Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 april 2021 in de zaak tussen
[Eiseres] , gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres ( [eiseres] )
De Nederlandsche Bank N.V., verweerster (DNB)
Procesverloop
DNB heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C. de Rond, vergezeld door
[naam 4] , [naam 5] en [naam 6] , allen werkzaam bij DNB.
Overwegingen
uiterlijk 1 juni 2019- met inachtneming van haar systematische integriteitsrisicoanalyse als bedoeld in onderdeel 1 - beleid, procedures en maatregelen op te stellen en te implementeren conform artikel 10, tweede lid tot en met vierde lid, van het Bpr teneinde de vereisten uit de Wwft met betrekking tot het uitvoeren van
uiterlijk 1 juli 2019te beschikken over een adequaat transactiemonitoringsysteem en -proces, waarmee effectief ongebruikelijke transacties worden gedetecteerd, onderzocht en afgehandeld, zodat [eiseres] voldoet aan de eis van voortdurende controle als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wwft en tijdig meldingen doet als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Wwft.
uiterlijk 1 oktober 2019aan DNB een door een onafhankelijke, externe en deskundige partij opgesteld rapport van een (model)validatie van het in onderdeel 4 bedoelde transactiemonitoringssysteem toe te zenden.
uiterlijk 1 maart 2021te bewerkstelligen dat - ten aanzien van
alle
uiterlijk 1 juli 2020de zakelijke relatie van alle door haar aangemerkte
onacceptabele cliëntente zijn beëindigd.
uiterlijk 1 juli 2020te bewerkstelligen dat - ten aanzien van alle door haar aangemerkte
hoog risico cliëntenwaarmee [eiseres] de relatie aangaat of continueert - de cliëntendossiers aantoonbaar voldoen aan de eisen die de Wwft aan cliëntenonderzoek stelt. Het voorgaande brengt met zich dat de hoog risico cliëntendossiers waar nodig zijn gecompleteerd en adequaat is vastgelegd welke afweging is gemaakt om een cliënt te accepteren of te behouden dan wel om de cliëntrelatie te beëindigen.
uiterlijk 1 december 2020te bewerkstelligen dat - ten aanzien van alle door haar aangemerkte
complexe, niet hoog risico, cliëntenwaarmee [eiseres] de relatie aangaat of continueert - de cliëntendossiers aantoonbaar voldoen aan de eisen die de Wwft aan cliëntenonderzoek stelt. Het voorgaande brengt met zich dat de complexe, niet hoog risico, cliëntendossiers waar nodig zijn gecompleteerd en adequaat is vastgelegd welke afweging is gemaakt om een cliënt te accepteren of te behouden dan wel om de cliëntrelatie te beëindigen.
uiterlijk 1 maart 2021te bewerkstelligen dat - ten aanzien van alle door haar aangemerkte
niet complexe, niet hoog risico, cliëntenwaarmee [eiseres] de relatie aangaat of continueert - de cliëntendossiers aantoonbaar voldoen aan de eisen die de Wwft aan cliëntenonderzoek stelt. Het voorgaande brengt met zich dat de niet complexe, niet hoog risico, cliëntendossiers waar nodig zijn gecompleteerd en adequaat is vastgelegd welke afweging is gemaakt om een cliënt te accepteren of te behouden dan wel om de cliëntrelatie te beëindigen.
uiterlijk 1 maart 2021al haar relaties als bedoeld in de Regeling toezicht
beleid, procedures en maatregelen), 5 (
cliëntenonderzoek) en 6 (
sanctiescreening) van de gedragslijn, als bedoeld in de besluiten van 13 maart 2019, 26 september 2019 en het onderhavige besluit, beoordelen. De door de interne audit verrichte werkzaamheden worden door een met instemming van DNB geselecteerde onafhankelijke, externe en deskundige partij gecontroleerd op de juistheid daarvan.
transactiemonitoringssysteem) van de gedragslijn, die is opgenomen in de besluiten van 13 maart 2019 en 26 september 2019, te overleggen. DNB ontvangt
uiterlijk 1 mei 2021voornoemde validatierapporten tezamen met een schriftelijke verklaring waarin het bestuur van [eiseres] aan DNB bevestigt dat voldaan is aan alle onderdelen van de onderhavige gedragslijn.
uiterlijk 15 januari 2020,
15 maart 2020, 15 mei 2020,
15 juli 2020,
15 september 2020,
15 november 2020,
15 januari 2021, en
15 maart 2021DNB schriftelijk en/of per e-mail te hebben geïnformeerd over de voortgang van het opvolgen van (de desbetreffende onderdelen van) deze gedragslijn.”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt bestreden besluit 1 en bestreden besluit 2 voor zover deze betrekking hebben op de externe validatie van de uitvoering van de aanwijzing;
- herroept het primaire besluit in zoverre;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van bestreden besluit 1 en bestreden besluit 2;
- bepaalt dat DNB aan [eiseres] € 354,- aan griffierecht vergoedt;
- veroordeelt DNB in de proceskosten van [eiseres] tot een bedrag van € 3.204,-.