Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van31 maart 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres], te [woonplaats eiseres], eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
[naam]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Beslissing
Overwegingen
Het voertuig stond op een ponton langs en gedeeltelijk boven het water. Tussen de Giessenweg en het ponton lag een grasveld van zeker 40 meter breed. Het ponton is zelf niet verbonden met een weg of een pad en maakt daar ook geen onderdeel van uit. Verder kan het ponton vanwege de ruime afstand tot de Giessenweg niet worden aangemerkt als de berm of de zijkant van de weg. De locatie waar het voertuig is aangetroffen is daarom geen weg in de zin van artikel 1, aanhef, eerste lid en onder b van de WVW 1994 of artikel 1:1, eerste lid, van de APV. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder zich ten onrechte op artikel 5:5 van de APV heeft gebaseerd.
mr. F. van Ommeren, griffier