Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de verzetdagvaarding – waarin tevens een eis in reconventie is geformuleerd – met producties,
- het herstelexploot van 24 juli 2020,
- het brief van 16 oktober 2020 van de rechtbank, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het b-2 formulier van 17 februari 2021, waarmee mr. Hoogenboom mededeelt zich als advocaat van RL Trade te onttrekken,
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte met producties in conventie,
- de spreekaantekeningen zijdens [naam eiseres] ,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 3 maart 2021.
2..De feiten
Verklaren te zijn overeengekomen:
3..Het geschil
in conventie en in reconventie
indien het zeker is aan welke partij zij welke betaling dient te verrichten”, zo stelt RL Trade. Door van de nietigheid van de overeenkomst geen melding te maken in het beslagrekest heeft [naam eiseres] de voorzieningenrechter niet naar waarheid en onvolledig ingelicht, op grond waarvan de beslagen moeten worden opgeheven.
4..De beoordeling
in conventie en in reconventie
zeker is aan welke partij zij welke betaling dient te verrichten”. De door [naam 1] ooit gestelde nietigheid van de overeenkomst staat daarmee niet (langer) aan de betalingsverplichting van RL Trade onder de overeenkomst in de weg.
1.770,00(1,0 punten × tarief € 1.770,00)
885,00(1,0 punten × 0,5 × tarief € 1.770,00)