Saldering van de meer- en minderbevindingen moet daarom
directna de inventarisaties plaatsvinden, ongeacht het aantal inventarisaties. Dit betekent dat ook bedrijven die hun voorraad in gedeelten inventariseren (partiële inventarisaties) direct na die gedeeltelijke inventarisatie de meer- en minderbevindingen moeten salderen. Het opnemen van meer- en minderbevindingen op een aparte lijst na elke partiële inventarisatie en daarna eenmaal per jaar alle meer- en minderbevindingen salderen, is hiermee niet in overeenstemming. Indien na inventarisatie, saldering en aanpassing van de administratie een minderbevinding resteert, wordt dit aangemerkt als uitslag tot verbruik in de zin van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de WA [Wet op de accijns; opmerking rechtbank]. Deze minderbevinding moet worden opgenomen in de periodieke aangifte van de maand waarin de minderbevinding is geconstateerd. Voor de minder bevonden hoeveelheid minerale oliën die wordt aangemerkt als uitslag tot verbruik is niet alleen accijns verschuldigd, maar ook de voorraadheffing.
4.1.3Ontvangsten/leveringen [naam bedrijf]
Jaar 2016
In het jaar 2016 heeft [eiseres] opslagtank 2602 van [naam bedrijf] [ [naam bedrijf] ; opmerking rechtbank] gehuurd. [naam bedrijf] hield per maand in een Excelbestand een voorraadverloop bij van de voorraadmutaties van de biodiesel die in [de] fysieke AGP werd in- en uitgeslagen in opslagtank nummer 2602. In het jaar 2016 heeft [eiseres] onderstaand aantal liters biodiesel 15 graden onder schorsing van accijns ontvangen in [de] fysieke AGP (opslagtank 2602).
Tevens heeft [naam bedrijf] in het jaar 2016 onderstaande liters biodiesel 15 graden onder schorsing van accijns fictief geleverd aan [eiseres] .
Het aantal liters biodiesel 15 graden [dat] volgens het bovengenoemd overzicht van [naam bedrijf] [is] in- en uitgeslagen, kom[t] overeen met het aantal liters vermeld op de maandverklaringen.
Aan het eind van elke maand peilt [naam bedrijf] de fysieke AGP (opslagtank nummer 2602). Volgens de voorraadadministratie (lees: Excelbestand voorraadverloop) van [naam bedrijf] en de bijlage behorende bij de maandverklaringen blijk[t] het volgende:
• In de maanden januari, maart, april, mei, juli en augustus van het jaar 2016 zijn minder (…) liters biodiesel 15 graden in [de] fysieke AGP gepeild dan opgenomen in de voorraadadministratie. Er is hierdoor sprake van een minderbevinding.
• In de maanden februari, juni, september, november en december van het jaar 2016 zijn meer (…) liters biodiesel 15 graden in [de] fysieke AGP gepeild dan opgenomen in de voorraadadministratie. Er is hierdoor sprake van een meerbevinding.
De administratie van de in-, op- en uitslag van de biodiesel in opslagtank 2602 bestaat uit de door [naam bedrijf] en [eiseres] ondertekende maandverklaringen en de daarbij behorende bijlagen. (…)
In gevolge artikel 8, eerste lid, letter a en b UBA moet [eiseres] , als vergunninghouder van de AGP, de administratie van de AGP zodanig doen dat:
- zij een juiste en volledige vastlegging van de bedrijfsbehandelingen waarborgt; en
- daarin op overzichtelijke wijze de gegevens omtrent alle voor de heffing van de accijns van belang zijnde bedrijfshandelingen zijn opgenomen.
Tevens moet in gevolge artikel 8, tweede lid, letter a en b UBA de door [eiseres] gehouden administratie regelmatig aantekeningen bevatten van de uitgereikte facturen, de overgebrachte accijnsgoederen met de daarbij behorende gegevens en de daarvoor uitgereikte facturen.
[naam bedrijf] voert alle operationele activiteiten in verband met het beheer van de opslagtank 2602 en blijft hiermee eigenaar van de biodiesel. De logistieke administratie van deze opslagtank wordt beheerd door [naam bedrijf] . De administratie van [eiseres] bestaat enkel uit de ondertekende maandverklaringen en de daarbij behorende bijlagen. [eiseres] voldoet niet aan de voorwaarden gesteld in artikel 8 UBA.
Conclusie
[eiseres] voldoet niet aan de voorwaarden gesteld in artikel 8 UBA en hiermee niet aan haar administratieplicht. De volledigheid en de juistheid van deze ondertekende maandverklaringen zijn niet controleerbaar. [eiseres] heeft ook geen gegevens kunnen overleggen met betrekking tot de hierboven genoemde verschillen.
4.1.3.1 Toetsing beleidsregel accijns
Zoals gesteld in paragraaf 2.7.2 zijn in [de] beleidsregel accijnswetgeving voorwaarden opgenomen voor het salderen van meer- en minderbevindingen in een AGP.
In casu wordt enkel voldaan aan de voorwaarde genoemd in punt b van [de] beleidsregel, namelijk dat er sprake is van goederen met hetzelfde tarief.
Volgens de maandverklaring wordt aan het eind van elke maand gepeild, In de maandverklaring wordt het verschil tussen de gepeilde hoeveelheid en de administratieve voorraad opgenomen. De gepeilde hoeveelheid aan het eind van de maand wordt tevens gebruikt als beginvoorraad van de volgende maand.
Van deze stroom houdt [eiseres] een administratie bij die enkel bestaat uit de ondertekende maandverklaringen. Deze administratie wordt niet als een deugdelijke administratie aangemerkt als bedoeld in artikel 8 UBA. De volledigheid en de juistheid die in-, op- en uitslagen van opslagtank 2602 hebben wij hierdoor niet kunnen controleren.
Uit de controle is gebleken dat [naam bedrijf] aan het eind van elke maand de hoeveelheid biodiesel in tank 2602 inventariseert. Betreffende gegevens worden gedeeld met [eiseres] , als bijlage bij de maandverklaring.
De gepeilde hoeveelheid aan biodiesel wordt in de bijlage als eind- en beginvoorraad van de volgende maand opgenomen. Wij hebben geconstateerd dat er verschillen zijn tussen de gepeilde voorraad en de administratieve voorraad en hiermee is er sprake van een minder- of meerbevinding. Bij de constatering hebben wij [eiseres] gewezen op de bepalingen zoals opgenomen in paragraaf 5.7. van de beleidsregel accijns.
[eiseres] is het niet eens met onze uitleg van de beleidsregel, in het bijzonder paragraaf 5.7. In betreffende paragraaf is geregeld dat na elke inventarisatie, saldering en aanpassing van de administratie dient te worden uitgevoerd, In het geval dat sprake is van een minderbevinding wordt dit aangemerkt als een uitslag tot verbruik.
[eiseres] is van mening dat saldering niet bij elke inventarisatie dient plaats te vinden en dat saldering op jaarniveau volstaat. Ook betwist [eiseres] de geconstateerde verschillen in gepeilde hoeveelheden en de administratieve hoeveelheden.
[eiseres] voert aan dat er meerdere factoren van invloed kunnen zijn op volumeverschillen bij de peilmomenten in de tank en noemt daarbij o.a. de volgende factoren:
• Temperatuurverschillen;
• Densiteitsverschillen (soortelijk gewicht);
• Nauwkeurigheid van de metingen; en
• Golfslagen.
Omdat de gegevens met betrekking tot bovengenoemde factoren niet blijken uit de administratie van [eiseres] hebben wij dit niet nader kunnen beoordelen
Nu er niet wordt voldaan aan de twee overige voorwaarden van paragraaf 5.7 van [de] beleidsregel worden de minderbevindingen op grond van artikel 2 lid 1 letter a WA als uitslagen tot verbruik aangemerkt.
In de maanden januari, maart, april, mei, juli en augustus 2016 zijn minderbevindingen bevonden. Deze minderbevinding moet worden opgenomen in de periodieke aangifte van de maand waarin de minderbevinding is geconstateerd. In de desbetreffende periodieke aangiften zijn deze minderbevindingen niet opgenomen.
Voor de minder bevonden hoeveelheid biodiesel is naast accijns ook voorraadheffing verschuldigd. (…)
Conclusie
De minderbevindingen worden aangemerkt als uitslagen tot verbruik. Het te weinig geheven accijns en voorraafheffing wordt nageheven.”