorderingen
‘stuur mij het contract dat ik heb ondertekend, dan kan ik kijken waar ik dan wel kan gaan werken’. Gelet op het feit dat de vertaling is opgemaakt door een beëdigde gerechtstolk in de Turkse taal heeft de kantonrechter geen reden te twijfelen aan de juistheid van deze vertaling en/of de interpretatie van de tekst door de tolk. De enkele stelling van [persoon B] dat - naar zijn mening - de tekst op een andere wijze geïnterpreteerd had moeten worden is onvoldoende de vertaling door de beëdigde tolk in twijfel te trekken, zodat het verweer van [persoon B] op dat punt zal worden verworpen. De afgelegde verklaring van [persoon B] , inhoudende dat hij nimmer een arbeidsovereenkomst voor het filiaal Alexandrium heeft ontvangen en getekend is tegenstrijdig met het feit dat [persoon B] in het WhatsApp-gesprek expliciet spreekt over ‘het contract dat ik heb ondertekend’.
Nevenwerkzaamhedenbeding
“Wij zijn op zoek naar enthousiaste medewerkers. Kom jij ons team versterken?”. Daarbij komt nog dat [persoon B] in het gesprek met [persoon C] ook heeft erkend dat de naam ‘ [naam restaurant] ’ (‘buurman’) van hem afkomstig is.
2 of 3 maanden’ met elkaar in gesprek waren, is onvoldoende concreet gemaakt wanneer die andere gesprekken hebben plaatsgevonden en in hoeverre daarmee het beding reeds vóór 7 augustus 2019 is geschonden. Dat betekent dat de gevorderde boete zal worden toegewezen over de periode van 7 augustus 2019 tot en met het einde van het dienstverband van [persoon B] bij [bedrijf A] , te weten 26 augustus 2019. [bedrijf A] maakt, conform artikel 15.2 van de arbeidsovereenkomst, aanspraak op een boete van € 2.250 per overtreding en € 225 voor elke dag dat de overtreding voortduurt. Dat leidt ertoe dat [persoon B] tot betaling van een bedrag van € 6.525,- (€ 2.250,- + (19 x € 225,-)) zal worden veroordeeld.
Geheimhoudingsbeding
Concurrentiebeding
3..De beslissing
- als zelfstandig ondernemer op te treden in de uitoefening van een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever;
- als werknemer in dienst van een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever werkzaam te zijn;
- anderszins, direct of indirect, om niet of tegen betaling, werkzaam te zijn bij een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever; dan wel
- op enigerlei andere wijze betrokken te zijn of belang te hebben bij een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever.