Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
in het incident in de zin van artikel 223 Rv en in de hoofdzaak
1..[persoon B] ,
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 18 mei 2020, met producties ;
- de conclusie van antwoord in incident tevens exceptie van onbevoegdheid in incident en de hoofdzaak;
- de conclusie van antwoord in het incident tot onbevoegdheid;
- het vonnis van de rechtbank in het incident tot onbevoegdheid van 7 oktober 2020, waarin de zaak voor wat betreft de hoofdzaak en het incident tot het treffen van een voorlopige voorziening ) in de stand waarin deze zich bevindt wordt verwezen naar de kamer voor kantonzaken;
- het vonnis van de kantonrechter van 9 november 2020, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van [persoon A] van 6 januari 2021, met producties;
- de e-mail van [persoon B] c.s., met producties;
- de akte overleggen producties van [persoon B] , met producties.
2..De vaststaande feiten
3..De vordering in het incident
4..Het verweer in het incident
5..De beoordeling van het geschil in het incident
6..Het verdere verloop van de procedure in de hoofdzaak
7..De beslissing
donderdag 18 maart 2021 om 14:30 uurvoor het indienen van een conclusie van antwoord door [persoon B] c.s.;